
H. Augustinus van Hippo
Lieve Wouters maakte voor kerknet.be een filmpje met 7 inspirerende quotes van de heilige Augustinus. De Cantorij van de Sint Xaveriuskerk in Amersfoort zingt een van zijn bekendste teksten uit de Confessiones: over de schoonheid. (vertaling Huub Oosterhuis)
Sint-Augustinus (Thagaste, 13 november 354 – Hippo, 28 augustus 430) was bisschop van Hippo, theoloog, filosoof en kerkvader. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste kerkvader van het Westen. Tot zijn bekendste werken behoren de Confessiones en De civitate Dei.
Augustinus werd geboren in het provinciestadje Thagaste als zoon van de Romeinse raadsheer Patricius en de Fenicische Monica, een vrome christelijke vrouw. Hij identificeerde zich voornamelijk als een Feniciër die Latijn sprak. Ook identificeerde hij zich met de oude Berbers. Zijn ouders hadden het financieel niet breed, maar trachtten desondanks hem de beste opvoeding van die tijd te geven. Augustinus genoot lager en voorbereidend hoger onderwijs. Na de vroege dood van zijn vader liet moeder Monica (financieel gesteund door anderen) hem studeren. Hij ontving onderricht in de retorica. Tot verdriet van zijn moeder Monica leidde Augustinus tijdens zijn jonge jaren aanvankelijk een in christelijke ogen losbandig leven.
Na zijn studie doceerde Augustinus in 375, op 21-jarige leeftijd, retorica in zijn geboorteplaats Tagaste. Daarna vestigde hij zich in Carthago als leraar in de retorica, en later (383) ook in Rome. Na kennismaking met het werk van de Romeinse filosoof Cicero besloot hij filosofie te studeren, op zoek naar de waarheid, met name over een zuiver Godsbegrip in relatie tot de oorsprong van het kwaad. Aanvankelijk meende hij deze waarheid te vinden in het manicheïsme. Deze stroming (na zijn bekering door Augustinus heftig als ketters bestreden) ging uit van de rationele dualistische gedachte dat er naast God als het hoogste Goed een afzonderlijke entiteit Kwaad bestaat. Vanaf 376 was Augustinus gedurende tien jaar lid van de gemeenschap van de manicheeërs.
Onder invloed van de Griekse filosofie keerde Augustinus af van het Manicheisme, omdat hij in het neoplatonisme, met name bij Plotinus, een beter antwoord vond op de vraag waar het kwaad vandaan komt. Het kwaad was, zo zag Augustinus het toen, een beroving van het goede; geen opzichzelfstaande entiteit, maar de verkeerdheid van de menselijke wil die zich van God heeft afgewend.
Bekering tot het Christendom
In 384 werd Augustinus tot staatsretor aan het keizerlijk hof in Milaan benoemd. In Milaan hoorde Augustinus Ambrosius, de bisschop van Milaan, eens preken en raakte daardoor geboeid. Ambrosius nam de intellectuele bezwaren van Augustinus tegen de Bijbel weg door te stellen dat deze niet letterlijk gelezen moest worden, maar allegorisch. Augustinus werd pas later door het christelijk geloof in het hart geraakt. In de zomer van 386 legde hij, door een longaandoening verzwakt, het ambt van staatsretor neer en trok zich met een aantal vrienden op het landgoed Cassiciacum terug. Daar schreef hij enkele filosofische werken (o.a. Contra academicos, De ordine; De beata vita), waarin hij de menselijke rede en een goede levensordening als weg naar God verklaart. In dat jaar bekeerde hij zich tot het christendom. Hij beschreef zijn bekering in zijn autobiografische Confessiones (Belijdenissen). In 387 werd hij met Pasen door Ambrosius gedoopt. Hij keerde daarop met enige vrienden naar Africa terug om er in zijn geboorteplaats Thagaste een gemeenschap van lekenmonniken te stichten.
Augustinus werd in 391, tijdens een bezoek aan de havenstad Hippo, tegen zijn zin in 391 tot priester gewijd. Van 396 tot zijn dood in 430 was hij bisschop van de Kerk van Hippo Regius. Ook in die functie bleef hij een sober kloosterleven leiden in zijn bisschoppelijke woning. Als bisschop stichtte hij een leefgemeenschap voor clerici. Voor deze geestelijken schreef hij Praeceptum. Deze Regel van Augustinus vormt nog altijd de basis voor kloosterordes van de mannelijke en vrouwelijke tak van de Reguliere kanunnikken, de Augustijnen, de Norbertijnen, de Dominicanen en verschillende congregaties van Kruisheren die in de loop der geschiedenis ontstonden.
Augustinus stierf in 430 in Hippo Regius, waar hij van 396 tot zijn dood bisschop was, tijdens het beleg van en vlak voor de inname van Hippo door de Vandalen. Na zijn dood werd zijn lichaam overgebracht naar Sardinië en later naar Pavia. Daar werd zijn lichaam bijgezet in de basiliek San Pietro in Ciel d’Oro. Augustinus wordt als heilige vereerd. Op de liturgische kalender van de Rooms-Katholieke Kerk staat de gedachtenis van Augustinus op 28 augustus, de datum waarop hij overleed. De Byzantijns-Orthodoxe Kerken gedenken hem op 15 juni. Hij is de beschermheilige van onder andere brouwers, drukkers, theologen en een aantal steden en bisdommen.
Augustinus in 7 quotes
Afbeelding: H. Augustinus van Hippo, Philippe de Champaigne,ca. 1645 tot 1650, Los Angeles County Museum of Art
Tekst: bron Wikipedia