Ga naar hoofdinhoud

Ik doe: Frater Niek Hanckmann

Een pelgrimstocht bij zonsopkomst, een uur stille tijd voor je werk begint, een gesprekje in het gastenhuis, en aan het einde van de dag je werk nog niet af? Dan komt het morgen wel. Een kijkje in het dagelijkse leven binnen én buiten de kloostermuren. 

Frater Niek Hanckmann: ‘Als ik er iets mee moet, krijg ik het morgen wel weer terug’

‘Bidden doe je niet alleen als je in de kapel zit’, zo begint Niek Hanckmann, frater van Tilburg en werkzaam als leerlingbegeleider op Gymnasium Beekvliet te Sint-Michielsgestel. Hij citeert de 17e-eeuwse Sint Vincentius, patroonheilige van de fraters van Tilburg: ‘Als je in de kapel zit, en er wordt aangebeld, wat is dan belangrijk? Maak je je gebed eerst af? Nee, aldus Vincentius, je kunt dan met een gerust hart de kapel verlaten. Hij noemde dat: God om God verlaten. Het bidden én het dienen van de medemens zijn zo hetzelfde, allebei dienst voor God.’

Niek verwijst naar Matteüs 25: ‘Alles wat je voor één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan. Zo kijken wij naar de medemens – voor wie we werken – alsof dat Christus is. In het onderwijs is de verhouding van nature vaak omgekeerd, een positie waarbij je eigenlijk boven de ander staat. Maar wat Vincentius ons leert is: hoe kan ik dat doen zodanig dat ik de ander opbouw? Dat ik de ander verhef, en meer mens maak…’

Deze levenswijze vraagt om oefening en gebed. Niek legt uit: ‘Als je in deze spiritualiteit gevormd wordt, ga je vanzelf dieper kijken hoe Jezus in de evangeliën met mensen omgaat. Het is de kunst om een leerling niet te zien als iemand die ik iets moet leren, maar als iemand die een appel op mij doet. Je kunt letterlijk vragen: wat heb je nodig? Veel vaker merk je het in de omgang, een opdracht tussen de regels door, zoals het gezien worden, de bevestiging dat je goed genoeg bent, überhaupt het idee dat er zoiets bestaat als goed genoeg. Leerlingen denken altijd dat het beter moet…’

‘Ook ik kom soms weinig toe aan eigen meditatie’, geeft Niek toe. ‘Dan moet ik ook weer beseffen: het is goed genoeg zo. Als ik niet bij de vespers kan zijn, probeer ik me bewust te zijn: mijn gemeenschap gaat nu de kapel in. Zo neem ik het ritme mee, ook al lukt het me niet om deel te nemen. En in de dagsluiting sta ik altijd stil bij wat nog niet af is: ik geef het terug aan God. Afstand nemen, om toch ook fatsoenlijk te kunnen slapen. En ik vertrouw erop: als ik er iets mee moet, krijg ik het morgen wel weer terug.’

Uit Klooster! 24 Dag en nacht bladzijde 80-81
Tekst: Marian de Heer
Foto: Gerard Oonk

 

Boeken

Paus Franciscus – Hoop laat je nooit in de steek – als pelgrim onderweg