Religieuzen belonen inzet tegen armoede met KNR-Waarderingsprijs

Op 19 oktober a.s. reikt de Konferentie van in Nederland gevestigde Religieuzen de KNR- Waarderingsprijs uit. De prijs bestaat uit een bronzen beeldje en een geldbedrag van € 5000,–. Hiermee willen de religieuzen initiatieven bekronen en stimuleren die in de lijn staan van religieuze tradities op het gebied van zorg, onderwijs en spiritualiteit. Dit jaar is gekozen voor projecten die zich op een creatieve en vernieuwende manier inzetten tegen de groeiende armoede in ons land en mensen helpt om uit deze situatie te komen.

Waar komt de naam trappist vandaan?

De abdij van La Trappe in Normandië is de wieg van de cisterciënzers van de strikte observantie. Voor Kerknet.be vertelt Erik De Smet hoe dat precies zit. ’Voor eens en voor altijd: trappist is geen bierstijl, maar bovenal de benaming voor een monnik die behoort tot de Orde van de Cisterciënzers van de Strikte Observantie. Trappist komt voort uit de naam van de Normandische abdij Notre-Dame de la Trappe in Soligny-la-Trappe, in het Franse departement Orne. De oorsprong van het woord ‘la Trappe’ is onduidelijk, maar het meest voor de hand liggende is het Germaanse trap (trede, verhoging). De abdij werd gesticht in de elfde eeuw, maar vervoegde in 1147 de toen prille cisterciënzerorde. Na 1500 doofde het religieuze leven er stilletjes uit, tot er rond 1660 iets hoogst merkwaardigs plaatsvond. Armand Jean Le Bouthillier de Rancé (1626-1700), petekind van kardinaal Richelieu, was een carrièregeestelijke die zowaar van vijf abdijen commanditair abt was (enkel in naam, om er inkomsten van te hebben). Aan het hof in Parijs zou hij een relatie hebben gehad met de veertien jaar oudere Bretoense hertogin Marie d’Avaugour de Montbazon, maar na haar plotse overlijden in 1657 trok abt de Rancé zich terug uit het openbare leven. Hij bestudeerde de kerkvaders en na een bezoek aan La Trappe, een van zijn abdijen, besliste hij daar te blijven. De zes overgebleven monniken kregen de keuze tussen een pensioen of te gaan leven volgens een strikte interpretatie van het kloosterleven. De ‘nauwe observantie’ van de De Rancé sloeg vervolgens aan in een zestigtal kloosters, waaronder Orval en Sept Fons. Maar ze vormden toen geen aparte orde, los van Cîteaux. Het kloosterleven van La Trappe vertrok van de noodzaak van berouw, zelfverloochening, nederigheid en ascese; vandaar de hernieuwde nadruk op stilte, zware handarbeid, vooral in de landbouw, vasten en onthouding. Augustin de Lestrange (1754-1827), een van de monniken van La Trappe, slaagde er in het strenge cisterciënzerleven de Franse Revolutie te laten overleven. Hij vluchtte met enkele broeders eerst naar Zwitserland en later naar Oost-Europa. Lestrange was verantwoordelijk voor de stichting van de abdij van Westmalle (1794). Na de val van Napoleon vestigde hij zich terug in La Trappe. Pas in 1892 erkende Rome de orde, die aanvankelijk de naam droeg van Cisterciens réformés de Notre-Dame de la Trappe. Vandaar trappisten. Vandaag is de orde verspreid over alle werelddelen. Eind vorig jaar waren er 103 mannenklooster met 1549 monniken en 77 vrouwenklooster met 1.460 monialen. In Vlaanderen zijn dat voor mannen Westmalle (21) en Westvleteren (19) en voor vrouwen Nazareth-Brecht (23) en Klaarland-Bocholt (14). In La Trappe leven vandaag 20 monniken, een voor de orde gemiddeld aantal. De abdijen van Sept Fons in Frankrijk (82), Awhum in Nigeria (74) en Spencer, Verenigde Staten (45) zijn de grootste trappistenabdijen. De benaming ‘trappist’ voor een bier geldt alleen als het gebrouwen is binnen de muren van een abdij onder toezicht van de monniken. Voor de kenners: in La Trappe verkopen ze het bier La Trappe, maar dat wordt gebrouwen in de Nederlandse abdij Koningshoeven bij Tilburg.’ Afbeelding: De Abdij Notre-Dame de la Grande Trappe in het Normandische Soligny-la-Trappe © Wikipedia”