Ook in het kloosterleven loopt men op tegen verdriet, ergernissen, ziekte, depressiviteit. Vier kloosterlingen vertellen: over het omarmen van de gebrokenheid, over verstillen, leren loslaten en juist daarin jezelf ontdekken.
‘Je moet er dwars doorheen, door alle woeden en teleurstelling’
‘Een echte beproeving komt altijd op je af, die organiseer je niet zelf’, aldus zuster Benedict Thissen uit abdij Koningsoord bij Oosterbeek. ‘Pijn is een wezenlijk onderdeel van het leven. En in een communiteit zoals de onze heb je weinig ontsnappingsmogelijkheden, minder dan wanneer je alleen woont of in een gezin. Je loopt sneller tegen jezelf op. En tegen de muren.’
Haar eigen periode van beproeving kwam nadat zij als abdis de gemeenschap van Berkel-Enschot naar Oosterbeek had geleid. Na deze lange, intensieve en drukke periode kon ze haar plek in de gemeenschap niet goed meer vinden: ‘Het was geen kwade wil, maar onvermogen. Ik had zo lang in een doe-modus gezeten. Er was geen energie meer over en ik kwam niet meer bij mezelf. Ik deed er veel moeite voor, door te bidden. Ik had tijd genoeg voor meditatie, maar het was niet stil in mezelf.’
Toen zuster Benedict de vraag kreeg om tijdelijk te helpen in een communiteit in Frankrijk, was ze opgelucht. Maar ook daarna kon ze nog niet terug. Ze bracht deze tijd door in een Ierse communiteit, in de buurt van haar geestelijk begeleider. ‘Nu achteraf ben ik er dankbaar voor, maar op het moment zelf kwamen er emoties naar boven waarvan ik niet wist dat ik ze had: radeloosheid, droefheid, depressiviteit. Die emoties groeiden steeds meer, het werd erger. Maar je groeit er óók door. Je moet er dwars doorheen, door alle woede en teleurstelling.’ Sinds een paar maanden is zuster Benedict weer terug in abdij Koningsoord, waar ze de gastenzuster is: ‘Ik start nu weer opnieuw en daar heb ik altijd naar verlangd.’
‘Het heeft er allemaal bij gehoord. Het gaat in de kern om gebrokenheid. Dat is er nu eenmaal. Het was een heling, heling van de gebrokenheid. Die gebrokenheid is niet veroorzaakt, maar ingeboren. Daar zit eigenlijk een opdracht voor iedereen in: we moeten meer héél worden. En daar hoort álles bij, ook de gebrokenheid. Want je kunt wel tijdelijk een schijnvolheid opbouwen, maar die brokkelt af. Daarom is het belangrijk dat we altijd blijven krabben aan onze illusies. Zonder beproevingen groeien we niet. In het volmaakte zit immers geen leven.’
Uit: Klooster! 22 Beproeving
bladzijde 81
Tekst: Marian de Heer
Foto: Gerard Oonk