Klooster! 19 Kloostertuinen

Zr. Angela Holleboom over het paradijs in Megen: ‘Een goede kloostertuin nodigt uit tot gebed’

‘We deden nooit iets aan de sering. Hij werd niet bemest, niet gesnoeid, althans, niet dat ik me kan herinneren. Hij stond er en gaf ieder jaar prachtige, lichtpaarse seringen die de gevel van ons huis sierden. En er was wat klein fruit; bessen en frambozen. We genoten ervan, maar verder was de tuin vooral een speelplaats. Ik had toen nog niets met tuinen als zodanig. Ook later niet, maar het buiten zijn heb ik altijd geweldig gevonden. Ik heb in Utrecht gestudeerd en ik ging een dag in de maand fietsen, langs het rivierenlandschap. Ik kon heel erg genieten van erop uit gaan, buiten zijn, en dan zeker zo langs die Lek, met de dijk erlangs en die hele mooie oude kleine plaatsjes.’

‘Toen ik hier intrad, was het voor het eerst dat ik een tuin tegenkwam waar ook in gewerkt moest worden. Dat heb ik ook heel veel gedaan in mijn noviciaat; geholpen in de tuin. Ik leerde dat in het najaar het land helemaal opgeruimd wordt. Toen bemestten en ploegden we nog en dan lag het land de hele winter stil. Er gebeurde dan verder niets mee. En dan in maart werd het gefreesd, dus dan werden de kluiten klein gemaakt, nou en dan begon het werk van zaaibedden afbakenen, tuinplannen maken – voor de vruchtwisseling natuurlijk – en dan moest alles gezaaid worden, enzovoort. Dat vond ik fascinerend. Die eerste jaren hadden we nog een heel grote moestuin en er was het kleine fruit, de aardbeien, kruisbessen, rode bessen, witte bessen, zwarte bessen, frambozen, de grote boomgaard, met appelen en pruimen. De tuin was in die tijd perfect onderhouden, grotendeels door een zuster die ’s winters paramenten borduurde. Haar oog voor detail zag je terug in de tuin. En op zaterdag werden alle paden nog eens aangeharkt, zodat alles netjes was voor het weekend. Er ging heel veel rust van uit. Eigenlijk was die zuster toen al biologisch bezig. De luis in de tuinbonen bestreed ze door er dagelijks een groene zeepoplossing overheen te spuiten. Dat hielp. Er kwamen studenten en later ook stagiaires uit Wageningen om hier te kijken hoe dat in zijn werk ging, die biologische landbouw. Hier leerden ze wat je daarvoor over moet hebben, hoeveel werk het is. Al het werk hier hebben we alleen kunnen volhouden dankzij veel vrijwilligers, tot op de dag van vandaag worden we geholpen door handen van buiten.’

Uitnodiging
‘De andere aspecten van de kloostertuin hebben zich pas veel later aan mij geopenbaard. Het kerkhof bijvoorbeeld, dat ligt binnen de muren, maar in een hoek van het terrein die grenst aan het parochiekerkhof. Dat vind ik mooi; de gemeenschap van de kerk is alomvattend. Wij liggen dáár, maar ook hier. Ik vind het mooi om dichtbij de mensen van de wereld te zijn. We hebben hier tegenover een basisschool en daar horen we natuurlijk die kinderen spelen. Ik vind dat wel fijn, ja. Je bent in gebed en stilte, maar er is ook de concrete wereld – als je die kinderen hoort gillen soms, dan ben ik me ervan bewust hoe de tuin verbondenheid biedt met de omringende wereld.’

‘Maar het is natuurlijk wel een kloostertuin. En een kloostertuin, een goede kloostertuin, heeft ook iets van een uitnodiging tot gebed. We hebben hier een hele mooie Lourdesgrot. Veel oudere kloostertuinen hebben dat, het is een plek waar met name de wat oudere zus- ters vaak even heen lopen. Er loopt ook een weg naar toe, langs een schuur en in die schuur zitten nisjes en daar staan drie heiligenbeelden in. Dat nodigt uit om erlangs te lopen en dan tot gebed te komen. De jongere garde zoekt het iets minder bij de toch wat tijdgebonden Lourdesgrot, maar er zijn nog hele mooie andere hoekjes in de tuin, waar je rustig kunt zitten, kunt lezen, kunt bidden, kunt genieten. En: uit het zicht van de moestuin, want als je die ziet, zie je ook wat er allemaal nog moet gebeuren. Het is ook fijn als je een plekje hebt waar je eventjes gewoon lekker rustig en stil mag zitten zonder dat er iets hoeft.’

Voedselbron
‘Los van het verstillende karakter ervan, is iedere kloostertuin van oorsprong ook een voedselbron voor de zusters en de broeders. Dat houden wij nog steeds in ere, zeker nu we hier samen naar een voedselbos aan het toegroeien zijn. Dat was een idee van de jonge zusters. Zij waren daar enthousiast over, verdiepten zich erin en kregen de gemeenschap tijdens een huiskapittel al snel mee met hun ideeën over een verantwoorde, duurzame toekomst voor onze tuin.’

‘Inmiddels beseft iedereen dat je wel een paar jaar veel moet verdragen, want de eerste jaren ziet het er niet uit. Alles moet kunnen groeien en opkomen hè.
En er wordt niets meer afgevoerd. Als je gewend bent aan een keurig onderhouden tuin met perken waar alles op tijd gewied wordt en gemaaid wordt en het afval – dat is nu natuurlijk een verkeerd woord – wordt afgevoerd, ja, dan is dit een wildernis. Het is echt een omschakeling. Soms hoor je zusters zeggen: “Moet dat nou?” Je kunt ook minder makkelijk door het bos lopen. Er zijn bomen gerooid en ook de bomen die omgevallen zijn, die zijn op het stuk zelf in stukken gezaagd en die blijven dan liggen. Je kunt dus niet meer argeloos binnendoor oversteken, dan moet je oppassen dat je niet achter een stuk hout blijft haken of zo. Het is een beetje een mix van natuur en cultuur, want het voedselbos mag nu ook weer niet te ver buiten de kaders treden. We zijn nu nog veel bezig met aanplanten en zo, we hebben er best veel werk aan, maar het is de bedoeling dat het zich uiteindelijk zelf in stand houdt. Ben
ik heel benieuwd naar hoor, of dat echt lukt, maar dat is de filosofie erachter. Dat het zelf een soort natuurlijk evenwicht creëert.’

‘Het voedselbos is iets wat heel goed aansluit bij de franciscaanse spiritualiteit. Maar ik ben ervan overtuigd dat als ik cisterciënzer zou zijn, dat ik het dan heel goed zou vinden aansluiten bij de cisterciënzer spiritualiteit, haha! Want het geloof dat God de schepper is, dat belijden we allemaal in de geloofsbelijdenis, of je nu trappist bent, of karmeliet of claris, dat maakt helemaal geen fluit uit. Ik denk dat het in wezen bij elke spiritualiteit past.’

De rest van het interview dat Maria van Mierlo hield met Zr Angela is te lezen in Klooster!19, blz. 10-15
De prachtige foto’s erbij zijn van Rogier Veldman

 

 

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!