
Doop van de Heer jaar A – Remember who you are!
Schriftlezingen: Jesaja 42,1-4+6-7; Handelingen 10,34-38 en Matteüs 3,13-17
Er kwam een stem uit de hemel: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind.’ (Matteüs 3,17
Op school heb ik lang geleden geleerd dat in het doopsel de erfzonde en de persoonlijke zonden worden afgewassen. Maar waarom laat Jezus zich dan dopen? Hij was immers zonder zonde. Wanneer Johannes vraagt, waarom Jezus zich door hem wil laten dopen, antwoordt Jezus dat Hij zo ‘Gods gerechtigheid’ wil vervullen. In de Bijbel betekent ‘gerechtigheid’ dat je de ander geeft, niet wat hij verdient, maar wat hij nodig heeft. Jezus wil laten zien dat God solidair is met de zondaars die vergeving nodig hebben. Daarom gaat na zijn doop de hemel open.
Als ik mij het hemelse licht probeer voor te stellen dat door het potdichte wolkendek heen breekt, moet ik denken aan een gedicht van Gerrit Achterberg: ‘Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Heere Jezus, tussen ons en den Vader, naar Uw Woord mogen wij zonder zonde zijn en nieuwe wezens, wat er ook in ons leven is gebeurd.’ De scheiding tussen het hoge geheim van de hemel en de jungle van de aarde wordt doorbroken. We worden weer verbonden met onze hemelse oorsprong. We mogen nieuwe wezens worden, wat er ook met ons is gebeurd.
Een hemelse stem zegt tot de Doper en de omstanders: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind.’ In tien woorden wordt hier Jezus’ unieke goddelijke oorsprong uitgesproken. Toch wordt vanouds ook elke dopeling kind van God genoemd. ‘Doe ze kinderen zijn van uw geslacht, herboren uit water en Geest’, bidt de priester over de dopelingen. In de jungle van het leven kunnen we vergeten wie we zijn. Maar dit neemt niet weg dat we gemaakt zijn voor de hemel, en niet voor de jungle.
In The Lion King verdwijnt Simba, zoon van de leeuwenkoning, in de jungle en vergeet hij wie hij was, tot een stem hem wakker roept: ‘Herinner je wie je bent, Simba, je bent een koningszoon.’ Mijn doop zegt me dat ik een koningskind ben, geroepen om in de cirkel van het Licht te staan dat uit de hemel valt. Daarom zeg ik elke zondag in de geloofsbelijdenis ‘ja’ tegen mijn doop: ‘Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.’ Dat is dus niet zomaar een formule. Ik beloof te leven in overeenstemming met mijn waardigheid.
Jan Hulshof s.m.