
6e Zondag van Pasen jaar A – Geestelijke eenzaamheid
Schriftlezingen: Handelingen 8,5-8.+14-17; 1 Petrus 3,15-18 en Johannes 14,15-21
Geestelijke eenzaamheid
U hebt het misschien ook weleens meegemaakt dat mensen om u heen druk waren met bepaalde zaken, zich daar over konden opwinden, terwijl uzelf met iets heel anders bezig was en u die dingen waar de mensen om U heen zich zo druk om maakten eigenlijk alleen maar als totaal onbelangrijk kon ervaren. We hebben dat denk ik allemaal wel als we een dierbaar iemand hebben verloren of met een ernstige ziekte te maken hebben en mensen om ons heen praten over de gewone alledaagse dingen: over de politiek, een klein ongemak, het voetbal, het werk, over anderen. En hoewel u misschien zelf ook een groot voetballiefhebber bent en vaak over het werk of de politiek hebt gepraat, kan dat gepraat op zo’n moment zelfs pijnlijk zijn, omdat we die onderwerpen dan als volkomen onbelangrijk ervaren en ergens het gevoel hebben dat er aan onze pijn, onze ervaring, ons verdriet misschien daardoor voorbij wordt gegaan.
Wat we niet kunnen delen
Juist met de ervaringen die ons diep raken, die ons een diepe vreugde geven of een groot verdriet, kunnen we ons soms echt eenzaam voelen. Nee, dat geldt niet alleen voor droevige dingen, ook iets wat door ons als kostbaar en mooi wordt beleefd, wat een diepe indruk op ons heeft gemaakt, kunnen we vaak moeilijk delen. Ik heb bijvoorbeeld vaak gehoord van mensen die vertelden wat God of Maria voor hen betekent, hoe zij ervaren hadden dat God of Maria hun nabij was in bepaalde situaties, die misschien zelfs iets hadden meegemaakt wat eigenlijk wonderbaarlijk was, terwijl die mensen daaraan toevoegden: “Daar kan ik eigenlijk met niemand over praten”. Zo kan iemand dus in zijn diepste gevoelens eenzaam zijn. Dat gebeurt ook in een relatie. Op een of andere manier zullen we allemaal weleens een soort geestelijke eenzaamheid ervaren. Het is nu eenmaal zo dat niets op deze aarde ons helemaal kan vervullen. We komen allemaal op een punt waarop we moeten concluderen: dit kan ik met niemand delen, of maar een heel klein beetje. Hierin sta ik ergens alleen.
Jezus’ geestelijke eenzaamheid
Dit was ook de ervaring van de eerste leerlingen van Jezus en van Jezus zelf. Jezus heeft lang rondgelopen met de wetenschap dat het slecht met Hem zou aflopen, dat Hij gegrepen, gemarteld en gekruisigd zou worden. Hij heeft wel geprobeerd om daar met zijn apostelen over te praten – in lijdensvoorspellingen en gesprekken aan de tafel van het Laatste Avondmaal bijvoorbeeld -, maar dat lukte niet echt. De apostelen hadden daar weinig begrip voor, vaak begonnen de leerlingen dan gewoon gauw over iets anders. Jezus kon er dus met niemand over praten en dat moet Hem een groot gevoel van eenzaamheid hebben gegeven, wat tenslotte zijn hoogtepunt vond in de uitroep van Jezus aan het kruis: “Mijn God, mijn God, waarom hebt ge mij verlaten?” Misschien dat we ook weleens geneigd zijn om die verzuchting te slaken.
Geestelijke eenzaamheid van de leerlingen
De leerlingen hebben dat later zelf ook ervaren.Zij hebben succes gehad met de verkondiging van het evangelie. Dat komt in de eerste lezing van deze zondag tot uiting: Filippus’ woorden oogstten algemene instemming. Maar de tweede lezing uit de brief van de apostel Petrus had het er al over dat we er rekening mee moeten houden dat mensen ons niet begrijpen, dat zij onze christelijke levenswandel beschimpen en lasterpraat over ons uitstrooien. Wie dat weleens heeft meegemaakt, weet hoe afschuwelijk dat kan zijn: mensen worden zwart gemaakt, verdacht gemaakt, terwijl ze dat niet verdienen. Petrus schrijft zijn mensen in de genoemde brief: “Heilig in uw hart Christus als de Heer”. Dat wil zeggen: rustig blijven, geef het over, geef het af, niet als een wilde in het rond gaan slaan. “Verdedigt u met zachtmoedigheid en gepaste eerbied en zorg dat uw geweten zuiver is”. Rustig volhouden, jezelf blijven, geen gekke dingen doen! In de eenzaamheid die de leerling van Jezus ervaart staat die Heer aan onze zijde. Jezus bereidt in het evangelie zijn leerlingen erop voor dat ze alleen zullen staan met hun geloof, dat de wereld niet voor de Geest van waarheid ontvankelijk is, dat mensen met andere dingen bezig zijn en van de boodschap vaak niets moeten hebben; dat hebben de apostelen inderdaad meegemaakt: ze hebben volop tegenwerking gekend, werden door hun eigen mensen uitgestoten. En bijna allemaal zijn ze uiteindelijk als martelaar gestorven, zonder dat zij zelf ook maar enig geweld hadden gebruikt.
De Geest als gezel
“Als je Mij liefhebt, zul je mijn geboden onderhouden en de Vader zal je een andere helper geven die altijd bij je zal blijven”: de heilige Geest. Jezus zegt zijn leerlingen: Ik laat jullie niet alleen, ik zal jullie niet verweesd achter laten, Gods geest zal met jullie zijn. Ga gewoon door met het goede te doen, onderhoud mijn woord, laat je daar niet vanaf brengen. Ga rustig door, met vertrouwen, standvastig, Ik help je er door heen.
† Jan Hendriks
Afbeelding: Jose Antonio Alba via Pixabay