Anselm Grün – Uitnodigen

We kunnen mensen alleen uitnodiging voor de kerk als we zelf warm lopen voor het geloof

Het idee van de uitnodigende kerk heeft me diep geraakt. Ik heb precies zo’n ervaring in het jeugdwerk opgedaan. Ik heb de 250 jongeren die de stille dagen in het klooster doorbrachten uitgenodigd om ’s morgens alom 05.45 uur aanwezig te zijn bij onze Trauermetten, die negentig minuten duren. Meer dan twee derde gaf aan de uitnodiging gehoor en deed ’s morgens in alle vroegte al een diepe spirituele ervaring op. Ooit was er een tijd dat de leiders zich verontschuldigden omdat we zo vroeg zulke lange getijdengebeden hielden. Toen kwamen er natuurlijk ook steeds minder jongeren. Onze moed en ons zelfvertrouwen maakt of de dienst die wij vieren belangrijk is voor onszelf, en dat dus ook kan zijn voor de jongeren, de buren of de vrienden die we voor deze viering uitnodigen. Als ik me moet verontschuldigen dat de dienst een oud ritueel is en dat veel ervan onbegrijpelijk is, zullen de buren niet staan te trappelen om mee te gaan. Maar als ik er zelf vol van ben, als ik enthousiast kan vertellen hoe de kerkdienst me boven mijn problemen uittilt, zullen vrienden en buren maar wat graag aan de uitnodiging gehoor geven.

Uitnodigen is niet hetzelfde als evangeliseren, waarbij vaak druk op mensen wordt uitgeoefend. Ik zet mensen niet onder druk. Ik nodig uit omdat de dienst voor mij een heilige en heilzame belevenis is, die ik mijn buren ook gun. Hier in Duitsland maak ik ook mee dat mensen zich verontschuldigen dat ze naar de kerk gaan. of dat mensen zichzelf buitenbeentjes voelen omdat ze nog elke zondag in de kerk zitten. Er is moed voor nodig om buren en vrienden uit te nodigen. Maar niet alleen dat. Ook de drie g’s die u beschreef mogen niet ontbreken. Om te beginnen de gastvrijheid. Ik nodig de gast uit in een ruimte die mij heilig is, in mijn persoonlijke ruimte. Ik kan niet simpelweg iemand meenemen naar de kerk en de pastoor een groter publiek geven. Ik moet de kerkruimte beschrijven als mijn persoonlijke ruimte, waar ik mezelf mag zijn met al mijn wonden, zorgen en angsten, waar ik antwoorden en vaak genoeg zelfs genezing van mijn kwetsuren krijg.

Dan het getuigenis. Ik kan de ander alleen uitnodigen als ik vertel wat het geloof voor mij inhoudt. Wat betekent de eredienst voor mezelf? Wat spreekt me aan, hoe helpt het me om in het dagelijks leven met mijn zorgen te dealen?

Bij gastvrijheid hoort ook het vertrouwen dat de Geest waait waarheen hij wil. Misschien bereikt hij niet iedereen die ik uitnodig. Dat aanvaard ik. Ik kan de ander het geloof niet opleggen of opdringen. Het enige wat ik kan doen is uitnodigen. Het geloof tot stand brengen moet de heilige Geest zelf doen. Maar ik moet erop rekenen dat die Geest ook vandaag in mensen werkt.

Afkomstig uit: Toekomst zien in de kerk, Leo Fijen & Anselm Grün, Adveniat, 2018