
Weekbrief Leo Fijen – 29 maart
Verzoening
De ouders van Volendam verliezen twintig jaar geleden in de nieuwjaarsnacht hun geliefde kind. Veertien in getal. Deze ouders bezoeken in de jaren daarna als groep meer dan eens een klooster. Om stil te worden, om hun verdriet aan te kijken, om hun verhalen te delen. Ik was daarbij, eerst in de abdij van Koningshoeven te Berkel-Enschot, daarna meer dan eens in het klooster van de benedictijnen te Doetinchem. Ze logeren in het kasteel en lopen dan een paar keer per dag naar de abdij, een kilometer verder. Zo dragen ze elkaar in het verdriet, letterlijk en figuurlijk. En zo drogen ze hun tranen in de bossen van Slangenburg. De schepping droogt de tranen, de stilte confron- teert hen steeds weer met de onherroepelijkheid van de dood: hun kind komt niet meer terug. Maar in de verhalen blijft hun zoon of dochter voortleven. Jaap Veerman is daar een meester in. Hij verliest zijn zoon Lennart. Hij ligt dan letterlijk in de modder. Totdat hij zichzelf de vraag stelt: sta ik nog ooit op of blijf ik de rest van mijn leven liggen? Hij besluit samen met zijn vrouw Anja op te staan en betekenis te geven aan de zinloze dood van hun zoon. Hij kiest een andere baan, treedt niet meer op als zanger, maakt na tien jaar toch weer een CD met Nederlandse teksten over en voor zijn zoon. En hij schept ruimte voor nieuw leven: met zijn vrouw worden ze pleegouders van een tweeling, twee meisjes; twee jonge vrouwen inmiddels. En die willen nu de achternaam van hun pleegouders. Dat vertelde Jaap me een paar maanden geleden in hotel Spaander. De pijn blijft, de tranen gaan nooit weg. Maar de verzoening heeft nieuw leven gegeven. Hij zingt ook weer, liedjes van Leonard Cohen. Over scheuren in het leven en over het licht dat hij daardoor eerder ziet. Een zoektocht naar licht, die begon in het klooster.
Leo Fijen