Zestiende zondag door het jaar B – Herderschap

Schriftlezingen: Jeremia 23,1-6 en Marcus 6,30-34

Leiders van het volk Israël zouden herders moeten zijn. Dé bijbelse metafoor voor Leiderschap is Herderschap (zie ook Ezechiël 34).  Grote leiders als Mozes en David  zijn beiden vanachter de schapen geroepen (Ex 3,1 en 1 Sam 16) en veel later wordt Jezus tussen de schapen geboren – een betere vooropleiding om de Goede Herder te worden is er niet.

Vijftiende zondag door het jaar B – Samen uitgezonden

Schriftlezingen: Amos 7,12-15; Marcus 6,7-13

Het boek Amos laat zien dat priesters en profeten maar moeilijk samengaan. Priesterszijn functionarissen, verdienen hun brood in dienst van het rijk van de koning. En, wiens brood men eet, diens woord men spreekt! De tempel is rijksgebouw en het geheel staat onder controle van de koning.

Veertiende zondag door het jaar B – Fluitspeler in eigen dorp

Schriftlezingen: Ezechiël 2,2-5 en Marcus 6,1-6

‘Dat is toch de timmerman, de zoon van Maria en de broer van Jakobus en Joses en Juda en Simon? Zijn zusters wonen toch hier bij ons?’
En ze namen aanstoot aan Hem. Jezus zei hun: ‘Een profeet wordt overal geëerd, behalve in zijn vaderstad, bij zijn familie en in zijn eigen huis.’ (Marcus 6,3-4)