
Kloosterlingen over eenvoud: Adriaan Lenglet osb
‘Eenvoud verwijst naar de eenheid van God’
Ad Lenglet (1946) woont sinds zijn achttiende in de Sint-Benedictusabdij in Zuid-Limburg. De laatste 23 jaar is hij abt van dit bijzondere klooster, dat bekendheid verwierf door de sobere, minimalistische architectuur van Dom Hans van der Laan, die in jaren zestig onder andere de abdijkerk ontwierp. Maar Ad Lenglet waarschuwt: ‘Dit klooster wil geen “Van der Laan-museum” zijn. Het is maar een vorm, een poging het wezenlijke van de architectuur in stenen uit te drukken, en zo een wezenlijk kloosterleven mogelijk te maken.’
Benedictus vond: de dingen moeten zijn wat ze zijn. Het had het motto van Van der Laan kunnen zijn. Ruimtes, ontdaan van alle praktische functionaliteit, teruggebracht tot de essentie. Maar een groot deel van het klooster werd veel eerder ontworpen door de Duitse architect Dominicus Böhm. ‘Zijn architectuur’, zegt Ad Lenglet, ‘laat zich makkelijker bewonen. Böhms stijl is romantischer en symbolisch en biedt meer houvast door zijn vormen en kleuren. Bij Van der Laan verwijzen de dingen alleen naar zichzelf. Het vergt oefening daarin te wonen, want het is een confrontatie met onze gehechtheid aan dingen die we denken nodig te hebben, onze neiging er iets van onszelf aan toe te voegen. Een confrontatie met de vraag: wie ben ik wezenlijk, wie is God, wie is mijn medemens? Eenvoud, enkelvoudigheid, ligt in de schepping besloten. Die komt voort uit en verwijst naar de Eenheid van God. Wij mensen zijn altijd op zoek naar die eenheid waaruit we geboren zijn, paradise lost. We proberen die eenheid te herscheppen, de een in muziek, een ander in tekst of in het ontwerpen van een gebouw. Ik als monnik door mijn verlangen te leven binnen de eenheid en eenvoud van het Licht van God.’
Dit artikel verscheen in Klooster nr. 8
Foto: Marte Visser Photography