
Pelgrimeren. Ik sta – Claudia Theinert
Een jezuïet, een missiezuster, een redemptorist en een dominicanes. Hun totaal verschillende achtergronden staan die ene gelijksoortige ervaring niet in de weg: pelgrimeren is je laten meenemen, je toevertrouwen. En dat kan overal. Ook als je stilstaat in een museum.
Claudia Theinert: ‘Mijn thuis ligt in het onderweg-zijn’
Ze wilde bij een contemplatieve congregatie, maar het werden de Missiezusters dienaressen van de Heilige Geest. Ze wilde niet de verpleging in, maar het werd haar toch gevraagd. Claudia Theinert was het liefst in Nederland gebleven, maar de zusters zagen een taak voor haar op de Filipijnen. Het heeft haar veel gebracht, maar na dertig jaar kloosterleven trad ze uit. Binnenkort wordt ze geassocieerd lid van de Broeders van Maastricht. ‘Ik ga de weg, maar de weg komt ook naar mij toe. Als ik vasthoud aan mijn uitgestippelde route, mis ik het mooiste uitzicht, de waardevolste ontmoeting.’
Met ‘huiverende openheid’ verlaat Claudia Theinert steeds opnieuw haar comfortzone, om te ervaren dat ze juist daar de meest wezenlijke ervaringen opdoet. ‘Op de Filipijnen heb ik in diepe verbondenheid gewerkt met mensen die in absolute armoede leven. Na elke tegenslag staan ze op en beginnen opnieuw. Ik heb van hen geleerd dat hoop onuitputtelijk is.’
In 1997 kwam ze terug naar Nederland. Haar rugklachten maakten de verpleging te zwaar en Claudia pakte haar studie theologie weer op. Haar oude verlangen naar een beschouwend leven klopte steeds harder bij haar aan. ‘Enerzijds is mijn hart bij mensen, anderzijds heel intens bij God. Voor die relatie had ik meer ruimte nodig. Het lijkt tegengesteld maar is heel wezenlijk voor mij: hoe meer ik groei in mijn contemplatie, hoe dichter het me bij mensen brengt.’ Met pijn in het hart nam ze afscheid van haar congregatie om alleen te gaan wonen. En ze vond een baan, als geestelijk verzorger. ‘Ik weet nog niet waar deze (pelgrims)weg me zal brengen. Maar als ik hem niet zou gaan, is de kans groot dat het leven aan me voorbijtrekt. Ik moet meetrekken, elke dag opnieuw. Mijn thuis ligt in het onderweg zijn.’
Klooster 18! Pelgrimeren, blz. 77
Tekst: Kalien Blonden, Foto: Gerard Oonk