2e Zondag door het jaar A – Geloof, twijfel, overgave

Schriftlezingen: Jesaja 49,3+5-6; 1 Korintiërs 1,1-3 en Johannes 1,29-34

Geloven is altijd weer een waagstuk, een sprong in het diepe, een daad van vertrouwen. Geloven is de sprong waardoor je je toevertrouwt aan het positieve, aan het vertrouwen dat er wel veel is dat je niet begrijpt, maar dat alles een zin heeft, nu vaak verborgen en niet begrepen, toch niet zelden vermoed en aangevoeld in een moment van contact van hart tot hart met Onze Heer.

Openbaring des Heren (Driekoningen) jaar A – Openbaring naar twee kanten

Schriftlezingen: Jesaja 60,1-6; Efesiers 3,20-3a.5-6 en Matteüs 2,1-12
De drie koningen worden als mensen van verschillende rassen en leeftijden afgebeeld: de één is jong, de volgende van middelbare leeftijd en de laatste is een oude man. Dit alles om ons te zeggen: die koningen zijn wij allen, die wijzen zijn ook wij als we op weg gaan, de ster achterna; als we ons hart en ons leven openen om de Heer te zoeken en vinden.

Nieuwjaarsdag – Hoogfeest van Maria, moeder van God

Schriftlezingen: Numeri 6,22-27; Galaten 4,4-7 en Lucas 2,16-21

Maria is tevens een voorbeeld voor ons, maar niet zozeer omdat zij zulke bijzondere dingen heeft gedaan, maar omdat God aan haar grote dingen heeft gedaan, zoals Maria zingt in haar lofzang. Wat is Maria’s verdienste? Dat zij heeft laten doen.

Kerstmis jaar A 2022 – Waar was God?

Schriftlezingen: Jesaja 52,7-10; Hebreeën 1,1-6; Johannes 1,1-18
Ik denk dat het Toon Hermans was die ooit in een van zijn conferences heeft gezegd: “Om het licht te kunnen zien, moet je weten wat het duister is”. Daar wilde hij mee zeggen: je ervaart iets pas als een geschenk, je waardeert iets pas als je je realiseert dat het ook anders kan zijn, niet vanzelfsprekend is.