Houvast – Vasten

Zoeken naar de bron van hoop – een briefwisseling tussen bisschop Gerard de Korte en scriba René de Reuver

René de Reuver:

‘Geachte bisschop, beste Gerard,

In deze vierde brief wil ik het met je hebben over vasten. Een thema waar jij vanuit jouw traditie meer vertrouwd mee bent dan ik. Mooi als jij hierover schrijft.

In de protestantse traditie is vasten op de achtergrond geraakt. Ter voorbereiding van deze brief heb ik twee veelgebruikte theologische handboeken erop nageslagen. Als eerste Christelijk geloof van prof. dr. Henk Berkhof. In het zaakregister kwam ik het woord ‘vasten’ niet tegen. Precies hetzelfde geldt voor de in 2012 uitgekomen Christelijke dogmatiek van de hoogleraren Gijsbert van den Brink en Kees van der Kooi. Dat ‘vasten’ ook in dit laatste boek ontbreekt, vind ik frappant.

Naar mijn waarneming is vasten namelijk met een opmars bezig, met name in evangelische en orthodox-protestantse kring. Ook in de komende veertigdagentijd zullen er vast en zeker mensen uit deze tradi- ties zijn die laten weten dat ze gaan vasten. Zeker in de Stille Week zijn er steeds meer evangelisch-protestantse christenen die op een bepaalde wijze vasten. Vorig jaar heb ik in navolging van de vorige preses van onze synode me in de veertigdagentijd beperkt tot hooguit één kopje koffie per dag, en in de Stille Week heb ik geen vlees gege- ten. Dit alles om aan den lijve te ervaren wat het betekent om je iets te ontzeggen. Voor mij zijn dit maar ‘kleine’ dingen. Hoeveel ingrijpen- der en zwaarder moet het voor Jezus geweest zijn om af te zien van de hemelse heerlijkheid en zich over te geven tot in de dood.

Ik heb niet onderzocht hoe het komt dat in protestantse kring vasten in de vergetelheid is geraakt. Misschien heb jij dit wel scherp. Een verwijzing naar het woord van Jezus dat het niet gepast is om te vasten als de bruidegom er is, lijkt mij niet steekhoudend. Hij vervolgt immers met de opmerking dat de dag komt waarop de bruidegom – Hij zelf! – wordt weggehaald, en ‘dan zullen ze vasten’ (Matteüs 9:15). In de Bijbel wordt er volop gevast. Vasten is een onderdeel van gelovig leven. Niemand kan volgens mij heen om wat Jezus in de Bergrede zegt over het doen van gerechtigheid. Hij concretiseert dit in het geven van aalmoezen (barmhartig zijn), in bidden en in vasten. Deze drieslag is fundamenteel voor een rechtvaardig leven. Maar alle drie kunnen ook in hun tegendeel verkeren en worden gecorrumpeerd. Heel concreet doordat ze niet gericht worden op een ander maar op degene die ze uitoefent. Jezus ontmaskert deze houding als handelen ‘om door de mensen gezien te worden’. Jezus ontkent hiermee niet de waarde van barmhartig zijn, bidden en vasten. Integendeel, Hij roept ons op om alle drie ‘in het verborgene’ te doen, en verbindt hieraan de belofte: ‘Jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen’ (Matteüs 6:1-18).

Deze woorden uit de Bergrede maken mij wat kopschuw om ons vasten te etaleren. Vasten is niet iets om je op voor te laten staan. Het krijgt waarde door de gerichtheid ervan, door ons te concentreren op God. Vasten is pro Deo, voor God omwille van de ander en van jezelf. Je ontzegt jezelf iets ten dienste van anderen. Je ziet af van gebruikelijke dingen om je te concentreren op de a/Ander. De protestantse opmars van het vasten juich ik zeer toe, maar voor de verhalen van vasters ben ik wat allergisch. Herken je dit, of ben ik hierin te overgevoelig? Of hebben we in deze tijd van overconsumptie, obesitas en het heilige moeten van economische groei, verhalen en voorbeelden van mensen die vasten juist heel hard nodig?

Ik ben wel benieuwd hoe in parochies en onder de mensen die jij ontmoet, het vasten vorm krijgt. Is de Aswoensdag nog een dag van vasten, en is de veertigdagentijd nog een reële vastentijd voor de katholieke gelovigen? Vast jij zelf ook op bepaalde tijden of dagen? Verdiept dit je geloof? Helpt het je je meer te richten op een ander? …’

Gerard de Korte:

‘Beste scriba, beste René,

… Jij schrijft dat het vasten in handboeken van bekende protestantse theologen onbesproken blijft. De theologische reflectie ontbreekt dus. Dat is best een verrassende constatering. Want vasten is, zoals jij schrijft, in de Heilige Schrift breed aanwezig. Maar ook vreemd omdat in protestantse kring meer en meer gevast wordt. Tegen die achtergrond zou een theologische bezinning op een groeiende praktijk heel zinvol zijn. Ik vermoed dat de protestantse aarzeling rond het vasten te maken hebben met een angst voor werkheiligheid. Alsof de vrome mens zich door het vasten als het ware naar God toe kan werken. De oecumenische ontmoeting zou op dit punt voor de nodige ontspanning kunnen zorgen. Protestanten en katholieken belijden immers beiden dat wij voor een goddelijke acceptatie niet kunnen steunen op eigen kracht. Aanvaarding door God is pure genade. Maar als door God aanvaarde en vernieuwde mensen, zijn wij geroepen tot geloof, werkend in liefde. Vasten kan zo’n werk zijn.

In Nederland was er in de tijd van het Rijke Roomse Leven een stevige vastenpraktijk. Ikzelf was als kind op dit punt heel fanatiek. In de vastentijd voor het Paasfeest had ik een vastentrommel. Alle snoepgoed dat ik kreeg, werd in dat trommeltje bewaard. Als kind werd je zo geleerd om je iets te ontzeggen. In principe mocht je op zondag, als de vasten werd gebroken, het snoep opeten. Maar ik deed dat niet en wachtte tot het Paasfeest.

Maar de laatste decennia zagen wij in de katholieke vastenpraktijk een flinke verschuiving. Niet zozeer een persoonlijk offer (‘versterving’) stond centraal, maar de inzet voor minder onrecht in de wereld, bijvoorbeeld door het steunen van projecten van de Vastenactie. Tegelijk zie ik in onze kring de laatste jaren een kentering. Meer en meer zoeken katholieken nieuwe vormen voor het vasten. De inzet voor meer sociale gerechtigheid blijft staan, maar toch ook de wens naar vormen die een meer persoonlijke ascese veronderstellen. Om het wat deftiger te zeggen: niet alleen een sociale ethiek, maar ook een persoonlijke gezindheidsethiek. Het zou goed zijn om daar een oecumenisch project van te maken. Protestanten en katholieken zoeken dan samen naar zinvolle vormen om het vasten opnieuw gestalte te geven.

In de veertigdagentijd lezen wij in de katholieke liturgie veel teksten van de profeten van Israël. Deze profetenteksten maken duidelijk dat het niet gaat om het zitten in zak en as, maar om het recht verschaffen aan de kleinen en de armen. Het is dus goed om de veertigdagentijd te blijven verbinden met de inzet voor gerechtigheid en vrede. Jij citeert ook uit Matteüs 6. Op het katholieke leesrooster is dat het evangelie van Aswoensdag. Het gaat om bidden, vasten en het geven van aalmoezen. En dat niet ostentatief, maar in het verborgene. Want wij vasten niet voor het oog van de mensen, maar voor de Heer die ook in het verborgene ziet. Alles bijeen denk ik dat zo de persoonlijke en de meer sociale dimensie van het vasten dicht bij elkaar blijven. De vastentijd als een tijd van meer toeleg op het gebed en het sacramenteel leven van de Kerk. Maar ook een tijd van persoonlijke versterving om biddend dichter bij God te komen. In katholieke kring bestaat het gezegde: een volle maag bidt niet graag. En ten slotte een tijd waarin een evenwichtige combinatie van concrete naastenliefde in de eigen omgeving én een blijvende inzet voor wereldwijde maatschappelijke gerechtigheid het parool vormt.

Voor mij persoonlijk zijn Aswoensdag en Goede Vrijdag bij uitstek dagen van gebed en matigheid. De start van de vasten en de sterfdag van Christus nodigen daar als vanzelf toe uit. Deze dagen krijgen daardoor een eigen kleur en diepte. Ook de andere dagen van de veertigdagentijd probeer ik matigheid te betrachten. Maar eerlijk gezegd vraagt dat om een sterke wil. In onze welvarende samenleving met goedgevulde supermarkten en een veelheid aan horeca, zeker hier in Brabant, is dat overigens nog niet zo eenvoudig….’

 

Uit Houvast, blz. 43-51

Lees meer over vasten, maar ook over licht en duisternis, nabijheid en gemeenschap, houvast en eeuwigheid
in Houvast – Zoeken naar de bron van hoop
verschenen bij Adveniat bij gelegenheid van de Maand van de Bijbel.

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!