Klooster ABC

Bij een klooster ABC denk je misschien aan de A van abt, de B van bidden en de S van sandalen. Maria van Mierlo doet het anders. En zo wordt dit ABC een compacte inleiding in het spirituele leven. Met de A van ‘de ander’.

Ander

Het eerste wat je tegenkomt in een klooster is de ander. Ook die koos voor dit pad. Deze mens wordt jouw tochtgenoot. In deze mens ga je jezelf tegenkomen. Of je dat nu wilt of niet.

Bekoring

De anderen, het werk, het gebed, de gasten. Bij alles is er die keuze: leef je in vrede met de mensen en alles wat moet gebeuren? Of word je nog bekoord door woede, luiheid, wrok? Elke dag, elk uur biedt je de kans om te kiezen voor het goede.

Contemplatie

Je zondert je af en gaat de stilte in. Daar open je jezelf tot in het binnenste van je hart, voor God, om zo stil en diep mogelijk bij Hem te kunnen zijn. Dat is: contempleren.

Dagorde

Zeg maar: het bidschema. Het aantal keren dat een gemeenschap samen het getijdengebed bidt, verschilt per orde en daarbinnen soms zelfs per communiteit. Soms twee of drie keer per dag, soms zeven keer per etmaal, met nachtwake en al.

Eenvoud

De vertaling van het Latijnse simplicitas: sine plex, dus zonder complexiteit, zonder in-gewikkeldheid. Niet meer geplooid en gevouwen zijn, maar enkelvoudig: een-voudig. Een eenvoudig mens is iemand die zich nergens meer achter verbergt, maar zichzelf is, open en zonder maskers. Een kloosterling streeft naar deze authenticiteit.

Feest

Je hebt de grote kerkelijke feestdagen, die iedereen wel kent van de vrije dagen eromheen. En er zijn de vergeten feesten van onze grootouders, of de naamdagen van heiligen; het kerkelijk jaar hangt van feesten aan elkaar. In veel kloosters wordt nog altijd stilgestaan bij al die momenten en heiligen. Het leven mag gevierd worden. Dag in dag uit.

God

God is overal. Ook in een klooster? Ja, ook in een klooster. Het verschil met de wereld buiten de muren is dat God als de belangrijkste Aanwezige beschouwd wordt. Alleen door Hem, met Hem en in Hem wordt een mensenleven binnen de muren een waarachtig kloosterleven. Monnik zijn kan prima zonder habijt, zonder nachtwake en zonder kaarsen – maar nooit zonder God. Een klooster zonder God is een woongroep.

Heiligheid

Heiligheid is voor iedereen weggelegd. (Ja, ook voor jou.) Als je het idee maar loslaat dat alleen heiligen heilig zijn. Het leven en alle dingen zijn heilig. De (klooster)kunst is om daadwerkelijk zo te leven: alsof alles heilig is. Of het nu de beker tijdens het avondmaal is, of die bezem in de schuur.

Ik

Ik wil het klooster in’ is een fout zinnetje, want het begint met ik en wil, zei een wijze oude monnik. Het gaat niet om het ‘ik’. Maar om je ego los te kunnen laten moet je toch echt eerst weten wie je bent. Dit is misschien wel de grootste paradox van het kloosterleven.

Ja-zeggen

Net als elke andere relatie vraagt een relatie met God een dagelijks ja-zeggen. Ja tegen je roeping, ja tegen het besluit om in te treden en ja tegen alle consequenties ervan. En ja-zeggen is meer dan ‘geen nee zeggen’. Het is een levenshouding, waarbij je van binnen instemt met wat er allemaal gebeurt.

Kneden

De mens wordt gekneed in het klooster, er wordt aan hem geschuurd, getrokken en geduwd – en de ware monnik láát zich kneden; beweegt mee in wat gevraagd wordt en wordt zo omgevormd als mens. Dat komt ervan, als je ja zegt.

Liefde

Amor vincit omnia – de liefde overwint alles. Maar niet zoals een ridder op een paard zijn tegenstanders overwint. Het overwinnen van de liefde is een vorm van ‘er zijn’, hoe dan ook. Zoals de zee er altijd is. Zelfs na de grootste storm is de zee nog steeds de zee. Op die manier is en blijft de liefde altijd de liefde. Niet te overwinnen. Idealiter is liefde de drijfveer onder een monastiek leven.

Mus

‘Wat is het belangrijkste moment van je leven’, vroegen ze de abt. De abt antwoordde: ‘Dit moment.’ En alles stond stil. Tja, als je niet dit moment doet waar je voor staat, wat heeft het dan voor nut om de mond vol te hebben van ‘waar je voor staat’. Doe het, nu! En maak je geen zorgen over morgen. Dat doen de mussen ook niet.

Nederigheid

De ander hoger achten dan jezelf, maar zonder kruiperig te worden. Tussen de mensen willen staan, beschikbaar zijn en toch in balans blijven met jezelf. Wie op de goede manier nederig is, is bereid om een ander te dienen en stelt zijn eigen belang niet voor het belang van de gemeenschap.

Orde

Augustijnen, benedictijnen, clarissen, dominicanen, franciscanen, jezuïeten, karmelieten, maristen, norbertijnen, ursulinen … van de kloosterordes is een afzonderlijk alfabet te maken. God is hierbij natuurlijk grootste gemene deler. Het verschil zit ‘m vooral in de vorm van leven. Leden van werkende ordes hebben taken in de wereld, bij beschouwende ordes is bidden het werk.

Pelgrim

Uiteindelijk is elke mens een pelgrim, ook en misschien wel juist de ingetreden kloosterling. Het leven als pelgrimstocht is een prachtig beeld. Zo’n tocht vol kuilen en gaten in de weg, vol prachtige vergezichten en bossen om in te verdwalen, vol ontmoetingen, rustplaatsen om weer op kracht te komen en lege woestijnen. Doorgaan. Onderweg zijn. Naar God. Met God.

Queeste

Denk niet dat je er bent met op weg gaan en blijven lopen. Een kloosterleven is een queeste: een zoektocht met het karakter van een levenstaak. Een lange reis met de wijsheid als gedroomde plaats van aankomst. Het woord queeste is verwant met quaestio, dat onderzoek betekent. Vragen stellen, antwoorden vinden. Zijn kloosters niet vanouds oorden van kennis en wetenschap?

Regel

Zomaar onderling wat goede afspraken maken, maakt een leefgemeenschap nog niet tot monastieke communiteit. Het is de kloosterregel waaronder je leeft, die het leven tot kloosterleven maakt. Er zijn veel Regels geschreven. Die van Augustinus en Benedictus zijn heel bekend, maar ook Pachomius, Basilius, Johannes Cassianus en Franciscus schreven een regel. En de Exercities van Ignatius van Loyola zijn weer bron van inspiratie voor jezuïeten. Zo heeft elke orde zijn eigen aard en richting.

Stilte

Woorden over stilte – kan dat wel?
Zou hier niet eigenlijk ‘ssst’ moeten staan, en verder niets? Goed, wees maar eens stil dan. Voel je voeten, gewoon nu, terwijl je dit leest. Haal diep adem. Voel je de luchtje longen binnenstromen? Wat let je, om daar even stil van te worden. Al duurt het maar een ademtocht. Sssht …

Trouw

Een leven lang ja-zeggen (of dat willen doen) gaat niet van een leien dakje. Want er zijn talloze momenten waarop het moeilijk is, waarop je het niet eens bent met beslissingen, momenten waarop je je medezusters of -broeders wel achter het behang kunt plakken. Dan toch trouw blijven, aan je gelofte, aan dit leven, aan deze mensen en daarmee aan God.

Uittreden

Het is niet iedereen gegeven om het kloosterleven vol te houden. Uittreden is geen lichte stap, er gaat veel overleg en bezinning aan vooraf. Maar Cassianus zegt: ‘Het herzien van een belofte waaraan gebreken kleven is niet als een tekort aan standvastigheid te beschouwen, maar als een verbetering van de lichtzinnigheid.’

Vriendschap

Het is goed om alle mensen lief te hebben, maar we hoeven niet met iedereen bevriend te zijn. In een vriendschap is er een gedeelde belangstelling voor alles wat je belangrijk vindt, een onderlinge genegenheid, en een houding van welwillendheid. Elkaar graag gelukkig zien. Zoiets.

Werk

Ora et labora – bid en werk. Hak hout, haal water. Doe wat gedaan moet worden, leef van het werk van je handen. Of je nu buiten de muren ergens lesgeeft, of binnen de muren in een boekbinderij werkt, ware spiritualiteit staat altijd met de voeten in de aardse realiteit. Aan de arbeid! Anders gaat een mens maar zweven.

Xristos

De X is de Griekse ch (chi), de beginletter van Christus, de gezalfde, de Messias. Samen met de Griekse P (rho) vormt hij het Christusmonogram. Dat wordt gebruikt om Jezus mee aan te duiden. Het christogram XP – dat dus eigenlijk gewoon ‘Chr’ betekent – zie je vaak op de paaskaars staan, tussen alfa en omega in. Jezus XP als centrum van het bestaan, als verbinder tussen oudheid en heden, oost en west, mens en God.

Yoga

Yoga en transcendente meditatie, boeddhisme, zen … oost en west hebben elkaar over en weer veel te bieden. Wij in het westen zijn gaan zien dat het niet alleen om bidden en geest gaat, maar dat we ook een lichaam hebben. Dat het uitmaakt hoe je zit, als je mediteert. Dat je je lijf soepel en lenig kunt maken en dat dit invloed heeft op je geest en gezondheid. En een kloosterling zou zeggen: op je gebedsleven. Zo kunnen de oude tradities elkaar verrijken en samen misschien zelfs de eenheid illustreren onder mensen wereldwijd.

Zegening

De inwerking van een geslaagd kloosterleven op de mens is zacht en zoet. Je bent tevreden, uiteindelijk. Je leeft in vrede met het leven zoals het is, zonder te verlangen naar wat het niet is. Het goede nieuws is dat dit voor iedereen is weggelegd, want deze zegening overstijgt kloostermuren. Niet elke kloosterling vindt haar, en in de wereld zijn genoeg mensen die er middenin leven. Kortom, je hoeft niet in te treden om gelukkig te worden. Maar laten we ons gelukkig prijzen met alle kloosterbewoners, die ons met hun leven het goede voorbeeld willen geven.

Voor dit ABC werd onder meer geput uit:

– Benedictus, Regel voor Monniken
– Enzo Bianchi, In vrijheid en uil liefde
– Johannes Cossianus, Gesprekken
– François Fénelon
– Sara Maitland, Stilte als antwoord
– Willem van Saint-Thierry, De gulden brief
– Aelred van Rievaulx, De geestelijke vriendschap
– Psalm 84

Foto: Beitske Kempenaar