Klooster! Reizen

Het nieuwe nummer van Klooster! bevat een Reisgids voor een spirituele zomer. Liesbeth Eugelink schrijft in de inleiding:

Deze inleiding schrijf ik aan de vooravond van mijn vertrek naar Santiago. Als dit nummer van Klooster! verschijnt, ben ik daar, waar ik in mijn hoofd al ben: op de pelgrimspaden in Noord-Spanje, van Bilbao naar Santiago, over de kustroute. Verbeelding heb ik daar niet voor nodig, want vorig jaar liep ik daar ook al een kleine week. Van Irun naar Bilbao. Door groen Baskenland, over Spaans vlak met een stijgingspercentage van tien procent. Het zijn de herinneringen aan die paden die nu telkens opkomen, vooral als ik weer aan de wandel ben, ook al is dat in een heel andere omgeving; de rivier, het bos, de heide rond Nijmegen en omgeving.

De camino staat in mijn geheugen gegrift. Een bocht in de weg, een landweg die een dorpje uitslingert, een pad dat het bos induikt, een kruising met kruisbeeld, een viaduct over een drukke weg; de plekken doen automatisch denken aan al die andere landweggetjes, bospaden, kruispunten en viaducten waar ik over liep. En met de herinnering aan een bepaald uitzicht of punt op de weg, ontvouwt zich ook weer die hele dag aan me; de plakkerige warmte of de hitte die van het asfalt ‘afslaat’, de aankomst bij de jeugdherberg, het uitzicht in de vroege ochtend, als ik vanaf de heuvelrand een laatste blik werp op het stadje waar ik overnacht had, de nevel boven de zee vlak voordat ik het binnenland induik.

De vele buen camino’s die me ten deel vallen; van die vrachtwagenchauffeur leunend vanuit zijn cabine, van de twee vriendelijke werklieden, achteloos groetend na de koffie, van de vrijwilligers in het pelgrimshuis. Je bent onderdeel van het dagelijks leven, maar je bent tegelijkertijd met iets anders bezig. De mensen die je onderweg ontmoet, weten dat – zelfs zonder Sint-Jakobs-schelp word je als pelgrim onmiddellijk herkend. Ze helpen je, groeten je, wijzen je de weg, geven je water, laten je plaatsnemen op het bankje voor hun huis.

En dan zijn er nog alle ontmoetingen met de medepelgrims, vluchtig, of gedurende een paar dagen omdat je het pad in hetzelfde tempo aflegt. De jongen die verwoede pogingen onderneemt om de tocht per fiets af te leggen, wat hij, zo blijkt als je hem ’s avonds weer treft, al snel opgegeven heeft. De muzikant in wiens huis je mag crashen, omdat de jeugdherberg vol is. De Amerikaanse docente Spaans, afkomstig uit Idaho en bijna verdwaald in de heuvels van Baskenland, maar die de route toch maar mooi heeft uitgelopen, getuige de foto die ze vier weken later opstuurt. De Zwitserse dame op leeftijd die je meetroont naar de prachtige basiliek, de Santa Maria Begona Bilbao, vóórdat je de lange trappen afdaalt naar de oude stad. Het beeld dat me daar altijd van zal bijblijven: drie wielrenners die in hun wielrenkloffie even komen binnenlopen, hun vingers kort in het wijwater dopen, een kruis slaan, naar het altaar lopen en daarna weer hup op de fiets springen. Geloof als een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks leven.

Is het stil in je hoofd tijdens het lopen? Ja en nee. In het begin zeker niet. Dan maalt je hoofd des te steviger door, aangedreven lijkt het wel door de beweging van het lopen. Later op de dag ben je gewoon te moe om je nog ergens druk over te maken. En is je hoofd gevuld met talloze nieuwe indrukken. Maar de meest enerverende sensatie is de sensatie die Thomas Hontelez ook beschrijft in Wandelen naar wijsheid en waar binnen- en buitenwereld met elkaar gaan samenvallen; de buitenwereld reflecteert je binnenwereld en je binnenwereld wordt zo groot als het landschap waar je doorheen loopt. Of dat nu flow is, pure endorfine of een religieuze ervaring. Het is in ieder geval het moment waarop je je volledig vrij voelt en tegelijkertijd volkomen deel uitmaakt van de wereld. Dat ervaar je niet continu, maar zeker wel een paar keer per week. Alleen al vanwege die met niets te vergelijken ervaring ‘moet’ iedereen zeker één keer in zijn leven een pelgrimstocht maken.

Ik loop de camino niet omdat ik ergens mee ‘zit’ – wel steek ik een kaarsje op voor mijn vader als ik in Santiago ben –, maar omdat ik dit pad al heel, heel erg lang wil open.
Al 28 jaar om precies te zijn, sinds ik met Interrail een rondreis maakte door Spanje en Portugal, die begon in Santiago. Het uitzicht op de kathedraal vergeet ik nooit. Net zomin als de sfeer in de stad die tegelijkertijd ingetogen en uitgelaten is. Uitgelaten: we hebben het gehaald! En ingetogen: we hebben het gehaald, wat een oefening in nederigheid.

En nu is het ineens werkelijk zo ver. Een hele maand maar liefst ga ik op pad! Zo lang ben ik na mijn afstuderen niet meer weggeweest. Er wordt getraind, want 750 kilometer is best ver en een maand achter elkaar lopen is best lang. Pelgrimeren mag dan wel een sterke metaforische betekenis hebben, maar dat gaat vanzelf – na een paar uur lopen krijgt elk kruispunt een diepere betekenis, net zoals klimmen, dalen, volhouden, je bestemming bereiken, stoppen rusten, eten en drinken, geladen wordt met betekenissen. Het is ook gewoon een fysieke inspanning, die z’n tol eist en voorbereiding vergt.

Dit is waar ík naar uitzie deze zomer. Maar waar kun je nog meer heen in de zomer als je stilte, verdieping, de spirituele ervaring zoekt? Als je niet naar een vakantiepark of een van de vele festivals wilt? Als je niet op het strand wilt liggen en niet aan de Vierdaagse mee wilt doen? Als je de natuur in wilt, maar niet in ganzenpas? Als je niet weg kunt of liever thuisblijft om te lezen? Als je mensen wilt ontmoeten, maar niet al dansend en drinkend?

In deze spirituele ‘reisgids’ staan kerken, kapellen en bedevaartsoorden; stiltewandelingen, pelgrimspaden en labyrintwandelingen, en stilteboeken en stilteretraites. Om kort of lang weg te zijn, alleen of samen te zijn, om onderweg of op één plek te zijn. Om dichterbij God of dichterbij de ander te komen. Door te bewegen of juist door alles stil te zitten. In Nederland en een enkele keer over de grens. Die plekken zijn er, en het zijn er meer dan genoeg voor een zomer vol stilte.

Foto: Peter Beemsterboer