
4e zondag door het jaar B – Weer zelf achter het stuur
Schriftlezingen: Deuteronomium 18,15-20; 1 Korintiërs 7,32-35 en Marcus 1,21-28
Ontzetting greep allen aan, zodat ze zich samen afvroegen: ‘Wat is dat toch? Een nieuwe leer, met gezag! Zelfs de onreine geesten geeft Hij bevelen en ze luisteren naar Hem.’ (Marcus 1,27)
Het eerste wonderverhaal dat Marcus ons in zijn evangelie vertelt gaat over de uitdrijving van een onreine geest. Veel mensen van nu zien zo’n verhaal als restant van een duister stukje bijgeloof, aan de rand van het echte evangelie. Maar wanneer je het evangelie van Marcus in één ruk leest, zie je dat uitdrijvingen van boze geesten geen randverschijnsel zijn in zijn evangelie, maar daarin veel plaats innemen. Evenveel als alle andere wonderen samen. Bezetenheid is in het evangelie van Marcus een hartverscheurende vorm van menselijk lijden.
Altijd en overal ervaren mensen hoezeer ziekten en lijden greep hebben op hun leven, maar de manier waarop ze dit ervaren hangt sterk af van de cultuur waarin ze leven. Medebroeders van mij die tientallen jaren in Melanesië hebben gewerkt, verzekeren me dat de eilandbewoners daar geen enkele moeite hebben met bijbelverhalen over duiveluitdrijvingen. Voor hen zijn lijden en ziekten een teken dat hun leven in de greep is van boze geesten. Maar goed, wij wonen hier in Schalkhaar, niet op de Salomonseilanden. Wat moeten wij met dit soort verhalen?
Misschien staat het verhaal over de bezeten man in de synagoge minder ver van ons af dan we denken. De vriendin van een jihadist vertelt in de krant over haar vriend: ‘Ik kende hem niet meer terug. Hij was een ander geworden, bezeten van een waanidee!’ Bezetenheid kent in onze cultuur haar eigen verschijningsvormen. Je kunt bezeten zijn van religieuze waanideeën en dwangvoorstellingen, je kunt verslaafd zijn aan drugs, alcohol of seks. Telkens heeft een inbreker het stuur overgenomen, iemand die machtiger en slimmer is dan jijzelf.
Ook de demon uit het verhaal van vanmorgen is slim en intelligent. Hij weet wie Jezus is: hij noemt hem ‘de Heilige van God’. Het is de slimheid van de inbreker die weet waar de lichtsensor zit en in geen geval in contact wil komen met het Licht: ‘Wat is er tussen ons en jou?’ Jezus verdrijft de onreine geest en geeft de ‘bezetene’ aan zichzelf terug. Zo laat Hij zien wat Gods heerschappij betekent. Een mens komt thuis bij zichzelf. Hij kan zelf weer achter het stuur en mag zijn zoals God hem bedoeld heeft, vrij naar Gods beeld en gelijkenis.
Jan Hulshof s.m.
Afbeelding: Gebroeders van Limburg, De genezing van een bezetene, verlucht manuscript — 1413-1416
Musée Condé, Chantilly