Feest van de H.Drie-eenheid jaar C – God is gemeenschap

Schriftlezingen: Spreuken 8,22-31; Romeinen 5,1-5 en Johannes 16,12-15

We zeggen het iedere dag verschillende malen en we werden met die woorden gedoopt: In de Naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest: de drie personen van de ene God.

In drie personen
De Islamieten en de Joden geloven in een God; dat geloof delen wij met hen, al hebben met name de Islamieten een ander beeld van God; maar wij christenen voegen daaraan toe dat God zich in drie personen heeft geopenbaard: dat de Schepper onze vader is, die ons het leven heeft gegeven; dat de Zoon op aarde verschenen is en mens werd zoals wij; dat de Geest woont in ons hart en zacht ons sterkt met zijn genade en in ons spreekt en ons “tot de volle waarheid brengt”, zoals het evangelie zegt van deze dag. Wat betekent het nu voor ons dat God zich zo heeft laten kennen: als Vader, Zoon en heilige Geest?

Geroepen tot gemeenschap
Toen Jezus door het land van Palestina trok was een van de eerste dingen die Hij deed apostelen roepen om Hem te vergezellen, zijn woorden te horen, om samen met Hem een gemeenschap te vormen en door Hem uitgezonden te worden. Hij wilde dat zijn leerlingen ook na zijn hemelvaart een gemeenschap zouden vormen, gebouwd op Petrus, de rots. Die gemeenschap noemde Hij “de Kerk”, in het Grieks “Ekklesia”, dat wil zeggen: gemeenschap van mensen die verzameld worden, die bijeen geroepen worden; of ook wel “Kuriakon” – daar komt ons woord “Kerk” vandaan” – en dat betekent: “Huis van de Heer”. Zo heeft de Heer voor zijn gemeenschap woorden gekozen die verwijzen naar mensen die verzameld worden, die bij elkaar geroepen worden in het huis van de Heer. Het was dus voor Jezus belangrijk dat wij bijeenkomen en een gemeenschap vormen. Hij heeft het zelf zo gewild.

Waarom een gemeenschap?
Waarom heeft Hij dat zo gewild? Het is een vraag die vaak wordt gesteld: mensen geloven vaak wel of zoeken naar iets, maar waarom moet je daarvoor naar de kerk? Je kunt toch ook bidden in je eentje, in het bos of in je bed, zullen zij zeggen. Uiteindelijk kunnen we Gods gedachten natuurlijk niet doorgronden; maar we kunnen wel een beetje aanvoelen waarom dat zo belangrijk is.

Niet alleen-zijn
De meeste mensen ervaren het en iedereen voelt het aan: gemeenschap is belangrijk. Dat is zo omdat alleen-zijn niet gemakkelijk is en zelfs niet goed voor ons is: “Het is niet goed voor de mens dat hij alleen blijft” (Gen. 2,18), heeft de Heer al bij de schepping gezegd; maar je kunt ook alleen-zijn met z’n tweeën of zelfs met nog meer. Je kunt ook niet-alleen zijn, terwijl er toch geen andere mensen bij je zijn. We zijn nooit alleen omdat we in God geborgen zijn. We hebben ons doopsel en dus het leven in Christus, gekregen van de Kerk; het geloof zelf hebben we ontvangen langs onze ouders, door de school of de Kerk, of nog door andere mensen.

Gemeenschap: een roeping tot liefde
Doordat we in een zekere gemeenschap met anderen verbonden zijn, kunnen we geven; want je kunt natuurlijk alleen geven als er anderen zijn aan wie je kunt geven. Leven in gemeenschap is een roeping tot liefde; niemand kan groter liefde hebben, dan wie zijn leven geeft. Is dat ook niet de kern van iedere vorm van gemeenschapsleven, in het gezin, in een religieuze gemeenschap, de parochie of waar dan ook: dat we tot zo’n leven geroepen zijn om te geven, lief te hebben en elkaar op te bouwen in geloof?

Het goede bevestigen
Voor mensen, vooral voor jonge mensen, is het vaak heel belangrijk om ergens bij te horen, niet aan de kant te staan, maar mee te kunnen doen in de groep. Nu zijn er allerlei groepen: slechte vrienden kunnen je op het slechte pad brengen. Maar je hebt ook allerlei goede groepen: die stimuleren elkaar in het goede. Ik kwam eens onverwacht in een kerk toen ik op reis was en daar was een groep van bijna honderd jongeren in kleine groepjes met elkaar
aan het bidden.

Elkaar aanvullen
Echt alleen-zijn is ook niet goed. Want iedere mens is een beetje onaf. Andere mensen kunnen ons eens ergens uittrekken, of we kunnen ons aan anderen optrekken: mensen aan wie we een voorbeeld nemen. Dus is het goed om op een bepaalde manier niet-alleen te zijn, gevoed te worden van buitenaf, niet alleen ónze gedachten, vragen, zorgen. Trouwens: geen mens kan het allemaal in zijn eentje, we hebben elkaar nodig. Dat is al in het dagelijks leven zo.

Geroepen tot kerkgemeenschap
Een mens die om zichzelf heen cirkelt is een egoïst. We vergeten verdriet en pijn als we voor een ander in de weer zijn. Er zijn voor anderen maakt gelukkig. Dus de mens is gemaakt om niet alleen te zijn, iets voor anderen te doen, anderen op te zoeken. God heeft dat als het ware willen onderstrepen door ons te roepen tot gemeenschap in de Kerk en door velen in de Kerk te roepen tot een bijzondere vorm van gemeenschap, in het religieuze leven, toegewijd aan Hen.

God is zelf gemeenschap
Dit wordt op wonderlijke wijze onderstreept doordat God zelf gemeenschap is: Hij is één, één God, maar tegelijk niet alleen, een ondoorgrondelijk mysterie voor ons, maar rijk en mooi omdat het ons laat zien dat God ook in zichzelf geen individualist is, die zich afsluit, maar gevende liefde: de Vader geeft zich totaal aan de Zoon en de vrucht daarvan is een Persoon: de heilige Geest.

Naar Gods beeld
Wij mensen zijn geschapen naar Gods beeld en gelijkenis en daarom zijn ook wij vanuit ons diepste wezen geroepen om niet alleen te zijn, maar gemeenschap te vormen met anderen; we zijn geschapen als sociale wezens, mens voor anderen: wij hebben anderen nodig en anderen hebben ons nodig.

Uitgaande liefde
God blijft zich geven aan ons in de gemeenschap van de Kerk. De sacramenten geven ons deel aan dat goddelijk leven en iedere keer opnieuw wordt dan de naam genoemd van de Drie-ene God, als het ware om ons te zeggen: leef als God, die uitgaande liefde is, gemeenschap sticht, en wees verbonden met elkaar in de gemeenschap van de Kerk.

Samen, als een lofzang
De gemeenschap, de Kerkgemeenschap is dus wezenlijk. Het is geen supermarkt, waar je kunt zeggen: ik pak er gewoon een paar dingen tussenuit die ik hebben wil. Dat is zelfbediening, dus weer voor onszelf, een vorm van individualisme. wij hebben de Kerk nodig en de Kerk heeft ons nodig. Als onze Kerkgemeenschap een stralend beeld mag zijn van de gemeenschap die er is in de allerheiligste Drie-eenheid, dan vormen wij tezamen in de Kerk een symfonie, een lofzang voor de Drie-ene God.

† Jan Hendriks

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!