Ga naar hoofdinhoud

Wij bereiden – Frater Wilfried van der Poll

In de kloosterkeuken de maaltijd bereiden, soms sober en soms met vijf gangen. In de refter gezamenlijk eten, soms in stilte en soms met gesprekken. Maar één ding is zeker kloosterlingen koken en eten met smaak en aandacht.

‘Als het maar goed loopt in de keuken, de koffie-kamer en de kapel’

Het fraterhuis St. Jozef in de Bilt, oorspronkelijk van de Fraters van Utrecht, is in 2021 verkocht aan de Lenferink-groep uit Zwolle, die ook voor een zorgaanbieder heeft gezorgd. Inmiddels wonen er medische missiezusters, augustinessen, paters en niet-religieuzen. Frater Wilfried van der Poll is de overste van de zes fraters die nog in het fraterhuis wonen. ‘Het eerste wat we zeiden tegen de zorgaanbieder was: we willen zo lang mogelijk het kloosterlijke in huis vasthouden. Dat betekent dat we ons gezamenlijk aan een dagorde houden en dat we gezamenlijk eten, niet op onze kamers.’

Frater Wilfried was in 1968, na een opleiding tot banketbakker, de laatste jongeman die bij de Fraters van Utrecht is ingetreden. ‘Na mij is niemand meer ingetreden’, vertelt hij. ‘We hebben geaccepteerd dat het zo goed is. We hebben op tijd de bakens verzet door ook anderen hier te laten wonen en zo kan de kloosterlijke sfeer in leven gehouden worden.’ Inmiddels wonen er 42 mensen in het St. Jozefhuis. Iedere avond is er een viering in de kapel, een eucharistieviering of een getijdengebed, waarin enkele bewoners voorgaan.

‘Het is een heel gemengd gezelschap hier’, zegt frater Wilfried. ‘Het behouden van een kloosterlijke sfeer lukt ons goed, tot op zekere hoogte althans, want door de hoge leeftijden in de gemeenschap kan niet iedereen meer een gelijke inbreng hebben. Dit vraagt dat er ook nieuwe bewoners komen die nog iets kunnen bijdragen aan de leefbaarheid van de gemeenschap. De mensen die hier binnenkomen zoeken allereerst een goede verzorging, maar hebben allemaal een religieuze inspiratie. En ze brengen ook weer nieuwe verhalen met zich mee. Dat is verfrissend!’

Frater Wilfried grinnikt even. ‘Toen de fraters nog zelf kookten, zei een van hen dat hij kon koken wat hij wilde, maar dat het slagen van de maaltijd wordt bepaald door de mensen die aan tafel zitten’, lacht hij. ‘Als er chagrijnige mensen aan tafel zitten, is het eten ook gelijk minder lekker. Ik hoorde eens een overste uit Amsterdam zeggen: er zijn drie K’s belangrijk in een religieuze gemeenschap. Als het maar goed loopt in keuken, koffiekamer en kapel, dan komt de rest ook wel goed… Ja, het samen eten en vooral het ontmoeten bij de koffie én in de kapel, dat is echt een drieslag waar het religieuze leven op staat.’

Uit Klooster! 25 Aan tafel, blz. 80-81
Foto: Rogier Veldman

 

Boeken

Paus Franciscus – Hoop laat je nooit in de steek – als pelgrim onderweg