Weekbrief Leo Fijen – zondag 5 augustus

Rollen omgekeerd

We hadden het al maanden geleden afgesproken, mijn zoon en ik. Het was 20 jaar geleden dat we samen op pad gingen. Toen fietsten we in drie dagen van Maartensdijk naar de Moezel, nu zouden we een lang weekend op stap gaan naar Zuid-Frankrijk. Want daar woont, leeft en bidt sinds een paar jaar Dom Marcellin Theeuwes, jarenlang de prior van La Grande Chartreuse in de bergen rond Grenoble. Hij is nog steeds prior, maar nu van een ander klooster van de kartuizers, wat meer in de richting van Marseille. Meounes-les-Montrieux heet het klooster dat verscholen in de bossen ligt en als vanzelf gevonden wordt wanneer je de stroom van het beekje volgt. Dat is een treffend beeld van onze redenen om Dom Marcellin op te zoeken. In zijn tijd in La Grande Chartreuse hebben we hem met het hele gezin meer dan eens ontmoet. En steeds weer was er de vreugde om de onbevangen ontmoeting. Als ergens het woord onbevangen op zijn plaats is, dan is het bij deze wijze kloosterling. Hij leeft 18 uur per dag in de stilte, hij verbindt de eenzaamheid met het gemeenschapsleven, hij geeft zijn leven aan God. En dat maakt hem zo vrij. Sommige mensen doen je voor hoe je kunt leven: vrij en onbevangen. Marcellin Theeuwes is zo’n inspirerend voorbeeld, in al zijn relativering en bescheidenheid. Daarom voelde een bezoek aan hem altijd als een weg naar de bron, hoewel hij zelf naar Christus verwijst. Als je bij hem bent, hoor je de beek van het geloof stromen. De afgelopen jaren was het er niet van gekomen hem als gezin op te zoeken, de achterliggende 20 jaar waren vader en zoon niet meer op pad gegaan. Dit keer deden we wat we hadden afgesproken. We vertrokken op 12 juli en kwamen de volgende dag stipt om 14.00 uur bij de poort aan. Dat was minder vanzelfsprekend dan het lijkt. In de tussenliggende uren was mijn been in het ongerede geraakt en beleefde ik pijnlijke dagen in de auto en bij het hotel. Ik kon niet meer lopen. Mijn zoon hielp mij 20 jaar geleden op de tocht naar de Moezel door zijn eigen racefiets aan mij te geven en zelf verder te gaan op mijn zware fiets. Het was de eerste keer in ons leven dat de rollen waren omgedraaid: hij als zoon nam het voortouw om mij als vader te helpen, ik kon de afstand niet aan. Dit keer, 20 jaar later, was het nog erger, hij moest mij ondersteunen met lopen. Ik als vader was niets zonder hem als zoon. Het waren zo onvergetelijke en ook pijnlijke dagen geworden. Alles leek voorbij toen we aanbelden. Ik strompelde naar de poort. Maar alles wat er kwam, geen Dom Marcellin. De conciërge verontschuldigde zich, Dom Marcellin moest onverwacht even naar het ziekenhuis. Daar stonden na een pijnlijke autorit van twee dagen, op vrijdag de 13e, in een bos in Zuid-Frankrijk. Onze hoofdpersoon was er niet, moest even naar het ziekenhuis. Ik keek mijn zoon aan en vroeg wat de zin hiervan kon zijn. Toen zei hij: alleen de reis was al de moeite waard, we zijn dichter dan ooit bij elkaar gekomen. Vader en zoon hadden elkaar weer ontdekt, te midden van de pijn. We omhelsden elkaar en zochten een hotel in de buurt. De volgende ochtend ging de telefoon. Dom Marcellin was terug uit het ziekenhuis, we konden komen. Het werd een geweldige middag. Mijn zoon leidde het gesprek en schonk koffie in. En weer waren de rollen omgedraaid. Ook bij Dom Marcellin. Want mijn zoon raakte het hart van de kartuizer prior. Ik keek naar beiden: ik hield nog meer van mijn zoon en ik voelde mijn bron weer stromen door de onbevangenheid van Dom Marcellin.

Leo Fijen