Ga naar hoofdinhoud

Ik laat los: Marijke Brouwer osc

Ook in het kloosterleven loopt men op tegen verdriet, ergernissen, ziekte, depressiviteit. Vier kloosterlingen vertellen: over het omarmen van de gebrokenheid, over verstillen, leren loslaten en juist daarin jezelf ontdekken. 

‘Ik zou ook wel eens op retraite willen’

‘Ik zou ook wel eens op retraite willen’, verzucht zuster Marijke Brouwer soms. De retraitegasten in het clarissenklooster in Megen kijken dan verrast op. Is het leven in een klooster dan niet altijd rustig en ontspannend, zoals zij ervaren in het gastenhuis? Nee, vertelt zuster Marijke dan. ‘Het leven in een klooster is hard werken. En als je hier woont, is dit echt je leven. Het gaat áltijd door.’

Toen zuster Marijke net novice was geworden, was dat dagritme juist een uitdaging. ‘Aan het begin dacht ik wel eens: jemig, daar gaan we weer. Dan had ik nog helemaal geen zin om te eten. Of ik wilde eens uitslapen. Ik heb toen wel geleerd dat het goed is om daarmee te stoeien, zodat het echt kan ingroeien in je leven. Het dagritme heeft soms nadelen, maar in tijden van beproeving is het juist een houvast.’

Toen zuster Marijke net in het klooster was, vertelde de novicemeesteres haar al: ‘Als jij je ergert aan iemand, ligt dat vaak eerder aan jou dan aan de ander.’ Dat bleek een rake uitspraak, ontdekte zuster Marijke. ‘Ik heb hier geleerd om eerst stil te staan, te ontdekken waarom iets mij zo raakt. Vaak is dat dan iets van vroeger. Daar kon ik dan van leren, iets verwerken. Want je kunt dingen wel wegstoppen, maar van binnen gaat het gewoon door. We slaan vanalles op in ons lichaam, en dat nemen we mee. Hier in het klooster, waar we minder afleiding hebben, komt dat sneller weer naar boven. We leven dicht bij ons hart.’

Daarbij heeft ze een treffende vergelijking: ‘We leven hier in een soort snelkookpan. We merken dingen snel op omdat we zoveel stil zijn. Dingen gaan letterlijk sneller koken. Het is niet perse dat we ons meer ergeren of vaker boos zijn, maar we merken het in de stilte sneller op. Overigens is die stilte soms ook een beproeving. Ik ben ook wel eens een stuiterbal. Dan zeg ik: “God, dit is alles wat ik kan geven op het moment.” Het was bijzonder om dát de eerste jaren hier te mogen ontdekken: je mag zijn en worden wie je bent, met je mooie én moeilijke kanten.’

Uit: Klooster! 22 Beproeving
bladzijde 77
Tekst: Marian de Heer
Foto: Gerard Oonk

 

Boeken

Paus Franciscus – Hoop laat je nooit in de steek – als pelgrim onderweg