
Weekbrief Leo Fijen – 1 november
Licht in het donker
Het is tussen zes en zeven uur in de ochtend als ik deze woorden op papier zit. Het is stil in huis. Op de zolderkamer is alles nog donker. Ik weet dat er een buiten is maar ik zie het niet door de duisternis. En toch zit ik hier in grote dankbaarheid omdat ik het licht heb ervaren in het donker. De afgelopen tien dagen gebeurde er zoveel aan mij zonder dat ik daar een heel actieve rol in had. Of het moest zijn dat ik een droom had, een visioen om in deze duisternis van de grote crisis woorden als troost te delen. Het idee werd geboren in het voorjaar toen ik merkte dat een simpel boekje Bidden in tijden van beproeving bijna 8000 keer werd besteld. Toen wist ik dat mensen hunkeren naar woorden om getroost te worden, naar gebeden om in hun hart geheeld te worden, naar rituelen om vrij te worden voor God.
Innerlijke stem
Ik schrijf dit aan het begin van het weekend. Buiten is het nog steeds donker. In de zomer heb ik getwijfeld of ik wel een vervolg moest samenstellen op dat eerste gebedenboekje. Was het grootste gevaar niet geweken? Zou er wel een tweede golf komen? Ik was op Ameland en zag daar een eiland alsof er geen corona was. Ik was in Drenthe en zag daar een landschap waar iedereen fietsend genoot van de heide in bloei. Alsof er geen crisis was geweest en ook niet meer zou komen. Ik weet niet waarom ik toch ben doorgegaan met het vervolg. Het is geen intuïtie, het is ook geen koopmansgeest. Het was meer een innerlijke stem die tegen me sprak: doe wat er gedaan moet worden. Alsof ik werd gestuurd. Ik ging aan de slag, stelde een boekje samen Van Allerheiligen tot Kerstmis en was net op tijd klaar. Vorige week kwam het van de drukker, deze vrijdag weer. En volgende week donderdag nog eens.
Veel meer dan dat
Gisteren was ik in de abdij van Berne en liep daarna de winkel binnen. Daar stond het boekje bij de kassa. Je kon het niet missen. Conny Smulders vertelde dat ze er al meer dan 20 hadden verkocht. Deze bevlogen medewerker van de winkel in Heeswijk-Dinther had wel een verklaring voor het succes: Herman Finkers op de cover. Ik knikte, maar dacht tegelijk: het is veel meer dan dat. En ik vertelde haar zoals ik dat ook eerder tegen abt Denis Hendrickx had gezegd dat er veel meer was. Ik ben niet zweverig, verre van dat. Maar bij deze bundel heb ik gemerkt dat ik niet meer dan een schakel ben en dat er daaromheen zoveel gebeurt dat ik niet verklaren kan. Ik ben er wel bij, maar ook helemaal niet. Ik denk mee maar er wordt voor mij gedacht. Ik regel de verzending maar er wordt veel meer voor mij geregeld. Alsof ik onderdeel ben van iets groters.
Genade
Het beste voorbeeld is een week geleden. Ik schrijf over bidden een stuk voor het Nederlands Dagblad en word donderdag wakker met allemaal berichten op mijn telefoon. Je zat in Met het oog, je naam werd genoemd in de Journaals op televisie, zo meldden de berichten. Ik had geen idee en wist nergens van. Wat was er gebeurd? Met het oog had geciteerd uit mijn stuk in het Nederlands Dagblad en dat citaat zat ook weer in de Journaals. Ik was erbij maar er gebeurde zoveel meer aan mij. Alsof het buiten mij om gebeurde en ik slechts instrument was. Dat heb ik abt Denis Hendrickx gisteren verteld, dat heb ik ook gezegd tegen Conny Smulders. Het succes van Allerheiligen tot Kerstmis is een zegen van boven. Ik hoef alleen maar mee te doen. Meer niet. Noem het genade, als een teken dat er licht is in het donker. Voor ons allemaal. Gisteren bereikte de teller het astronomische getal van 15.000 bestellingen. En zondagochtend vroeg, op de dag van Allerheiligen, mag ik er over vertellen op Radio 1, van 6 uur tot 7 uur in de ochtend. Een mooie tijd want ook dan is het nog donker buiten en zie je het licht beter. Het licht van de genade. Als teken dat we in deze crisis niet aan ons lot worden overgelaten.
Leo Fijen