
Weekbrief Leo Fijen – 20 november
Eerste kaars
Campo Santo Teutonico, dat is de officiële naam voor een bijzonder kerkhof binnen het Vaticaan. Met bloemen, planten en veel graven. Je loopt over de graven en langs de mooiste kleurenpracht om de kerk te kunnen binnengaan. Deze begraafplaats met die kerk was ooit de plek waar Harrie Smeets geroepen werd om priester te worden. Daarom wilde hij terug naar die plek tijdens het bezoek van de Nederlandse bisschoppen aan paus Franciscus. Op een zaterdag in november meldde hij zich bij de ingang van deze kerk, met zijn begeleider achter de rolstoel. Want daarop is hij nog steeds aangewezen, de bisschop van Roermond die anderhalf jaar geleden te horen kreeg dat hij een ongeneeslijke hersentumor had. De artsen zouden proberen met medicatie zijn leven te rekken en zijn lijden draaglijk te maken. Zelf dacht Harrie Smeets dat hij Kerstmis niet zou halen. Maar de medicaties en de Schepper van hemel en aarde gaven hem tijd van leven. Daarom haalde hij Pasen en wellicht voor een tweede keer Kerstmis. Genade in het verdriet, noemt Harrie Smeets het in het gesprek dat ik met hem had in de kerk bij de Duitse begraafplaats. Hij vindt het een voorrecht dat mensen sinds hij in een rolstoel zit hun hart voor hem openen. Die rolstoel maakt hem niet zielig, die neemt juist alle drempels weg. Mensen durven meer tegen hem te zeggen nu hij veel kwetsbaarder is geworden. Als je moet buigen voor het leven, wordt de afstand tot je naaste kleiner. Dat stemt hem dankbaar. Niemand wil een hersentumor, niemand wil in een rolstoel eindigen, maar als dat allemaal wel gebeurt word je als mens en als priester meer gedragen. Door de gebeden en de verhalen van allen die naar je toekomen. Zoals Harrie Smeets ooit luisterde in Duitse kerk naar de roepstem van God, zo luistert hij nu naar allen die voor hem bidden. Zo kan het gebeuren dat de dood dichterbij komt en dat je toch dankbaar bent. Voor het licht in het donker. De eerste kaars in de Advent volgende week is voor Harrie Smeets.
Leo Fijen