
Beloken Pasen – Zondag van de Barmhartigheid – Ze zijn vergeven
Schriftlezingen: Handelingen 2,42-47; 1 Petrus 1,3-9; Johannes 20,19-31
De perfectionistische christen
De mooiste belevenis uit het leven van Maarten Luther was wel de Turmerlebnis, de ervaring dat hij niet in Gods liefde was aangenomen doordat hij zelf zo goed zijn best had gedaan en een perfecte, brave jongen was, maar omdat God hem zijn genade en liefde geeft. Dit was voor hem een heel belangrijk inzicht en dat kunnen we – denk ik – wel herkennen. Ook wij hebben vaak de indruk dat wij het moeten verdienen om goed gevonden te worden. Kinderen in een gezin hebben dat soms al dat zij denken de liefde van hun ouders te moeten verdienen door goed te zijn; op het werk bij de baas krijgen we functionerings- en beoordelingsgesprekken en wachten we gespannen af of we goed genoeg bevonden worden. Ook Luther had dit heel sterk gehad. Hij was in het klooster getreden, maar in feite uit angst. Tijdens een hevig onweer deed hij de gelofte in het klooster te gaan als hij er levend uit zou komen en hij durfde die gelofte niet te verbreken. In het klooster probeerde hij met veelvuldig vasten en biechten, lange uren van gebed en allerlei andere werken, goed genoeg te worden. De aflatenpraktijk van die dagen werd een kantelpunt waar hij zich ruim 500 jaar geleden tegen keerde; met name tegen de gedachte dat je een goed werk kon doen of zelfs geld kon geven en daarmee de hemel kon verdienen. Dat werd het begin van de Reformatie. Die allereerste inzichten van Maarten Luther waren niet zo verkeerd. Andere theorieën en uitspraken, bijvoorbeeld die tegen de Joden, en zijn omgangsvormen kunnen we zeker niet aanvaarden. Hij was geen heilige.
Het cadeau van Gods barmhartigheid
Die oorspronkelijke gedachte dat alles begint bij de liefde en de genade van God, die je niet kunt en niet hoeft te verdienen, dat het leven niet gaat om het scoren van punten, het halen van targets, het verdienen van een beloning, maar om openheid en ontvankelijkheid voor dat grote cadeau van Gods barmhartigheid, dat is iets wat de kern raakt van ons bestaan. Luther zag een prestatiemoraal in het katholieke geloof en in de aflaten.
Je wordt al bemind!
We vieren op Beloken Pasen de zondag van de barmhartigheid, door paus Johannes Paulus II ingesteld op grond van de visioenen van de heilige zuster Faustina. U kent die afbeelding waarschijnlijk wel: een zegenende Jezus uit wiens hart rode en witte stralen komen naar de persoon die de afbeelding bekijkt, met de woorden eronder: “Jezus ik vertrouw op U”. Je bent al bemind, Hij heeft je al lief en ons antwoord is: “Vertrouwen”. Daarin en in het vertrouwen op het gebed van heel de gemeenschap van de Kerk, schuilt de betekenis van de aflaat, niet in een mechanisch verdienen van de hemel vanuit een prestatiemoraal. Het gaat hier om de manier waarop we voor God staan. We zijn geneigd om dat heel menselijk te doen: wij willen zekerheid dat Hij er is, wij willen onszelf bewijzen en iets doen en wij willen weten dat we genoeg punten hebben gespaard om dan het cadeau te ontvangen; wij willen berekenen en bewijzen.
Thomas en Luther
Dat is ook wat in het evangelie van vandaag naar voren komt in de woorden van de apostel Thomas, die zijn vingers op de wonden wil leggen. Hij benadert het geloof in de verrezen Heer als een soort menselijke rekensom: Hij wil bewijzen, hij wil het na kunnen rekenen en Hem aan kunnen raken. Dan pas zal hij geloven. Maar Luther zei – en dat was wel weer heel mooi -: we zijn allemaal bedelaars, we staan voor God met lege handen. “Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben”, zegt Jezus zelf ervan. Het enige dat we nodig hebben is vertrouwen. Het is een belangrijke boodschap in deze prestatiemaatschappij: je hoeft niets te doen, je mag er zijn, je bent al goed en in zijn liefde aangenomen. Leef gelukkig in dat vertrouwen.
† Jan Hendriks