Weekbrief Leo Fijen – zondag 12 augustus

Markers en Kartuizers

Wat is de vrucht van je leven? Hoe kun je van betekenis zijn voor de ander? Ik ben op woensdag op Marken en heb daar afgesproken met Pieter Boomsma. Ooit begon hij als dominee op dit voormalige eiland in de Patmoskerk. Hij zou er zes jaar blijven en altijd weer terugkomen. Soms één keer per jaar om een preekbeurt te vervullen. Ook toen hij voorzitter was van de synode van de Gereformeerde Kerk en later ook toen hij furore maakte in Nijverdal. Pieter Boomsma is even terug op Marken, om hardop na te denken over de vraag wat de invloed van die jaren tussen 1972 en 1978 was op zijn leven en dat van zijn vrouw. Natuurlijk, er werden twee zonen gebeuren, Arie (inderdaad, dé Arie, en Klaas-Jan). Dat vervulde hem met grote dankbaarheid. Hij wijst naar het huis waar dat gebeurde en vertelt over de huisarts die dat begeleidde en na de bevalling een pijp opstak alsof er niets was gebeurd. Die houding van nuchterheid en overgave is typerend niet alleen voor de huisarts, maar ook voor de rest van Marken. Zo gingen de eilanders ook met de dood om. Pieter Boomsma had in zijn eerste jaar als predikant 17 begrafenissen. Die uitvaarten hebben hem meer geleerd over het leven dan hij zelf dacht. Hij neemt me daarom mee naar de begraafplaatsen. Op de meeste graven staan bordjes met nummers. Geen namen, geen verhalen daarbij. Omdat de begraafplaats kon overstromen, moesten de doden op een beperkte ruimte worden begraven. Dat heet in het grootste deel van Nederland een terp maar op Marken een werf. Dan gaan er drie boven op elkaar in het graf en is er geen ruimte voor levensverhalen. Slechts bordjes met nummers. Doe maar gewoon over de dood. Die hoort bij het leven, op een plek waar de elementen altijd kunnen toeslaan. Ik vertel Pieter Boomsma dat de graven bij kartuizers er ook zo uitzien, alleen maar een kruis zonder naam en verhaal. Omdat de kartuizers geloven dat ieder mens een naam heeft bij God en geen naam op het kruis van de begraafplaats nodig heeft. Pieter Boomsma verwoordt het net iets anders: omdat de dood niet het einde is maar een doorgang naar God. Zo denken de Markers ook. En zo lijken de Markers meer op de strengste kloosterorde dan ze zelf ooit beseffen. Markers en kartuizers leven met de dood en hebben weet van een eeuwig leven bij God.

Leo Fijen