Meer
In de herfst van je leven is er vaak een ‘minder’. Je hebt minder energie, neemt minder taken op je en kunt minder bewegen dan je zou willen. Je kunt niet blijven rennen als je de leeftijd van 70 of 80 jaar bereikt. Maar er is ook een ‘meer’. Je kunt meer de tijd nemen, meer stil staan bij wat wezenlijk is in het bestaan en meer aandacht geven aan ieder die op je pad komt. Je hebt het gevoel alsof de kleuren van je leven intenser worden en alsof je nu pas ontdekt waar het in je bestaan om gaat: dat je er meer mag zijn voor de ander en zo ook in de herfst van je bestaan tot nieuw leven kunt komen. Dit is geen mooie verhandeling om de ouderdom mooier te maken dan zij is, nee, dit zijn de woorden van Rob Hoogenboom. Jarenlang woonde hij in de Derkinderenstraat te Amsterdam. La Verna was het huis en de toerustingsplek voor mensen in de buurt. Het was het klooster van de franciscanen in de hoofdstad, maar het werd steeds meer een ontmoetingsplek voor zinzoekers en gelovigen, voor moslims en christenen. Alles wat het leven boeiend maakt, in de ontmoeting van culturen en religies, dat gebeurde daar. Ten diepste was het een oefenplek voor onze tijd: om te luisteren naar elkaar en te leren van elkaar. Gelegen aan de ringweg van Amsterdam werd daar ook een paar keer per dag gebeden, met stilte die ieders hart raakte. Ik ben er meer dan eens geweest en had altijd het gevoel om thuis te komen. Dat geldt zeker voor Rob Hoogenboom, inmiddels 77 jaar. Met zijn 80-jarige confrater Frans Gerritsma was hij de laatste der franciscanen daar. En dat deed pijn. Want zij moesten de boel sluiten maar vonden in hun verdriet ook een nieuwe weg. Een paar kilometer verderop staat een pastorie leeg. Al drie jaar. Daar verhuizen ze naar toe, als een soort kraakwacht. En zo blijven de franciscanen in Amsterdam en mogen Rob Hoogenboom en Frans Gerritsma hun droom blijven leven: bidden voor die mooie stad en voor ieder die het moeilijk heeft. Zo kun je ook in de herfst van je leven een nieuw begin maken. Zo is alles minder en tegelijk veel meer.
Leo Fijen