
In gesprek met de woestijnvaders en -moeders
Wekelijks leest de gemeenschap Ad Montem samen met de monniken van Schiermonnikoog en zr. Rebecca van Megen een spreuk uit de woestijnvader traditie en bespreekt deze. In de nieuwsbrief van Ad Montem wordt daar wekelijks verslag van gedaan.
Tekst van een anonieme woestijnvader
Een zekere broeder ging naar Abt Mozes in de Skete en vroeg hem om een goed woord. En de oude zei tegen hem: Ga en blijf in je kluis: en je kluis zal je alles leren.
Impressie van het gesprek
Iedereen voelt zichzelf wel eens verloren in het oneindig landschap van Gods woestijn. We hebben een gids, een kaart, een goed of levengevend woord nodig. Met deze vraag verlaat een broeder zijn cel en gaat op reis naar Scete om Abt Mozes te ontmoeten. Hij denkt dat hij het antwoord buiten zichzelf moet zoeken. Waarschijnlijk is hij op een dood punt en radeloos. Met zijn antwoord lijkt Abt Mozes hem terug te sturen naar waar hij vandaan kwam. In werkelijkheid biedt hij zijn broeder al de kennis die hij met zijn lange leven in de woestijn heeft opgedaan. De wijsheid van het niet vluchten: “Ga en blijf in je kluis: en je kluis zal je alles leren.” Wat is deze cel dat hij daar terug moet keren? Het is de ruimte waar we met God alleen zijn en waar we onszelf verstaan als Gods ontvangenis. In deze zin is de cel geen concrete plaats, maar een ontmoetingsruimte die op zichzelf weer een reis is. Het lijkt alsof we in onze cel zitten en niets doen, maar in werkelijkheid reizen we in de onmiddellijkheid van een Presentie die in alles is en in alles ontmoet wil worden. Alles wat abt Mozes zijn broeder te geven heeft is dat hij de eenzaamheid van de cel moet uithouden om bij zichzelf te komen in God. Daar waar al onze vragen onbeantwoord blijven, waar al onze verlangens geen vervulling lijken te vinden, waar we ons verloren voelen, daar ontmoeten we God. Het niets dat we daar ervaren is slechts de naakte grond van ons bestaan, die door Gods presentie wordt opengebroken en waarin het zaad des Levens gezaaid wordt. Van onze kant kunnen we niets anders doen dan standvastig, geduldig en met volharding het in deze leegte uithouden om God zijn werk in ons te laten verrichten. We hebben niets te zeggen ten aanzien van het Leven dat in ons groeit. Zoals een stuk land zijn seizoenen kent en zonder een periode van stilte en slaap niet tot oogst kan komen, zo is het ook met de menselijke ziel die in stilte op God moet wachten. Het is in dit zwijgen voor onszelf dat wij tot het besef komen dat heel ons bestaan zich in God voltrekt en dat dus de cel in ons en overal om ons heen is. Alles dat op onze weg komt kan alleen ontmoet worden in die stilte die ons doet beseffen dat we in alles op heilige grond leven. Deze stilte openbaart ons de wil van de Ander die verlangt naar onze volledige overgave opdat Hij zich in liefde geheel met ons kan verenigen. Een cel waarin we de moed hebben deze eenzaamheid werkelijk te leven, wordt zo de heilige grond van de ontmoeting die tot de volheid van intimiteit voert met de Ongrijpbare die door alles en iedereen heen schijnt.
Overgenomen uit de nieuwsbrief van Ad Montem van 5 augustus. (zelf nieuwsbrieven ontvangen, meld u aan op de site)
Ad Montem
De leefgemeenschap Ad Montem heeft twee initiatiefnemers. Wij zijn beiden (Jos Huls en Hein Blommestein) verbonden met de Karmel en geïnteresseerd in de christelijke mystieke traditie door de eeuwen heen. Voor ons is deze traditie leidraad voor het leven dat wij leiden. Wij zien dit als een geleefde realiteit tot op de dag van vandaag. Als leefgemeenschap staat Ad Montem open voor mensen die de oriëntatie van dit leven en de concrete leefvorm willen delen. Allen kunnen hun eigen ervaring met God inbrengen. Op deze manier verrijken we de gemeenschap en leren we van elkaar. Gelijktijdig is God het levend midden van deze gemeenschap. Door telkens weer in stilte naar dit Geheim van ons bestaan terug te keren, laten wij ons door Zijn liefde opbouwen en vernieuwen.
Onze gemeenschap is niet denkbaar zonder het initiatief van de Cisterciënzers die op Schiermonnikoog een nieuwe start gemaakt hebben. Hoewel wij een zelfstandige gemeenschap zijn, is er sprake van een hechte samenwerking. Dit komt onder meer tot uitdrukking in het gezamenlijk vieren van het getijdengebed.
Foto: Jos Huls, nieuwsbrief Ad Montem