Zondag van de heilige Drie-eenheid – Zozeer heeft God de wereld liefgehad

Schriftlezingen: Exodus 34,4b-6+8-9; 2 Korintiërs 13,11-13 en Johannes 3,16-18

Drie en één
Dit feest van de allerheiligste Drie-eenheid doet ons God kennen als Vader, Zoon en heilige Geest. In de Islamitische wereld heeft men hier vaak moeite mee en worden christenen ervan beschuldigd verschillende Goden te aanbidden. Dit is natuurlijk een misverstand. Wij erkennen en aanbidden één God, maar die ene God heeft zich aan ons als Vader, Zoon en heilige Geest doen kennen, één God in drie personen. Dit is een geloofsmysterie, het wezen van God kunnen wij niet doorgronden, maar juist dit geheim van de Drie-eenheid
maakt ons duidelijk hoezeer God ons liefheeft, dat Hij ons helemaal aanvaardt, dat Hij ons bemint, dat wij gewenst zijn door Hem,
dat Hij alles voor ons over heeft en dat Hij ons begeleidt met Zijn liefde en genade. Dat de ene God zich als drie personen aan ons heeft geopenbaard, maakt de eenheid van God niet minder, maar wel rijker: God is geen monolithisch blok, geen ongenaakbare God, maar een God die is uitgegaan, die mens geworden is om ons leven en lijden te delen en die altijd bij ons blijft en woont in ons hart door de heilige Geest die als een vuur, als een licht aan onze harten is meegedeeld.

Een God die zich geeft
God is dus dicht bij ons en Hij houdt van ons. Het is dit wat de lezingen van deze dag van de Allerheiligste Drie-eenheid ons willen meegeven. In de eerste lezing gaat het over het volk van de Joden in de woestijn: “De Heer is een barmhartige en medelijdende God, groot in liefde en trouw” en Mozes vraagt God daar om met het volk – met al die mensen – mee te trekken. In het evangelie is het Jezus zelf die tot Nicodemus de bekende woorden spreekt: “Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven”. Dat is de grootste genade van je leven: dat er Iemand is die zozeer van je houdt dat Hij het kostbaarste wat Hij heeft voor je over heeft.

Hij kent ons en doorschouwt ons
Als je van een mens waardering ontvangt, steun, liefde, richting, dan weet je tegelijk altijd dat die mens een passant is in je leven; geen mens kan je totaal opvangen, geen mens kan je echt helemaal dragen, geen mens kan je uiteindelijk gelukkig maken, want die mens is beperkt, niet alleen in zijn gaven en mogelijkheden, maar ook in de tijd die hij krijgt. En daarom moeten we iedere mens die we ontmoeten ook weer loslaten en een stukje eenzaamheid durven aanvaarden vanuit de kracht die het geeft dat wij toch in de liefde van Één geborgen zijn: dat is Degene die ons zo wonderbaar gevlochten heeft in de moederschoot, dat is Degene die ons kent, ons doorschouwt en doorgrondt, die ons beter kent dan wij onszelf kennen en die Liefde is: Hij ziet ons aan niet als een monolithisch blok, van buiten af oordelend, maar vol barmhartigheid en liefde, van binnenuit ons kennend, ons volkomen begrijpend, want Hij is de Drie-ene God: Hij is Vader, Zoon en heilige Geest.

Ben ik gewenst?
Hij is gekomen om alles voor ons te doorstaan en Hij is meegedeeld aan onze harten als vuur, als liefde, als een kracht, die het duister overwint en in ons hart die gloed, die warmte legt waardoor de tunnel nooit alleen maar donker is. Voor ieder mens is het belangrijk te mogen zien en te weten dat hij aanvaard wordt, liefgehad, dat hij gewenst is. “Ben ik door jou gewenst?” Geen mens kan die vraag alleen maar positief beantwoorden, want er zit altijd een grens aan, omdat die mens eindig is in zijn aardse bestaan en omdat hij beperkt is, omdat hij soms iets wenst in ons, iets zoekt bij ons, maar niet de persoon aanvaardt die wij mogen zijn. We kunnen als mens alleen maar proberen in de kracht van de heilige Geest, te lijken op God wiens beeld in ons is gelegd: de God die barmhartig is, “groot in liefde en trouw” (1e lezing). Het zou te wensen zijn dat mensen Hem in ons mogen herkennen en dat dit hen tot God mag brengen, want Hij alleen kan iemand voor eeuwig, volledig en totaal aanvaarden. Door Hem worden wij gewenst, aanvaard, altijd en overal, zelfs toen wij zondaars waren. Toen vond Hij ons al zo de moeite waard dat Hij voor ons is mens geworden. Dat is de kern van zijn liefde voor ons.

† Jan Hendriks

Afbeelding: Andrej Roebljov (ca. 1360-70 – ca. 1430). Icoon van de oudtestamentische Drievuldigheid of De Gastvrijheid van Abraham, Tretjakovgalerij, Moskou

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!