
Kerstmis 2021 – Silent Night
In deze donkere tijd, tijd van verstilling maar ook van van lockdown, thuis moeten blijven en letterlijk stil vallen, zingt Bram Verheijen van de Abdij van Egmond over die stille nacht van lang geleden.
Stille nacht is geschreven in donkere tijden. Begin negentiende eeuw was de sfeer in Europa donker. Al tientallen jaren wierpen oorlog, politieke onrust en armoede een schaduw over het leven. Maar het waren ook letterlijk donkere tijden: in 1816 was er geen zomer. Door de grote uitbarsting van de vulkaan op het eiland Sumbawa (in toenmalig Nederlands-Indië) verspreidde een grote asregen zich over de aarde. Oogsten mislukten en er was honger.
Een van de mensen die deze sombere tijd meemaakte was Joseph Mohr (1792-1848), een assistent-priester uit het Oostenrijkse Mariapfarr. Hij boezemde de gemeente vertrouwen in en hielp iedereen die steun kon gebruiken. In het jaar zonder zomer schreef hij een gedicht als roep om vrede. In zes strofes schilderde hij de vredige nacht waarin Jezus, degene die de mensheid verlossing zou komen brengen, werd geboren: Maria en Jozef kijken naar hun slapende kindje en de herders komen het wonder met eigen ogen bekijken.
Franz Gruber (1787-1863), leraar in Oberndorf en koster en organist in de kerk van Mohr, had al meer muziek geschreven, vooral voor de kerk. Hij componeerde de inmiddels wereldberoemde muziek bij de tekst van Mohr.
Stille nacht was meteen een hit. Snel kwam het via een rondreizende muzikantenfamilie zelfs in de Verenigde Staten terecht. Ook andere rondreizende muzikanten namen het op in hun repertoire. In slechts tientallen jaren werd het lied wereldberoemd, wat voor die tijd ongelofelijk snel was.
Foto: Holger Uwe Schmitt, Stille nacht kapel, Oberndorf.