Anselm Grün – Het Evangelie spiritueel gelezen deel 1 en 2

Het goede nieuws uitgelegd door Anselm Grün – in 2 delen

Binnenkort verschijnt de tweedelige serie ‘Het Evangelie spiritueel gelezen’. In het eerste deel staan de evangelisten Matteüs en Marcus centraal. In het tweede deel komen Lucas en Johannes aan bod. Beide boeken zijn alvast te bestellen.

Anselm Grün geeft in deze tweedelige serie een meesterlijke interpretatie van de vier evangeliën, op basis van de actualiteit van de wetenschap, verwoord in een taal die iedereen begrijpt.
Grün ontsluit de verhalen over het leven, het sterven en het verrijzen van Jezus niet alleen exegetisch maar ook psychologisch en spiritueel. Een aanwinst voor mensen die verdieping en inspiratie zoeken in de verschillende evangeliën en voor diegenen die liturgisch actief zijn.

Over de auteur
Anselm Grün is monnik en hoofdeconoom in de Benedictijnenabdij van Münsterschwarzach (Duitsland). Als geestelijke begeleider en raadgever van vele mensen behoort hij vandaag tot een van de meest gelezen christelijke auteurs. 

 

Het Evangelie spiritueel gelezen

Anselm Grün

Prijs per deel: € 28,99

Nu al te bestellen, verschijnt binnenkort. Deel 1 Deel 2

 

 

 

Weekbrief Leo Fijen – 24 maart

Gastenbroeder George koestert de stilte

Het beeld dat elke dag weer ontroert is het winkelwagentje op weg naar de Abdijlaan. En daar op die hobbelige stenen duwt een monnik in kloosterkleding het wagentje richting supermarkt. Want een gastenbroeder moet zorgen dat er genoeg te eten is. Meestal speelt dit tafereel zich af iets na 8.00 uur in de ochtend. Te horen is alleen het geluid van de wieltjes en het schuiven van de potten pindakaas in het wagentje. De gastenbroeder doet zijn dienstwerk in stilte. Soms steekt hij een hand op en lacht minzaam, dan weer haast hij zich om de deur te openen voor bezoek bij de abdij. Want de portier is er nog niet. Ook dat doet de gastenbroeder, in de vroege uren een tweede functie, die van portier. Maar voor beide taken is stilte nodig. ‘Want zonder stilte kun je niet beschikbaar zijn als er op de deur van je hart wordt geklopt. Ieder die bij het klooster aanbelt, klopt ook op de deur van je hart. Meestal open ik de deur van afstand, met mijn mobiele telefoon. Zo werkt de deur van mijn hart niet. Daar is stilte voor nodig. Daarom sta ik iedere dag wat eerder op, vaak rond 5.00 uur om een bodem van stilte in mijn hart te leggen en klaar te zijn voor iedere gast die een beroep op me doet’, aldus George Pijnacker, de gastenbroeder van de Adelbertabdij in Egmond-Binnen.
Hij is de gedroomde gastenbroeder, nooit gehaast, bijna altijd goed gestemd, zeker met de nieuwe uitgave van Klooster! in zijn handen, over het thema Luisteren. Daar staat hij zelf ook in, met een prachtige foto die zo treffend weergeeft waarom iedereen zich bij hem op zijn gemak voelt. Met een vriendelijke lach, maar ook met een luisterend oor. Broeder George legde me gisteren op de feestdag van Benedictus uit waarom dat luisterende oor zo belangrijk is: ‘Dat oor weet wanneer de gast geen behoefte heeft om te praten. En dat oor hoort ook wanneer de gast wil praten. Voor mij als gastenbroeder is dan belangrijk dat mijn aanwezigheid nauwelijks gevoeld wordt. Anders gezegd, ik probeer afwezig te zijn om juist daar aanwezig te worden in de wereld van gasten. Daarom moet ik stil zijn en steeds op zoek gaan naar het wezenlijke in de ander. Ik doe dat vanuit Christus en naar Christus toe. Christus vraagt me gastvrij te zijn en in de gast kan Christus voor me staan. Zo probeer ik broeder te zijn. En ik geniet er van als gasten in de liturgie zijn en die over zich heen laten golven. Al die gebedsmomenten zijn als een meubelstuk. Gasten kunnen erin verdwalen. Ik ben dankbaar en blij als ze in dat meubelstuk de goede lade vinden. Want dan is het Woord ook in hen gaan wonen’.

Leo Fijen

 

Ook de nieuwe Klooster! 26 bestellen? 

Dat kan via deze link

of neem via de banner hieronder een abonnement en krijg Klooster! 4x per jaar thuis.

21 maart – H. Benedictus

Onder de titel VAN DE SCHOONHEID EN DE TROOST schrijft Peter Nissen op Facebook al jaren deze lezenswaardige column. Vandaag, op de naamdag van de H. Benedictus schrijft hij over het heengaan van de heilige. 

21 maart: voor u is het vandaag misschien het begin van de (astronomische) lente. Of het is de internationale dag voor uitbanning van rassendiscriminatie (in 1966 uitgeroepen door de Verenigde Naties), de Werelddowndag (sinds 2006) of de internationale dag van het poppenspel. Allemaal waar. Maar voor monniken, monialen en oblaten van de benedictijnse familie (benedictijnen, cisterciënzers en trappisten) is het vandaag het feest van de heilige monnikenvader Benedictus. Omdat die dag altijd in de veertigdagentijd valt en daarom minder uitbundig gevierd kan worden, heeft Benedictus met de invoering van de nieuwe liturgische kalender in 1969 nog een tweede feestdag gekregen, 11 juli, de dag van de translatie van de relieken van Benedictus, een dag trouwens waarop hij ook in de lutherse en de anglicaanse kalender wordt herdacht.
Maar 21 maart blijft de dag van het overlijden van Benedictus. Althans, volgens de traditie. Want in zijn levensbeschrijving wordt de sterfdatum niet genoemd. Een van de eerste getuigen van die traditie is de kalender die Willibrord in de eerste jaren van de achtste eeuw in Echternach opstelde. Benedictus zelf wist trouwens de datum al van tevoren; hij kondigde hem al aan zijn leerlingen aan. Dat overlijden gebeurde in de abdij waar hij zijn regel had geschreven, op de Monte Cassino.
Hoe ging het sterven van Benedictus in zijn werk? Dat vertelt paus Gregorius de Grote, die in het tweede boek van zijn Dialogen als eerste het levensverhaal van Benedictus beschrijft. Ik citeer het in de vertaling die de onlangs overleden grote geleerde professor Gerard Bartelink (zie aflevering 1245 van 18 januari) in 1980 samen met de al even geleerde Frits van der Meer maakte (in 2001 verscheen zij nog eens, nu ook met de andere levensbeschrijvingen uit dat tweede boek van de Dialogen, in een mooie uitgave van de SUN).

“In het jaar waarin hij uit dit leven zou heengaan, kondigde hij de datum van zijn heilig afsterven aan, zowel aan enkele leerlingen die met hem samenwoonden als aan enkelen die veraf leefden. Zijn huisgenoten legde hij op het gehoorde stil te houden; de afwezigen gaf hij aan dat zij een zeker teken zouden ontvangen wanneer zijn ziel uit zijn lichaam zou heengaan.
Zes dagen voor zijn verscheiden liet hij zijn graf openen. Kort daarna overviel hem de koorts, een heftige, gloeiende, slopende koorts: iedere dag werd hij zwakker. De zesde dag liet hij zich door zijn leerlingen naar de kapel dragen. Daar wapende hij zich voor zijn heengaan door het Lichaam en Bloed des Heren te ontvangen. Zijn krachteloze leden op de handen van zijn discipelen overeind houdend stond hij daar, met ten hemel opgeheven handen; en midden in de woorden van zijn gebed ademde hij zijn laatste zucht uit.
Op diezelfde dag viel aan twee van zijn medebroeders – de ene was in zijn klooster, de ander ver weg – het onthullende, volstrekt identieke visioen, een verschijning, ten deel. Zij zagen namelijk hoe een weg belegd met tapijten en verlicht door ontelbare lampen recht naar het Oosten liep, vanaf zijn klooster tot in de hemel. Daarboven stond een lichtende gestalte, een indrukwekkende verschijning, een man. Die vroeg hun wiens weg het was, die zij zagen. Zij bekende het niet te weten. Toen zei hij: ‘Dit is de weg waarlangs Benedictus, de godgeliefde, ten hemel is gevaren.’”

De hemelvaart van Benedictus, zijn transitus of overgang naar de eeuwigheid, over tapijten (een iconografische knipoog naar de intocht van Jezus in Jeruzalem, die komende zondag in de liturgie wordt gevierd) en verlicht door lampen is vaak afgebeeld. De meest beroemde is wel het fresco in de sacristie van de San Miniato al Monte in Florence, in 1387 vervaardigd door de Florentijnse kunstenaar Spinello Aretino (ca. 1350-ca. 1410). De San Miniato al Monte was een abdijkerk van de Olivetanen, een tak van de benedictijnse familie die witte habijten draagt (Godfried Bomans was ooit bijna ingetreden in de moederabdij van Monte Oliveto, zie aflevering 434 van 25 juni 2021) Daarom draagt Benedictus hier ook een habijt in die kleur.


Het meest sympathiek vind ik zelf echter de miniatuur uit een elfde-eeuws handschrift, afkomstig uit de abdij waar Benedictus overleed, Monte Cassino, en bewaard in de Vaticaanse bibliotheek (Cod. Lat. 1202), waarop Benedictus, ondersteund door twee medebroeders, de klassieke gebedshouding van de orante aanneemt, staand en met de handen in kruisvorm omhoog geheven. Zijn leven eindigde zoals het steeds was geweest: hoopvol biddend.
Nu moet ik vader abt nog even bellen of ik vandaag het gesprek vasten mag onderbreken om een glaasje Bénédictine te drinken.

Peter Nissen

Overgenomen met toestemming van de schrijver.

6e Zondag van de Veertigdagentijd jaar B – Het doel van de Goede Week

Schriftlezingen: Marcus 11,1-10 (Palmliturgie); Jesaja 50,4-7; Filippenzen 2,6-11 en Marcus 14,1 – 15,47

Palmzondag Wordt gekenmerkt door het grote contrast tussen de plechtige intocht van Jezus in Jeruzalem en het horen van het lijdensverhaal. Maar beide zijn nauw met elkaar verbonden. Tijdens de Goede Week richten we ons op het lijdensverhaal van Jezus. Alle teksten van de Goede Week spreken erover. De palmprocessie waarin we Jezus met gezang begeleiden als Hij de tempel binnengaat, toont ons het doel van de Goede Week. Ook al lijkt Jezus machteloos in zijn lijden, ook al lijkt hij de pion van de hogepriesters en de gouverneur Pontius Pilatus, het lijden van Jezus is de weg waarop Hij de glorie van God, de tempel van God, binnengaat. Het is ook voor ons een troostend beeld.
Juist waar we onze machteloosheid voelen, kunnen we ons volledig toevertrouwen aan Gods handen. Onze machteloosheid zal ons voor God openen. De evangelist Marcus begrijpt Jezus’ schreeuw aan het kruis als een schreeuw van overwinning. Jezus sterft niet als slachtoffer van de kerkelijke en politieke intriges die Hij op dat moment meemaakte. Hij sterft als overwinnaar. Dat is een belofte voor ons. Juist waar we overgeleverd zijn aan de duisternis van deze wereld, waar we ons machteloos voelen tegenover oorlogen en klimaatrampen, kunnen we ons net als Jezus in Gods handen laten vallen. Dan zijn we geen slachtoffers meer maar overwinnen we met Jezus al het lijden dat ons dreigt te verpletteren. Lijden zal ons niet verslaan als we ons laten openbreken door te lijden voor de liefde van Jezus. We worden opengebroken voor ons ware zelf. En ons ware zelf is altijd de overwinnaar en nooit de verliezer.

Anselm Grün osb
Abdij Münsterschwarzach

Gebed voor de zesde week

Toeleven naar de morgen van de verrijzenis

God onze Vader,
In de avond van deze dag
leven wij toe naar de morgen van verrijzenis
waarvan wij de waarborg bezitten
in de openbaring van Jezus;

wij bidden U:
sterk ons geloof
in wat geen oog heeft gezien,
sterk onze hoop
die ons staande houdt in de beproeving
en bevestig ons in de liefde
die alles prijs geeft
om het leven te vinden
met Jezus, onze broeder,
de eerstgeborene uit de dood.

br Thijs Ketelaars
Abt Adelbertabdij Egmond-Binnen

Uit: Van Vasten tot Verrijzenis, blz. 100-103