Ga naar hoofdinhoud

Ik laat los: Paulus van Bavel ocso

Ook in het kloosterleven loopt men op tegen verdriet, ergernissen, ziekte, depressiviteit. Vier kloosterlingen vertellen: over het omarmen van de gebrokenheid, over verstillen, leren loslaten en juist daarin jezelf ontdekken. 

‘Een lofzang als ik droevig ben, een smeekpsalm als ik blij ben…’

Dagelijks wandelt cisterciënzer broeder Paulus van Bavel langs de zee. Hij woonde eerder in abdijen in Zundert en Diepenveen, maar het kleine klooster op Schiermonnikoog is echt zijn thuis geworden: ‘Door de grootsheid van die enorme zee, heb ik mijn eigen nietigheid leren ontdekken. Die nietigheid, kleinheid, mag ik ontvangen. Ik kan mijn opgeblazenheid, mijn ego, daar loslaten. Ik kan weer kind zijn. Gewoon zijn wie ik ben, niets meer. En dat kan ik alleen omdat ik me op deze plek gedragen weet door God.’

Dat besef komt ook ieder jaar op Aswoensdag: ‘Ook dan gaat het eigenlijk over die geweldige nietigheid: Stof zijt gij, en tot stof zult gij wederkeren. We zijn maar gewoon een stofje in het hele heelal. Nee, het hoeft niet altijd meer en meer. Het mag soms ook juist wat minder. De liturgie in de veertigdagentijd is daarbij een handreiking: alles is soberder, verstild. Het hele leven van Christus komt samen in die veertig dagen. We mogen in stilte meeleven met zijn leven en lijden. En juist dán komt de donkere kant, de beproeving in onszelf, ook sneller naar boven.’

In de kleine kapel van het klooster op Schiermonnikoog laten de broeders nu na het zingen van de psalmen vaak een stilte vallen. ‘Daardoor kunnen de teksten dieper indalen’, legt broeder Paulus uit. ‘De psalmen worden teruggekaatst naar mijn ziel, mijn hart. Een open hart staat open voor alles wat God die dag brengt. Natuurlijk, soms zingen we een lofzang als ik me droevig voel. Of een smeekpsalm terwijl ik juist blij ben. Maar dat laat me juist beseffen dat het állemaal, al die emoties, bij een mensenleven hoort.’

Als het hart vol is met andere dingen, leven we daar makkelijker langs, zegt broeder Paulus met een lichte zucht. ‘Het is een groot tekort dat in deze tijd alles maar steeds zo moet blinken. Er is zoveel verdriet, veel tekort. Daar zouden we meer over moeten spreken. Juist in de veertig dagen voel ik me veel meer christen. Dat komt omdat er dan aandacht is voor het geheel van het leven. En vervolgens ervaar ik Pasen ook echt als nieuw leven. Het uitjubelen in de Paasnacht, dat doet wat met een mens!’

Uit: Klooster! 22 Beproeving
bladzijde 75
Tekst: Marian de Heer
Foto: Gerard Oonk

 

Boeken

Paus Franciscus – Hoop laat je nooit in de steek – als pelgrim onderweg