Sint Maarten – 11 november

Op 11 november vieren we Sint Maarten.
Sint Maarten het feest van het delen. Je mag langs de deuren gaan met een lichtje en aanbellen bij mensen die je niet kent. En dan maar kijken of deze mensen iets te delen hebben. Dat doen we, omdat we van Sint Maarten geleerd hebben dat met elkaar delen wat je hebt, het belangrijkste is dat we voor elkaar kunnen doen. Hij gaf de helft van zijn mantel aan een arme bedelaar, die bij de stadspoort van Amiens zat. ’s Nachts liet Jezus zich zien in een droom, om Maarten (of Martinus, zoals we hem ook wel noemen) te danken voor de halve mantel.

Marjet de Jong schreef en tekende een verhaal over hoe het verder ging met de mantel en de bedelaar. Want goed voorbeeld doet goed volgen.

De bedelaar en de mantel van Martinus

pasted-imageToen de bedelaar bij de poort de volgende morgen wakker werd, voelde hij verbaasd aan de prachtige halve rode mantel die hij om had. Hij herinnerde zich een briesend wit paard dat vlak voor zijn neus stil hield, de stem van de ruiter die iets tegen hem zei, zijn zwaard trok en plotseling de helft van zijn grote soldatenmantel afsneed. De bedelaar had de mantel omgedaan en had heerlijk geslapen ondanks de bittere kou. Dit was de mooiste aalmoes die hij ooit had gekregen.

pasted-image‘Ik ga de soldaat zoeken,’ dacht hij. ‘Ik wil hem bedanken.’

De bedelaar kwam stram overeind en liep door de poort de stad in. De mensen keken hem nieuwsgierig na en fluisterden: ‘Is dat niet de bedelaar? Wat ziet hij er knap uit.’ Hij vroeg links en rechts waar de soldaat op zijn witte paard was gebleven. ‘Deze straat uit,’ zei de een. ‘Naar het paleis,’ zei de volgende. De bedelaar was nog nooit zo dichtbij het paleis geweest.

pasted-image

Aan de poort stond een weesmeisje. Ze speelde op een fluit, maar omdat ze zo bibberde van de kou, klonk het liedje nergens naar en lag er nog geen enkel muntje in haar bedelnap. De bedelaar wist hoe dat voelde. Hij pakte zijn mantel en mat de helft af, toen scheurde hij hem in tweeën en sloeg de helft om haar schouders. Het meisje merkte het amper, zo verkleumd was ze.

pasted-imageDe bedelaar liep door in zijn halve, halve rode mantel. Op het plein voor het paleis zat een koopvrouw met appels en noten. Ze had een kindje op haar schoot dat erbarmelijk klaagde. ‘Wat is er aan de hand?’vroeg de bedelaar. ‘Koopt u toch wat appels meneer,’zei de vrouw, ‘dan kan ik een dekentje kopen voor mijn kind, het kan niet slapen van de kou.’ De bedelaar wist hoe dat voelde. Hij bedacht zich geen moment en scheurde zijn stuk mantel nog een keer in tweeën. Toen het kind het warme dekentje voelde, werd het direct stil.

De bedelaar kwam langs een jongen die zat te huilen bij de brokstukken van een schaal pasted-imagemet eieren. ‘Wat is er gebeurd?’ vroeg de bedelaar.
‘Ik moest deze eieren verkopen om geld te verdienen voor mijn familie,’ snikte de jongen, ‘maar de schaal viel uit mijn handen. Ik heb nog een paar eieren over, en niets om ze in te dragen.’ De bedelaar pakte de rest van zijn mantel, scheurde er de helft af en liet de jongen zien hoe hij daar de tere eieren in kon dragen.

Met zijn laatste stukje mantel liep de bedelaar verder om de soldaat pasted-imagete zoeken. Ineens zag hij het witte paard voor de paleisdeur staan. Een oude knecht was bezig het paard te poetsen. ‘Waarom laat u de borstel steeds uit uw handen vallen?’ vroeg de bedelaar. ‘Ach, mijn handen doen pijn van het harde werken,’ zei de oude man. ‘En met deze kou voel ik helemaal niets meer.
‘Hier,’ zei de bedelaar, en scheurde zijn laatste stukje mantel in tweeën. ‘Wikkel deze warme doek om je hand. En vertel me dan waar de eigenaar van dit paard is!
‘Heer Martinus bedoelt u?’ zei de knecht, ‘Daar komt hij net aan.’

De bedelaar liep met uitgespreide armen op Martinus af en viel voor hem neer. ‘Dank u, heer, voor de mantel die u me gegeven hebt!’

‘Maar goede man, waar is hij gebleven?’ vroeg Martinus.

‘Ik … kwam een weeskind tegen …’ begon de bedelaar. Maar de oude knecht kwam ertussen: ‘Ik heb weer warme handen dankzij uw doek.’ Daar kwam de jongen aangerend en riep: ‘Al mijn eieren verkocht! Ze lagen zo mooi op het rode kleedje dat iedereen kwam kijken.’ Ook de appelvrouw kwam met haar kind zachtjes aanlopen: ‘Dank u heer, mijn kind slaapt als een roos onder de rode deken.’ Toen hoorden ze in de verte fluitspel. Het weesmeisje kwam eraan, in haar rode omslagdoek, om hem te bedanken met een liedje. De bedelaar stond met het laatste stukje mantel in zijn hand en pasted-imagedankte Martinus opnieuw: ‘Dank u, heer, dat ik eindelijk iets had om weg te geven.’

Martinus zag hoe zijn mantel heel veel mensen blij had gemaakt. De tranen sprongen hem in de ogen. Maar daar wist de bedelaar wel raad mee …

 

© 2010 tekst en illustraties Marjet de Jong

Klik hier voor meer informatie en verwerkingen over Sint Maarten op onze site.

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!