Kloosterregels

Een regel is het geheel van voorschriften in een klooster, waarnaar de bewoners moeten leven. De regel bepaalt onder meer de dagindeling, de spiritualiteit, de werkzaamheden en de manier waarop het gebouw is ingericht.

De Regel van Benedictus is door de grote verspreiding van de kloosters der benedictijnen lange tijd de kloosterregel bij uitstek geweest. Karel de Grote stelde deze regel verplicht. De meer algemeen geformuleerde Regel van Augustinus werd midden dertiende eeuw door de paus verplicht gesteld als te kiezen regel voor nieuwe kloosterorden. Onder de Regel van Augustinus verstaat men overigens feitelijk vijf verschillende teksten. Een brief over het kloosterleven bestaat zowel in een versie voor vrouwen als voor mannen. Niet alleen de augustijnen volgen deze regel. Met name de bedelorden kozen voor deze regel, met uitzondering van de franciscanen. De clarissen volgen de regel van hun stichteres Clara van Assisi, maar een aantal hieruit ontstane congregaties doet dit juist weer niet.

Kloosterregels kunnen bepalingen over allerlei aspecten van het kloosterleven betreffen. Een basisgegeven zijn de evangelische raden, de oproep om te leven in gehoorzaamheid, kuisheid en armoede. Met name vindt men er regelingen voor de gebedstijden, specifiek voor het getijdengebed, inclusief het aantal en soms zelfs de keuze van de te bidden psalmen. Ook het noviciaat, de gang van zaken bij de maaltijden, de te verrichten werkzaamheden, voorschriften voor geestelijke lectuur en meditatie, de verdeling van taken en speciaal de rol van de abt of andere overste kunnen erin worden besproken.

Aan een kloosterregel werden naargelang de precieze inhoud van de betreffende regel en de gewenste strengheid bij de navolging ervan vaak constituties toegevoegd die meer gedetailleerde regelingen bevatten voor de dagelijkse gang van zaken in een klooster. Deze specifieke documenten beschrijven het vereiste gedrag, de houding en de spiritualiteit. (Wikipedia)

Op de website van de Konferentie Nederlandse Religieuzen is een mooi overzicht van de regels te vinden.

De regel van Pachomius
Pachomius leefde van circa 287 tot 346 of 347. Zijn regel is de eerste in zijn soort van monniken die zich aaneengesloten tot een gemeenschap met een gemeenschappelijke leef- en gebedsruimte, met gelijkvormigheid in kleding en voedsel, en met één bepaalde spiritualiteit onder hetzelfde gezag. Als abt van het door hem rond 320 gebouwde klooster te Tabennisi (Opper-Egypte) heeft Pachomius door zijn klooster regel grote invloed uitgeoefend op de traditie van het latere monnikenleven in het Oosten en het Westen.

De regels van Basilius
Basilius werd in 330 in Caesarea in Cappadocië geboren, werd in 370 bisschop in zijn geboortestad en overleed aldaar in 379. In de regels voor het monnikenleven legde hij de nadruk op leven in een gemeenschap, op het liturgisch gebed en op handenarbeid. Binnen de regel kregen de monniken ruimte voor armenzorg en verpleging in zieken- en gasthuizen. Door de grote aandacht voor contemplatie beoogde Basilius een al te sterk activisme bij de monniken te voorkomen. Deze regels voor het monnikenleven worden nu nog door monniken in het Oosten onderhouden. De moderne katholieke kloostergemeenschap van ‘Fraternité de Jerusalem’ (St.-Gervais te Parijs) is gebaseerd op deze regels.

De regel van Augustinus
Augustinus (354-430), bisschop van Hippo, woonde met meerdere geestelijken samen in een soort kloostergemeenschap voor een leven van gebed, armoede, studie en zielzorg. De regel, uit zijn geschriften samengesteld, diende later als richtsnoer voor geestelijken die in een gemeenschap leefden. Hieruit ontstonden gemeenschappen van reguliere kanunniken, zoals norbertijnen en kruisheren. Ook sommige bedelorden, onder meer de augustijnen en dominicanen, namen de regel van Augustinus over.

De regel van Benedictus
Benedictus van Nurcia (+ 480-547), abt, stichter van de orde van de benedictijnen, heeft voor het schrijven van zijn regel waarschijnlijk op selectieve en creatieve wijze gebruik gemaakt van een anonieme regel, de zogeheten ‘Regula Magistri’. Zijn voornaamste bron vormde echter de bijbel, waarop hij steeds teruggreep. In zijn regel staat het zoeken naar God centraal. Door de regel leert de monnik steeds bewust in Gods tegenwoordigheid te leven zowel bij gebed als bij handenarbeid en studie. Hij zal in zijn ambt en zijn medebroeders God ontmoeten. Ten aanzien van de gasten, onder wie de armen, leert de regel: ‘Alle gasten die aankomen moeten worden ontvangen als Christus zelf, want Hij zal eens zeggen: “Ik kwam als gast en gij hebt Mij opgenomen”. (Regel hfst.53). het voornaamste kenmerk van de regel is de stabilitas loci, de verplichting om levenslang in het zelfde klooster te blijven. De regel kent geen onderscheid tussen clerici en lekenbroeders.

De regel van Franciscus
In zijn leefregel voor zijn volgelingen gaf Franciscus (1181-1226) vorm aan een nieuw type van ascetisch leven, dat afweek van het oudere monnikenleven, waarbij de monnik feodaal gebonden was aan de plaats. Franciscus realiseerde voor de bedelmonnik de armoede als een ongebonden-zijn aan enig aards bezit, individueel of gemeenschappelijk.

Afbeelding: St. Benedictus geeft zijn Regel aan St. Maurus en andere monniken van zijn orde in Frankrijk, Monastère de St. Gilles, Nimes, 1129

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!