Klooster! 12 Vertrouwen

Het grote vertrouwen – Benoit Standaert osb

‘Heb vertrouwen! Je kunt het!’ Dat woord komt van buiten en getuigt dat een ander in mij gelooft. Met ontroering zag ik twee dagen geleden een korte YouTube-video. Een pianiste – Maria João Pires – kwam naar het orkest om als soliste een Concerto van Mozart (in D-minor) te spelen tijdens een lunchconcert. Ze zat al achter de piano en na de eerste maten die de dirigent juist vóór haar inluidt, stelt ze vast dat ze de verkeerde partituur mee heeft. De zaal is vol, de muziek klinkt prachtig en geweldig, maar zij staat op instor- ten. De dirigent merkt het op en vraagt, terwijl hij het orkest laat doorspelen, wat er scheelt. Ze zegt in twee woorden hoe ze de juiste partituur thuis gelaten heeft. ‘Je hebt het stuk vorig seizoen zo goed gespeeld. Je kent het! Je kunt het!’ Toen kwam de muziek tot stilte om de eerste inbreng van de piano toe te laten. En ze begon. Zuiver, zacht, kristalhelder, stevig, krachtig, onvoorstelbaar mooi kwam de eerste zin uit haar vingers. En ze hield aan, werd speels vrij, miste niets, en heel het orkest stemde in, even krachtig en vrij. Ik weende bij het zien van de beelden en het beluisteren van die uitzonderlijke aanhef. Naderhand zei de dirigent: ‘Met haar fenomenaal geheugen, stapte ze over van het ene concerto naar het andere, en speelde alles feilloos!’ Maar ik dacht bovendien: ‘U hebt in haar geloofd! Zij vond haar vertrouwen in zichzelf terug dankzij uw krachtige woorden van bij de aanvang.’

Geloof & twijfel
Ik kan geen betere invalshoek vinden om hier iets te delen over vertrouwen. Vertrouwen in zichzelf groeit met de jaren. Zolang je niets bewezen hebt, hoe kan je vertrouwen? Voorbij vallen en opstaan, trial and error, groei je naar meesterschap en een rustig vertrouwen. Het groeien houdt in dat je eveneens twijfel en zelfkritiek hebt leren beoefenen. Maar gaandeweg ontdek je dat een volgehouden inspanning vruchten afwerpt, doorheen veel onzekerheden en methodische twijfel. De Franse denker Jean Guitton schreef ooit: ‘Een beetje kritiek verwijdert van de waarheid, een grondige twijfel brengt de waarheid naderbij!’ Ik hou ook van de boeddhistische spreuk: ‘Als je genoeg geloof hebt én als je genoeg twijfel hebt, dan kom je tot verlichting’. Niet een beetje geloof en een beetje twijfel, geen cocktail van beiden! Genoeg twijfel, voldoende kritiek, ja, tot het uiterste kunnen twijfelen is nodig. Maar daarom mag je je geloof niet opzeggen, integendeel! Want dat geloof wordt niet aan het wankelen gebracht door de twijfel maar juist versterkt, als je ten minste genoeg geloof bewaart. Opnieuw, niet een beetje maar voldoende! Eigenlijk kom je aan een punt waar iets in jou het begeeft, want de spanning wordt net te groot, van zodra je tot het uiterste kritisch bent én tot het uiterste blijft vertrouwen! Voorbij dat heftig intense moment, breekt vrijheid door, schoonheid, heerlijk licht, of zoals de boeddhisten zeggen: ‘Verlichting’ de samadhi, de Boeddha-staat.

Vijf woorden
Zoals bij de pianiste in het Concerto van Mozart te Amsterdam, heeft mijn zelfvertrouwen ook te maken met het geloof dat anderen in mij hebben. ‘Je kunt het!’ Hoe belangrijk is het in het leven mensen rondom zich te hebben die u niet oordelen, maar wel ten diepste in u vertrouwen. Dat hoeft geen leger van mensen te zijn. Soms is één op het moeilijkste moment genoeg en soms ligt er aan de basis van je leven zo’n diep vertrouwen van een ander in jou. Dat kan vreemde vormen aannemen.
Als ik aan mijn vader terugdenk, dan sta ik nog steeds behoorlijk versteld van twee dingen: hij kon met zijn zoon niet praten. Ik heb geen tien, geen zeven, misschien amper vijf woorden overgehouden die hij mij ooit zegde. Maar hij stond in mijn rug. Hij vertrouwde dat ik op mijn levensweg eruit zou komen. Het was alsof hij zei: ‘Doe maar. Het komt goed’. Maar ook: ‘Ik versta jou niet, je bent mij te ingewikkeld, mijn geloof is eenvoudig en rotsvast, maar ga je gang, ik vertrouw in wat je wordt’.
Ik ben ervan overtuigd dat dit de edelste kracht is die een vader aan zijn zoon kan geven onder de zon: in de rug van het kind staan en er door dik en dun in blij- ven vertrouwen, ook zonder het kind te begrijpen. Het eerste woord van Jezus aan zijn ouders heeft hen diep verrast: ‘Waarom hebben jullie mij gezocht? Wisten jullie dan niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ ‘Ze begrepen hem niet’, zegt de tekst van Lucas uitdrukkelijk, maar ze onderhielden de relatie, gelovig, vertrouwvol. Moeders kunnen dat tot in de donkerste ontwikkelingen van hun zoon.

Vrees niet
Het grote vertrouwen is geen conclusie van een redenering. Zolang we redeneren, hoeven we niet te geloven, maar we lopen op krukken. ‘Uw geloof heeft u gered’, is een uiterst kostbaar zinnetje uit onze evangelies. Zon- der dat geloof was je niet geheeld! Jezus herleest het gebeuren, de ontmoeting tussen hem de zieke: ‘Je hebt geloofd!’ Dat is de kern. Jezus zelf gelooft in het vertrouwen dat mensen in hem stellen en speelt daarop in: het geloof is in feite wederkerig. Aan Jaïrus is men komen berichten dat zijn dodelijk zieke dochtertje gestorven is. Hij wankelt dan toch even, maar Jezus neemt hem apart en zegt hem: ‘Vrees niet! Heb enkel geloof!’ Het vertrouwen verjaagt de vrees en schept ruimte voor geheel nieuwe mogelijkheden. Aan de leerlingen in de boot, na het stillen van de storm, zegt hij: ‘Waarom zijn jullie zo bang? Hebben jullie nog geen geloof? Waar is uw vertrouwen?’ Angst en geloof kunnen niet samenwonen in hetzelfde huis. ‘Angst is een slechte raadgeefster’, zegt men vaker vandaag. Vertrouwen is wellicht de beste raadgever?

We komen samen uit een dieptepunt, een maatschappelijk onoverzichtelijke crisis die de hele aardbol in haar greep houdt. We zijn bijlange nog niet zeker dat we het zullen redden: het virus is nog nergens ‘het land uit’, en als het uit ons landje verdwenen zou zijn, maar bij onze buren nog teisterend werkt, dan blijven we, gezien de aanhoudende wisselwerkingen onder alle landen, onverminderd kwetsbaar. We kunnen er angstig door worden. In stabiele gemeenschappen zoals een klooster bijvoorbeeld, maar ook het lerarencorps van een school, het personeel van een bejaardentehuis, enz., zien we als met een vergrootglas de angsthazen uit hun holen komen. Ze geven de toon aan, sommigen met veel verstandig uitgedokterde maatregelen. Wie vertrouwen uitstraalt, wordt niet opgemerkt, niet gehoord, soms afgemaakt als een naïeveling.
De weg die we misschien nog voor lang zullen moeten gaan, met virussen die van gedaante veranderen tegenover onze defensiemechanismen, kan een weg worden van toenemende angst. Dan zullen de meeste menselijke grondhoudingen zoals gastvrijheid, vertrouwen in de ander en in de nieuwe opkomende generatie of eerbied voor de bejaarde in ons midden, in het gedrang geraken. De enkele lijfspreuken van Jezus en van de boeddhistische traditie zullen we dan best ons in herinnering brengen: niet uw angst maar ‘uw geloof heeft u gered’, en ‘als je genoeg twijfel hebt én genoeg vertrouwen, dan kom je tot verlichting’. ‘Vrees niet, heb enkel vertrouwen!’

Benoît Standaert in Klooster! 12, blz. 47 en 48

Klooster! 12 verschijnt op 30 september. Los nummer bestellen? Klik hier.

Van Benoît Standaert verscheen eerder Leven als een kluizenaar. Wijze lessen voor alledag. 

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!