Jos Moons – Gebed in tijden van Corona

Hier ben ik met mijn armoede

Het liefst zou ik dit blad leeg laten. Want ik weet niet zo goed wat ik moet bidden. Wat ik zal zeggen. Hoe ik moet zwijgen en wachten tot God er is. Er is te veel onrust. Normaal kan ik me daarmee verzoenen en rustig zijn in de onrust. Nu niet.

Of ik zou flink willen krassen. Dit vel vol krassen met strepen, van boven naar beneden, van links naar rechts. Zoals een kind dat boos is en roept. Dat eigenlijk niet goed weet wat er is, en dat dat niet gezegd krijgt behalve dan door onhandelbaar te zijn.

En ondertussen denk ik aan de mensen die veel erger getroffen zijn dan ik, die met mijn machteloosheid en vervreemding geen raad weet. De mensen die medische zorg bieden, die de supermarkten draaiend houden. Vorsende wetenschappers in laboratoria en bestuurders die uitgeput zijn van het nadenken. Lichamen die strijden om te leven, eenzamen en wanhopigen, jong en oud. En de toekomst. Want wat staat ons nog te wachten? Houdt de economie het? Of stort straks alles in?

En dan zit ik hier met mijn kleine stukje hulpeloosheid. Fluistert God ‘hé, wakker worden’? Of leek dat maar zo? Het klaart in ieder geval wat op, merk ik. De mist trekt weg.

Hier ben ik, Geest van God, met mijn armoede.
Wiebelig is mijn ziel. Zoekend mijn geloof.

Mijn zorgen zijn zelfgericht,
het ontbreekt me aan naastenliefde.
Wek me uit mijn sluimer en doorbreek de mist.
Bekeer mijn armoede

tot bezorgdheid voor de naaste
en vertrouwen op u.
Zegen onze armoede:
die van mij, die van patiënten,
die van winkelmedewerkers en medisch personeel,
en ook de armoede van bestuurders en wetenschappers.
Dank u dat luistert naar mijn zuchten

en onze armoede mee draagt;
dank u dat u er bent en dank voor uw belofte van vrede.

Uit: Bidden in tijden van beproeving, blz. 28 en 29

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!