
Hemelvaartsdag
Vandaag is het Hemelvaartsdag. In het bijbelboek Handelingen zegt de evangelist Lucas: ‘Na veertig dagen werd Hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen.’ Jezus vaart naar zijn Vader in de hemel en laat zijn leerlingen achter in afwachting van een Helper. Over negen dagen, met Pinksteren, komt deze Helper in de vorm van de heilige Geest.
Afbeelding Salvador Dalì – De Hemelvaart van Christus
Christus werd opgenomen in een wolk zodat de leerlingen Hem niet meer zagen. Vanuit het perspectief van omhoogkijkende leerlingen schilderde Dalì dit schilderij in 1958.
Er zijn wolken te zien, waarnaar Christus op weg is. Doordat we wel de onderkant van zijn voeten zien, maar niet zijn gezicht, is Christus zelf op dit schilderij al nagenoeg onzichtbaar, onherkenbaar. Het zijn de voeten van Christus die opstijgt die alle aandacht krijgen in dit schilderij. Je kijkt tegen zijn voetzolen aan, die duidelijk vuil zijn, en dus net nog op aarde gelopen hebben. Dali’s manier om aan te tonen dat Jezus ten hemel opstijgt en niet neerdaalt. Vroegere meesters suggereerden dat door een voetafdruk op de aarde te tonen.
Christus stijgt richting de wolken. De wolk is in de Bijbel een beeld van de verhulling van Gods heerlijkheid en heiligheid. In Exodus 16 verscheen de heerlijkheid van God overdag in een wolk. Een wolk was er toen Mozes de Tien Geboden van God kreeg op de Sinaï. Ook elders in de Bijbel lezen we (2 Makkabeeën 2,8) dat God zal verschijnen in een wolk. In Jesaja 19,1 spoedt God zich rijdend op lichte wolken naar Egypte. Christus is op weg naar de plaats waar God is.
Sinds zijn Hemelvaart is Hij dus bij God in de hemel. De aarde is de plaats van de leerlingen, die door Jezus zijn achtergelaten. Mensen zoals wij, die wanneer we naar het schilderij van Dalì kijken Jezus als het ware zien opstijgen. Twee mannen in witte gewaden spreken de leerlingen (ons?) in het boek Handelingen aan: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken?’ (Handelingen 1,11) Niet in het graf was Jezus te vinden, maar je vindt Hem ook niet door naar de hemel te staren. Waar dan wel? Op aarde resten ons niet meer dan zijn voetsporen. Daar achtergelaten als symbolische uitdaging: Wie volgt Hem?