
Zuster M. Hannah – Karmelietes
Eng
Toen ik hier voor het eerst kwam, was ik net katholiek geworden, ik was dat jaar gevormd. Ik had zuster Elvira Maria leren kennen op een jongerenweekend en ik was aangestoken door haar enthousiasme over dit leven. Hoe zij over de dingen dacht, wat ze vertelde over het leven hier, hoe ze hier de dingen deden … het sprak me heel erg aan. Die ontmoeting heeft lang doorgesudderd vanbinnen. Tot ik dacht: nu moet ik toch eens contact opnemen. Samen met een vriendin ben ik hier toen voor het eerst gekomen. Het was open, welkom en warm. Van het een kwam het ander. Ik ging een keer meeleven, ik bezocht de heilige mis in het weekend, enzovoorts. Daardoor groeide het verlangen, het was een gevoel dat ik hier gewoon naar toe moest. Ik mailde Elvira Maria. Ze schreef meteen terug dat ze het al aan me gezien had, ze was niet eens verbaasd. Op mijn werk had ik al die tijd nog niets verteld, ik vond het sowieso eng om erover te praten, want ja, wat zullen ze zeggen? Voor die vriendin was het een schok om te horen wat ik van plan was; ze voelde zich op een bepaalde manier in de steek gelaten. Dat heeft me pijn gedaan; zij was nu juist degene van wie ik verwacht had dat ze het zou begrijpen. We hebben elkaar een tijdlang niet gezien daarna. Gelukkig is de relatie inmiddels weer beter.
Het loslaten van mijn baan was eng. Echt eng. Ik werkte op een laboratorium, had het al aan iemand van de planning moeten vertellen, en die had er letterlijk koude rillingen van gekregen, zo indrukwekkend vond ze het. Daarna had ik een afspraak gemaakt met mijn manager, maar van tevoren heb ik me twee dagen ziek gemeld. Dood- en doodeng. Toen ik zei dat ik mijn baan kwam opzeggen, vroeg zij: ‘Wat ga je dan doen?’ Ik zei dat ik het klooster inging. Ze was verrast, maar was net als alle anderen aan wie ik het later vertelde, ook heel positief. Ze begon te lachen en zei dat ze kort daarvoor op de gang nog tegen iemand had gezegd: ‘Die gaat nog eens het klooster in’, en ze voegde eraan toe: ‘Echt iets voor jou’. Dat was een enorme opluchting.
Maar ja, toen begon het: de huur van mijn huis, die vaste baan, ik moest alles opzeggen. Het thuis vertellen. Mijn ouders zijn gelovige mensen, dus het idee van ‘je aan God geven’ begrijpen ze. Ze vroegen wel of ik er goed over nagedacht had, maar toen ze zagen dat ik er serieus mee bezig was, wisten ze: dit is niet zomaar iets.
Zuster M. Hannah
Karmelietessen van klooster Casa Carmeli in Vogelenzang