Zondag Heilige Drie-eenheid jaar C – Eenheid in verscheidenheid

Schriftlezingen: Spreuken 8,22-31 en Johannes 16,12-15

Ons geloof in de drie-ene God heeft niet haar oorsprong in ons analytisch vermogen, maar in de gelovige ervaring van de eerste kerk.  Met Pinksteren hebben zijn volgelingen ervaren dat Jezus, de gekruisigde, niet zomaar dood, over en uit was, maar dat zijn bezieling, zijn Spirit werd overgedragen op zijn volgelingen. Met behulp van de profeet Joël, interpreteerden ze dat als overdracht van Gods Geest (Handelingen 2,16). Van de Geest waar Jezus na zijn doop vol van was en die Hem voortdreef en verder trok (Lucas 4,1-14). Het Pinksterverhaal zou zeggen: als een wervelwind, die alles in vuur en vlam zette. Die Geest gaat op hen over. Zo zorgt Pinksteren voor ‘reliëf’ in hun godservaring en laat hen belijden: “God is één” en tegelijkertijd: “God is Vader, Zoon en heilige Geest”. Dat zal de reden zijn dat zowel het woord Drie-eenheid  als Drie-vuldigheid  ingeburgerd is geraakt.

Spreuken 8, de OT-lezing, heeft een belangrijke rol gespeeld in de vroeg-kerkelijke discussies (4e eeuw) over de persoon van Jezus, die zich toespitsten op de vraag of Jezus een mens is, door God geschapen (zie vers 22 ‘schiep Mij’) of al van voor de schepping bij God was (zie vers 22b ‘nog voor zijn werken’). Een discussie waarvan de uitkomst zijn neerslag vindt in onze geloofsbelijdenis: ‘voor alle tijden geboren uit de Vader’, ‘één in wezen met de Vader’, en ook: ‘die voortkomt uit de Vader en de Zoon’. In zulke discussies is het Godsgeheim dikwijls meer ontleed, dan dat van Gods ontlediging (Filippenzen 2,7) sprake is.

Johannes vermeldt: ‘Ik'(-Jezus), ‘De Geest der waarheid’ en ‘de Vader’, en past dus op Drie-eenheids-, oftewel Drie-vuldigheidszondag. De eenheid en de onderscheidenheid van Vader, Zoon en Geest buitelen hier over elkaar heen (zie de hele hoofdstukken 15 tot 17). De Geest, door wiens overschaduwing Jezus ontvangen is, die bij de doop op Hem neerdaalde, ontvangt hier ook weer van Jezus: “Wat Hij jullie zal meedelen, komt van Mij”, als om te zeggen dat de Geest  van God door lijden, sterven en verrijzen van Jezus heen op een nieuwe wijze naar mensen zal uitgaan, en zo daadwerkelijk christelijk reliëf geeft aan de belijdenis van de ene God.

Henk Bloem

Wit  

Als ik van U moet spreken,
doe ik alle mooie woorden weg
Ik wil maar liever weinig zeggen
Ik wil maar liever enkele kale woorden zeggen
wat arme kale stenen, dat is mijn verhaal.
Mooie woorden denken alleen maar aan zichzelf, ze
weten van dienen niet
De goede woorden zijn arm en naakt
als Franciscus.
Ze zijn trouw.
Enkele goede woorden, dat is genoeg,
want er mag niets komen tussen u en mij
Eigenlijk wil ik liever met u zwijgen.

(J.C.Schagen)

Afbeelding: Trinité Grandes Heures Anne de Bretagne