Leven als een kluizenaar – Kluizenaars allemaal?

In ieder van ons schuilt een kluizenaar. Benoît Standaert deelde zijn ervaringen als kluizenaar met ons. Korte meditaties, als wegwijzers. Nu zijn ze gebundeld.

We leren ‘kluizen’. Voor een onbeperkte tijd. Hoe doe je dat, eigenlijk? Kan een kluizenaar van beroep ons daarbij helpen? Die vraag werd me gesteld.

Ja, ik was het bijna acht volle jaren, tot een jaar geleden. Gelukkige jaren in afzondering, stilte, omgeven door bos en wilde dieren, en iedere morgen of soms ’s avonds een mis waar enkele buren met grote trouw naartoe kwamen. Wat heb ik geleerd? En kunnen anderen iets daarvan opsteken? Hoe zat mijn dag in elkaar?

Mijn dag begint in de late avond, nu en dan trek ik een opening in de nacht en vervolgens in de vroege morgen: bidden en waken, met de psalmen als basisvoedsel. Ik bad de 150 Psalmen van A tot Z, elke dag een portie van ongeveer 25 psalmen. Dat leidt tot één psalmboek per week. Als tijdens de dag de gebedssfeer zoek was, nam ik die arme psalmen extra ter hand maar soms, als ik mocht leven in Gods tegenwoordigheid, had ik vaak geen woorden, geen gebedenboeken over de hele dag… Ik toefde.

De eerste uren van de dag zijn gewijd aan licht, meditatie, lezen, de Schrift. Dat kan tot 10 uur of meer duren. Elke activiteit heeft een moment van verzadiging. Dan maar afwisselen en iets anders ter hand nemen. Een kluizenaar zou geen uurrooster moeten hebben. Een uurrooster is als een kapstok, buiten de mens. Maar de kluizenaar leeft van binnen naar buiten. Hij volgt zijn hart en heeft een innerlijk horloge. Hij is tot niets verplicht behalve tot het voortdurende gebed, dag en nacht. Dat zal maar lukken door afwisseling! Die treedt op na ieder moment van verzadiging. De activiteiten kunnen vele vormen aannemen, met de voeten, de handen, de ogen, de oren. Wandelen, tuinieren, schoonmaak, knutselen, schilderen, timmeren, het eten klaar maken. Lectio, de psalmen bidden in reeksen van drie. De stille meditatie, het Jezusgebed, een innerlijk herhalen van een gebed dat we van buiten kennen – het Onzevader, de Rozenkrans, een Eer aan God in de hoge, het Magnificat van Maria… Soms vurig en vlug, soms rustig, aandachtig en heel traag. Er is ook de pure stilte in onbeweeglijkheid, zelfs tijdens een wandeling. Plots staan en niet bewegen, geen vin! Wat zie je en hoor je en voel je allemaal niet, dankbaar verrukt!

Wat niet? Alcohol. TV. Lange gesprekken. Wat met mate? Radio, nieuwsberichten. Kan verpletterend werken als je alleen bent. Emails wel, telefoon eerder zelden. Schrijven als therapie. Een zekere gastvrijheid, beperkt maar intens.

Een kluizenaar zou de meest universele mens moeten zijn, hij is met alles bezig behalve met zichzelf. Zijn voorspraak is voortdurend en onbegrensd. Dat leren hem onder meer de psalmen. Hij bidt voor mens en dier, voor vriend en vijand zonder onderscheid, zelfs voor de slangen en virussen. De natuur rondom hem is als een parabel, een boek om te lezen, vol tekens om te ontcijferen, het wild, de vogels, de wind, de seizoenen. ‘Als de ziele luistert, spreek ge al een taal dat leeft… ’t lijzigste gefluister… ’t diep gedoken Woord zo zoet, als de ziele luistert’ (Guido Gezelle)

Je zult wel jezelf tegenkomen, met grenzen. Eten en vasten, slapen en waken, fysieke inspanning en rust, psychische grenzen en opnieuw opladen van de batterijen. Evenwichtig leven buiten en binnen. De kracht van de nacht in alle wijsheid ontdekken. ‘Je dagen zijn waard wat je nachten ervoor waren’ (oude spreuk uit Syrië). Een minimum aan een bibliotheek. Leven met weinig, leven met steeds minder, leven in dankbaarheid, in vreugde, de binnenkant van het geloof. Arm en gelaten. Vrij en innerlijk gedreven. Zonder haast. Wel creatief, met een zekere zelfspot en mildheid naar jezelf toe. In het Grieks betekent geluk: eudaimonia, een goede daimon, een stemmige demon erop na houden. Dat vergt aandacht, onderscheiding en keuzes van binnen, vanaf de vroege morgen. ‘De eerste vrienden van de kluizenaar zijn de engelen’ (Evagrius, woestijnvader). Dat zijn die goede ‘demonen’ wiens nabijheid je inroept!

Dé kluizenaar bestaat niet. Ik heb er over de vijftig in mijn leven ontmoet: geen twee gelijken op elkaar, ieder is een soort op zich, en dat betekent: je hoeft niets of niemand na te bootsen maar stel je tevreden je eigen profiel dag aan dag te scheppen. Langzaam vind je je draai in de afzondering. Eerbiedig je grenzen, klim niet te vlug de hoogte in en weet aan jezelf naar beneden een wijze limiet aan te geven. De Torah scheidt ons van de dieren en van de engelen, zeggen de rabbijnen. Wees maar een goed mens. ‘Als je een hart hebt, dan kun je gered worden’ (een woestijnvader).

Br. Benoît Standaert osb

Leven als een kluizenaar | Wijze lessen voor alledag, blz.9-12

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!