
5e Zondag van de Veertigdagentijd jaar C – Jezus schrijft in het zand
Schriftlezingen: Jesaja 43,16-21; Filippenzen 3,8-14 en Johannes 8,1-11
Wekelijks Pasen
De passietijd brengt ons tot sobere eenvoud en inkeer, tot boete en verzoening, tegelijk vieren we zoals iedere zondag ons wekelijks Pasen: de verrijzenis van Jezus Christus, onze grootste bron van hoop en vreugde.
Een leven gevend geheim
Wat we in deze weken zo betrokken en met eerbied gedenken is niet allereerst de gruwelijke dood van een onschuldig iemand die als misdadiger werd veroordeeld en ter dood gebracht, maar veeleer een leven gevend geheim, het paasmysterie, dat God ons zozeer heeft lief gehad dat Hij ons zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven en dat die uit liefde voor ons de geringste is geworden, de dienaar van allen.
De kern van iedere roeping
Daar ligt in een notendop de vreugde en de roeping van iedere christen, van ons allen. Zoals de apostel Paulus het vandaag zei in de tweede lezing: “Ik wil Christus kennen, ik wil de kracht van zijn opstanding gewaar worden en de gemeenschap met zijn lijden. Ik wil steeds meer op Hem lijken in zijn sterven om eens te mogen komen tot de wederopstanding uit de doden”. Daar ligt de roeping van ons allemaal. Het gaat over geven, beschikbaarheid, over er zijn voor een ander in vriendschap en liefde, voor elkaar, voor de Heer, voor de armen, voor je naaste.
Betrapt
Het evangelie van deze zondag maakt ons duidelijk wat dat betekent. Een vrouw wordt betrapt bij overspel. De man met wie zij dat heeft gedaan, komt niet ter sprake, de zwakkere wordt vernederd. Het komt vaak voor dat mensen die hard over anderen oordelen, zelf de zonden begaan die zij bij anderen aanklagen. In wat de Farizeeën en Schriftgeleerden doen, zit de intentie om Jezus van iets te kunnen beschuldigen; zij verwerpen hun Heer en is dat niet de kern van de definitie van een overspelig geslacht, zoals de bijbel dat noemt? Maar Jezus schrijft op de grond.
Niet in een rots gebeiteld
Velen hebben zich afgevraagd wat Jezus daar zou schrijven. Maar het gaat er niet om wat Hij schrijft – anders had de evangelist ons dat wel gezegd – het gaat erom dat Hij in het zand schrijft. De zonde die zij begaat en de zonden die wij begaan, zijn niet in een rots gebeiteld, maar in het zand geschreven. Ze kunnen worden uitgewist en ze zijn feitelijk al uitgewist door de vriendschap tot de dood, door de liefde van het kruis van Jezus Christus.
Zijn blik op ons gericht…
Door het doopsel zijn wij in die vriendschap opgenomen. In het boetesacrament zullen we iedere keer opnieuw diezelfde woorden mogen horen: “Ga heen en zondig niet meer. Ook ik veroordeel je niet”. Dat zegt iets over de blik waarmee Jezus naar ons ziet en dus over de blik waarmee wij willen zien als wij op Jezus willen lijken.
Onze blik
Dat die blik ons eigen mag zijn, die in de ander niet zozeer de grenzen als wel de mogelijkheden ziet, die wil dienen, die wil zoeken, die oog heeft voor wie zwakker is en arm, met lege handen staat. Ook omdat wij wel beseffen dat we uiteindelijk allemaal met lege handen staan…
† Jan Hendriks
Afbeelding: Christus en de overspelige vrouw, Pieter Brueghel de jongere, Philadelphia Museum of Art, 1600