Gelijke monniken, gelijke kappen

Broeder Bernardus, Abt van Abdij Koningshoeven in Berkel-Eschot

Wat heb ik een hekel aan dat spreekwoord! Gelijke monniken, gelijke kappen. Niets is minder waar, wanneer je religieuzen beter leert kennen. De spreekwoorden en gezegden leren het ons ook al. Franciscanen komen immers op hun apostelpaarden. (Voor wie dit paardenras niet meer kent: het zijn je eigen voeten) Om vervolgens te praten als Brugman en dan maar oppassen dat er geen jezuïetenstreek tussen zit. En wat dacht u van deze knipoog naar een bekende Hollandse plaats: ‘schaken met nonnen is leuk maar ik heb het meeste plezier als ik met monnikendam’.

Gelijke monniken, gelijke kappen, Iedereen hetzelfde! In al die jaren in het klooster heb ik steeds weer ervaren dat het daarom niet gaat. Het boeiende van het religieuze leven is dat het om mannen en vrouwen gaat die ieder op hun eigen wijze gehoor geven aan de roeping om Jezus na te volgen en met elkaar samen gestalte proberen te geven aan het Rijk Gods. De verscheidenheid van al die mensen is een ontzettend rijke gave van God die je soms met humor moet bekijken want vaak zijn zij zo verschillend dat je het je niet kunt voorstellen. En toch vinden ze elkaar in hun verscheidenheid. Daarmee geven religieuzen al eeuwen lang een schitterend getuigenis aan de kerk en de samenleving van een trouw samen op weg gaan in eenheid in verscheidenheid.

Aan de buitenkant lijkt het er soms op dat religieuzen allemaal hetzelfde zijn, maar dat zeggen we ook zo vaak als we Nederlanders in het buitenland tegenkomen, of als we het hebben over dé buitenlander of dé PVV-stemmers. Aan de buitenkant lijken we allemaal hetzelfde en dat maakt me juist zo boos. Zeker als gelovige mensen worden we opgeroepen om met andere ogen naar elkaar te kijken en juist oog te hebben voor het bijzondere, unieke van ieder mens.

Dat hebben de Stichters en Stichteressen van de religieuze orden en congregaties goed begrepen. Benedictus bijvoorbeeld, een monnik uit de 6e eeuw van onze jaartelling, schreef in zijn regel voor monniken: ‘Ieder heeft zijn eigen gave van God gekregen, de ene deze, de ander die’. Hij is daarom zeer voorzichtig met het voorschrijven van algemene regels voor iedereen want voor ‘de sterken moet er nog iets te verlangen over blijven en de zwakken moeten niet afgeschrikt worden’. De abt heeft de mooie maar zware taak om zich aan ieders geaardheid en bevattingsvermogen aan te passen. In dit verband gebruikt Benedictus ook een woord dat verwijst naar kleding. Geen gelijke monniken, gelijke kappen maar: de abt moet zich naar zijn broeders in al hun verscheidenheid plooien.
Dat is pas een prachtig beeld! Daar kan ik wat mee! Iedere plooi is weer anders omdat ieder kleed anders is. Trouwens heb je ooit wel eens de kappen bekeken aan het habijt van een norbertijn, een dominicaan, een franciscaan, een kapucijn, een benedictijn of een trappist? En dan te weten dat een jezuïet helemaal geen kap heeft! Maar dat zijn dan ook geen monniken!

 

Afbeelding: koningshoeven.nl
Column afkomstig uit Klooster! 1, 2017

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!