Column Erik Borgman – lekendominicaan

Tekenen in de tijd 246 7-13 april 2024

Op Schiermonnikoog, zich bezinnend op de betekenis van zijn komende pensioen, heeft Erik Borgman een wonderlijke droom. Op de een of andere manier heeft die te maken met de gesprekken die hij daar voert over contemplatie. Maar wat precies, blijft raadselachtig.

Sinds enige tijd droom ik weer – of, zoals zij die het menen te weten altijd benadrukken: herinner ik mij mijn dromen weer. Ik weet niet goed of ik er blij mee moet zijn. Niet dat het nare dromen zijn, maar ik vraag mij enigszins bezorgd af of het niet komt omdat ik lichter slaap. En of dat niet de reden is dat ik mij vaak moe voel. Maar in de nacht van vrijdag op zaterdag had ik een bijzondere droom. Een droom die als teken uit de hemel voelde, een voorspelling bijna. Alleen is niet duidelijk wat de droom voorspelde. Dus ik houd het op een onderstreping van de betekenis van wat er gebeurt. Dat ken ik helemaal van mijzelf.

Eerst maar even de context. Ik ben van woensdag tot zondag in het trappistenklooster op Schiermonnikoog. Als vorm van retraite, maar ook om met de trappisten en de karmelieten op het eiland na te denken over contemplatief leven. Het leidt tot persoonlijke gesprekken vanuit een oprechte poging elkaar te verstaan, omdat voor ons allemaal contemplatie belangrijk is. Maar ook omdat wij denken dat bezinning op contemplatie en het vormgeven daarvan belangrijk is voor kerk en geloof. Dat zullen velen in algemene zin waarschijnlijk met ons eens zijn, maar voor dergelijke verkenningen ruimte te vinden, spreekt niet vanzelf. Er zijn niet alleen de remmingen in onszelf – om het bij mijn eigen innerlijke twijfels te houden: er zijn altijd boeken te lezen en te schrijven, lezingen te houden, organisaties vorm te geven en te besturen – maar ook de buitenwereld werkt lang niet altijd mee en soms onverwacht tegen. Je zou erdoor aan de zin van het project gaan twijfelen.

Vrijdag hadden wij een intensief gesprek over wat contemplatie voor ons betekent. Ik wist na afloop natuurlijk dat het betekenisvol was geweest, maar blijkbaar twijfelde mijn ziel of het wel echt tot mij was doorgedrongen. Tenminste, zo interpreteer ik mijn droom.

Ik droomde dat ik geluiden hoorde van elders uit het klooster. Toen ik naar beneden ging om te kijken wat er aan de hand was, kwam ik in een café-achtige ruimte waar een groter gezelschap aanwezig was. Ook de broeders van het klooster en de bewoners van de karmelietencommuniteit waren aanwezig. Er lag ergens een stapel met boeken en het had er de schijn van dat er zojuist een boekpresentatie was geweest, die ik had gemist. Ik zag geen titel op de boeken staan en ook geen andere indicaties van de inhoud. De schrijver van het boek bleek echter Hendro Munsterman, de in Rome gestationeerde journalist voor katholiek nieuws van het Nederlands Dagblad. Hij gaf mij een boek en zei: ‘Zet het maar naast dat andere met Christus in de titel – hoe heet het ook alweer?’ Daarmee eindigde de droom. Ik had geen idee op welk boek hij doelde, maar op de een of andere manier was mij duidelijk dat die droom iets te maken had met de gesprekken die wij voerden. Was de boodschap dat wij met onze beraadslagingen bezig waren kerkgeschiedenis te schrijven? Was de strekking zelfs dat we bezig waren nieuwe vormen van aanwezigheid van Christus te ontdekken. En wie beweerde dat dan? Zocht een tot nog toe ook voor mijzelf verborgen pretentie een sluwe uitdrukkingsvorm?

Zoals de gewoonte is van de monniken op Schiermonnikoog begonnen zij ook op zaterdagochtend om kwart over vier het vigilie, het gebed van de vroege ochtend. Als ik hier ben doe ik van harte mee, al is zo vroeg opstaan voor mij tegennatuurlijk en het bijbehorende vroeg naar bed gaan nog veel meer. Wij zongen onder meer Psalm 71, waar de ‘ik’ God eraan herinnert al op Hem te steunen vanaf de geboorte en dat zijn leven steeds de lof zong van Gods goedheid (vers 6). Hij bidt:

Al ben ik oud en grijs, o God,
laat mij toch niet in de steek
terwijl ik de komende generatie
uw kracht en uw machtige arm verkondig (vers 18).

Om te concluderen:

Mijn lippen zullen om U juichen,
geheel bevrijd zal ik zingen om U.
Mijn tong zal prevelen, zal bidden
over uw rechtvaardigheid, heel de dag (vers 23-24).

Ik begon naar het klooster op Schiermonnikoog te gaan om mij voor te bereiden op mijn pensioen. Psalm 71 suggereert dat ik op een nieuwe manier zal gaan doen wat ik steeds heb gedaan en waarom ik dominicaan geworden ben: Gods grootheid verkondigen. De droom van vrijdagnacht getuigde van het gevoel in het zoeken van wat dit in een nieuwe fase betekent, bondgenoten te hebben gevonden.

Jos Huls, een van de karmelieten op Schiermonnikoog, schrijft een boek over Dag Hammarskjöld (1905-1961). Toen hij in 1953 aan het begin stond van zijn werkzaamheden als eerste secretaris-generaal van de Verenigde Naties schreef Hammarskjöld in zijn spiritueel dagboek, na zijn dood uitgegeven onder de titelMerkstenen: ‘Weldra komt de nacht. Tegen het verleden: dank, tegen het komende: ja!’ De nacht is het duister van het onbekende, van niet weten hoe de dingen zullen lopen of aflopen, maar wel weten dat het met de nodige moeilijkheden gepaard zal gaan. Hammarskölds ‘ja!’ is niet gebaseerd op de overtuiging altijd het goede te zullen doen of overal goed doorheen te zullen komen. In tegendeel: als er al een zekerheid is, is het van het omgekeerde. Het ‘ja!’ is gebaseerd op de zekerheid dat wat gevraagd wordt, van betekenis is. Welke betekenis precies, dat valt te ontdekken.

Maar het is Gods betekenis, in Gods volle drie-eenheid. Zoals Hammarsköld enkele jaren later noteert:

Voor jou, vader,
in rechtvaardigheid en ootmoed,

met jou, broeder,
in trouw en moed,

in jou, geest,
in stilheid.

Om te besluiten met: ‘ Van jou – want jouw wil is mijn lot.’ Dat is fundamenteel iets anders dan ‘mijn lot is jouw wil’, alsof alles wat mensen overkomt door God geregisseerd zou zijn. Hammarskjöld kiest wat hem in zijn pogingen Gods wil te doen, ten deel valt.

Erik Borgman, lekendominicaan
voorzitter van de programmaraad van het Huis van Dominicus in Utrecht

 

De Nederlandse vertaling van Merkstenen – in het oorspronkelijke Zweeds Vägmärken – wordt uitgegeven door uitgeverij Ten Have en kent inmiddels zijn 22ste druk. Zie voor een inleiding Beatrijs Corveleyn / Kees G. Zwart, De weg naar binnen: De spiritualiteit van Dag Hammarskjöld, Antwerpen: Halewijn 2024.

 

Column en foto met toestemming overgenomen uit nieuwsbrief Ad Montem, ook verschenen op huisvandominicus.nl

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!