
Vierendertigste zondag door het jaar – Christus Koning
Schriftlezingen: Daniël 7,13-14 en Johannes 18,33b-37
Christus is de Koning. ‘De kroon op het werk’. Dat moet een van de gedachten geweest zijn toen dit feest in 1925 werd ingesteld. Tussen de Europese wereldoorlogen in, toen macht, leiderschap, vrede en saamhorigheid volop ter discussie stonden. Het was in die roerige tijden een triomfalistisch feest, dat naast correctie vooral hoop, houvast en richting moest geven. Dat triomfalistische roept weerzin op, maar de roerige tijden en de grote vragen zijn nu nog sterker dan toen.
De liturgie stelt de koninklijke heerschappij van Christus centraal. Volgens profeet Daniëlkan alleen God onze wereld nog redden. En hij ‘ziet’ dat gebeuren! God grijpt in door ‘iemand die op een mensenzoon lijkt’. Door de, zeg maar, volmaakte mens, die waar zal maken wat God ooit toegezegd had: ‘Heers over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, over al het gedierte. (Gen 1,28) ’Alle volkenstammentalen stemmen met zijn heerschappij in – dat is ongekend! En zijn heerschappij gaat, in tegenstelling tot andere, nooit te gronde. Maar of de 2 verzen die we lezen genoeg zijn om de troost en vertrouw volle overgave die ze bevatten over te brengen?
De Evangelielezing uit Johannes laat ook alles weg wat niet direct op dit koningschap slaat. Lastig, want Jezus’ koningschap kun je, denk ik, alleen tegen de achtergrond van zijn leven, de achtergrond van zijn levenskeuzes in het Evangelie, verstaan. Alle aandacht valt nu op de ene zin ‘Mijn koningschap is nietvan deze wereld.’ Een mooie zin, maar we krijgen niet mee hoe, volgens Johannes, Jezus zelf ‘niet van deze wereld’ is, terwijl Hij wel in deze wereld is. Hoe Johannes onderscheidt tussen ‘hier’ en ‘boven’ en een hoge (‘van boven’) opvatting over Jezus heeft: Hij komt van Godswege naar ons hier beneden. Als Hij spreekt over zijn koningschap gaat het dus om meer, om iets anders dan om het verdelen van politieke functies. Hij spreekt over ‘Uw koninkrijk kome’. En dat geldt ook voor de waarheid! Pilatus’ waarheid is Jezus’ waarheid niet! Voor Pilatus is ze betrekkelijk; het ligt er maar aan hoe je kijkt! Jezus’ waarheid komt van boven. Voor ons kan het best wat onwennig zijn om in zulke tegenstellingen te denken. Maar de vraag naar macht, invloed, naar de waarden waar je je door laat leiden, is zo actueel als wat.
Henk Bloem
‘Gij, die Koning zijt,
dit en dat, wat niet al
ja ja, kom er eens om,
Gij weet waarom het is, ik niet
Dat Koninkrijk van U, weet U wel,
wordt dat nog wat.’
(G. Reve, Verzamelde Gedichten, 59)