Twintigste zondag door het jaar B – Vlees is leed

19 augustus 2018
Schriftlezingen: Spreuken 9,1-6 en Johannes 6,51-58

‘Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank.’ (Johannes 6,54)

Bij het uitdelen van de communie horen we telkens: ‘lichaam van Christus’ en ‘bloed van Christus’. Wij antwoorden: ‘amen’. Een keer zei een vrouw na de viering tegen me: ‘Ik weet dat het beelden zijn, maar de gedachte alleen al dat ik iemands vlees eet en iemands bloed drink, heeft iets afstotends. Waarom zegt u niet gewoon brood des hemels en beker van het verbond. Dat hoor ik liever.’ Eerlijk gezegd heb ik me die vraag zelf ook al diverse keren gesteld.

Ook de Joodse toehoorders van Jezus vonden dat Hij stuitende taal gebruikte, toen Hij het had over het eten van zijn vlees en het drinken van zijn bloed. De Joodse wet verbood namelijk het consumeren van bloed, want, zoals het boek Leviticus zegt: ‘Het bloed is de ziel van het leven.’ Het leven behoort toe aan God en is daarom onaantastbaar. Maar de gedachte dat de ziel van een mens in het bloed zit, verklaart tegelijk waarom Jezus de beeldspraak gebruikt. Jezus wil dat we zijn ziel, zijn bezielende aanwezigheid, in ons leven laten binnenstromen.

Er is nog een reden waarom Jezus mensen oproept zijn vlees te eten en zijn bloed te drinken. ‘Vlees’ en ‘bloed’ doen denken aan offerdieren en dus aan lijden en geslachtofferd worden. Die associatie roepen deze woorden nog steeds op. Jarenlang kon je de slogan ‘Vlees is leed!’ lezen op het spoorviaduct van de Vaartsche Rijn in Utrecht. Door te spreken over het eten van zijn vlees en het drinken van zijn bloed wil Jezus ons inprenten, dat Hij op het kruis het offer van zijn leven bracht, opdat wij zouden leven.

We geloven dat zijn vlees echt voedsel is en zijn bloed echte drank. Daarom stellen we de heilige hostie ter aanbidding uit. Maar we beleven dit geloof niet alleen wanneer we het Allerheiligste aanbidden of in de sacramentsprocessie meelopen. Het gaat erom dat we ons hele leven door het zijne laten bezielen. ‘Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en Ik in hem’, zegt Jezus. Straks horen we weer: ‘lichaam van Christus!’ en ‘bloed van Christus!’ Wij zeggen: ‘amen’: ‘moge het zo zijn!’

Jan Hulshof