
Weekbrief Leo Fijen – 14 oktober
Nadenken over de toekomst van de kerk: professionalisme of aandacht voor elkaar
ONDERNEMINGSZIN, EVENEMENTEN EN PROFESSIONALISME: BELANGRIJK VOOR TOEKOMST KERK
Blijf met elkaar in gesprek, houd het einddoel voor ogen, durf de inrichting van het gebouw aan te passen aan de eisen van deze tijd, vergeet nooit je grootste missie die God zelf is en die zichtbaar wordt in het Lichaam van Christus. Tientallen bestuurders en andere betrokkenen van de plaatselijke kerken zaten nog maar net op hun stoel in de Sint Joriskerk van Amersfoort of de eerste kreten stonden al op de flipover. De kerkacademie – een nieuwe initiatief van Marco van de Wetering – was nog maar net begonnen om hardop na te denken over de toekomst van de kerk of het regende al slogans en motto’s voor iedere kerk die nadenkt over de komende tijd.
INHOUDELIJKE KEUZES TERUGZIEN IN INTERIEUR
Hoe houden we de kerk draaiend? Dat was de centrale vraag in de Sint Joriskerk. Hella van der Wijst leidde de sprekers in en probeerde de discussie verder te brengen. De kerk draait door, was de variatie op De Wereld draait door. Iedere spreker kreeg tien minuten en de primeur was voor Martijn Rutgers, predikant van de Oase in Amsterdam-West. Hij vertelde hoe zijn kerk een diaconaal gezicht heeft en hoe het gebouw is aangepast aan deze keuze voor de naaste en voor God. Zijn betoog leerde ook nog eens dat je als kerk creatief met je mogelijkheden om kunt gaan. Zijn voorbeelden raakten ieders hart en maakten ook duidelijk dat inhoudelijke keuzes voor de medemens in de eigen buurt vertaald kunnen worden in een ander interieur.
MEER NODIG DAN ENTHOUSIASME
Toen hij zijn verhaal had afgestoken, reageerden velen met instemming. Iedereen was overtuigd dat je professionals nodig hebt om creatief en vernieuwend te zijn. Maar de aanwezige bestuurders hadden ook wat gemist: dat in alles toch God in het centrum staat. De volgende spreker, Ineke Bakker, jarenlang het gezicht van de landelijke Raad van Kerken en sinds enige tijd actief voor het Diaconaal Bureau van de Hervormde Kerk in Den Haag, vond het vanzelfsprekend dat God in alles het begin- en het eindpunt is. Maar ze volgde Martijn Rutgers in diens pleidooi om meer professionaliteit in te zetten bij het kerkelijk werk. Juist in de dienst aan mensen met schulden en vluchtelingen volstaat enthousiasme niet. Daar is gespecialiseerde kennis voor nodig. Die moet worden ingehuurd. Op haar betrokken verhaal was niets af te dingen.
MIGRANTENKERKEN
Sterker nog, Ineke Bakker benadrukte dat bij korter lopende projecten makkelijker vrijwilligers geworven kunnen worden. Mensen in deze tijd willen best voor een overzichtelijke tijd hun goede krachten geven aan kerkelijk werk maar hebben er geen zin meer in om jaren van hun leven weg te schenken aan vrijwilligerswerk. Bij de discussie die hierop volgde bleek ook dat er best plekken zijn die andere trends hebben. Zo werd als voorbeeld de opmars van migrantenkerken genoemd. Hier spelen andere organisatievormen en komen andere vragen van huisvesting om de hoek kijken. Zo hebben successen als die van de migrantenkerken ook hun dilemma’s: waar kun je honderden mensen herbergen?
ONDERNEMINGSZIN EN EVENEMENTEN
Steeds duidelijker werd intussen dat voor de toekomst van de kerk naast professionalisme ook ondernemingszin nodig is. Juist op het plaatselijk vlak is het lonend om evenementen te organiseren die geld kunnen opleveren: een veiling bloembollen die ten goede komt aan de kerk, een beurs waarin professionals gekoppeld worden aan kerkelijke taken, een boekenmarkt, een bijzondere aflevering van kunst en kitsch rond kerkelijke objecten. Er werden door de aanwezigen tal van voorbeelden van ondernemingszin en van nieuwe methoden om geld op te halen. Zo werd ook verwezen naar een toerusting aan vrijwilligers om fondsen te werven en om kerkleden attent te maken op legaten en andere erfenissen. In die zin was dit een zeer vruchtbare uitwisseling van ideeën.
MENSELIJKE MAAT
Ik was zelf de laatste spreker en vroeg aandacht voor de menselijke maat die vaak niet met professionalisme wordt verbonden. Juist in een wereld die steeds groter wordt willen kerkleden op een persoonlijke manier benaderd en wekelijks goede communicatie ervaren. Dat veronderstelt veel kennis van zaken, maar heeft vooral te maken met andere keuzes: willen wij als kerk onze leden elke week transparant en open informeren en hun het gevoel geven dat ze bij een gemeenschap horen en thuiskomen? Daar hoort volgens mij bij dat het belangrijk is dat kerkleden van een viering of toerusting rijker terugkomen. Mensen in deze tijd willen wat meekrijgen voor hun leven en wat horen dat hun tot voordeel strekt. Doen we dat als kerk wel voldoende? En erkennen we dat we vaker moeten laten zien waar we van leven: van Gods adem?
TIEN TOT VIJFTIEN FORMELE EN INFORMELE LEIDERS
Na het stormachtige begin daalden langzaam de andere motto’s en slogans neer in de Sint Joriskerk te Amersfoort: fondsen werven, professionals inhuren zodat vrijwilligers tijd over houden voor Evangelie, betere communicatie zodat kerkgangers bij naam en achternaam genoemd worden en zich thuis voelen, de menselijke maat in het oog houden zodat bezoekers het gevoel krijgen hier een thuis te vinden, met de geest van deze tijd meer evenementen organiseren en erkennen dat priesters, dominees, ouderlingen en bestuurders niet alles zelf kunnen doen. Elke gemeenschap van geloof heeft minstens tien tot vijftien formele en informele leiders nodig om de leden en de bezoekers het gevoel te geven dat ze gekend worden. Als een geloofsgemeenschap daar niet toe in staat is, krijgt de toekomst het zwaar.
Leo Fijen