5e zondag van de veertigdagentijd jaar C – Achter en voor de camera

Schriftlezingen: Jesaja 43,16-21 en Johannes 8,1-11

Toen ze op een antwoord bleven aandringen, keek Hij op en zei: ‘Wie van u zonder zonde is, moet dan maar als eerste een steen op haar werpen.’ (Johannes 8,7)

Wij kijken anders naar het verhaal van de overspelige vrouw dan de tijdgenoten van Jezus. Wat mensen toen verbaasde was dat Jezus opkwam voor de overspelige vrouw. De steniging zelf was toen min of meer geaccepteerd. Wij vinden daarentegen normaal dat Jezus opkomt voor de vrouw, maar beschouwen een steniging, van wie dan ook, als een barbaarse praktijk. Niet voor niets zetten zoveel mensen overal ter wereld zich in voor Sakineh Ashtiani uit Iran, die op beschuldiging van overspel veroordeeld is tot de dood door steniging.

Dat wij de humane en barmhartige houding van Jezus normaal vinden, is een goed teken. Het laat zien dat de geest van Jezus geleidelijk aan doorwerkt in heel de samenleving. Wel gaat dit langzaam. In de Verenigde Staten, toch een land met een sterke christelijke traditie, bestaat de doodstraf nog steeds. In 1999 vond paus Johannes Paulus II het bij zijn bezoek aan St. Louis nodig om kort en goed te verklaren dat de kerk tegen de doodstraf strijdt, omdat die zowel wreed als onnodig is.

De doodstraf is onbarmhartig, omdat ze een leven letterlijk ‘af maakt’. Ze beëindigt het op het ongelukkigste moment. Maar ook zonder doodstraf kan iemand worden vastgepind op wat hij gedaan heeft. De camera legt het moment waarop een voetballer een tegenspeler genadeloos onderuit haalt, stil, zodat de kungfu-trap eindeloos herhaald kan worden. Wat ex-gedetineerden ook doen, hun delict blijft hen achtervolgen in strafbladen en cv’s. Ze zijn vereenzelvigd met wat ze ooit gedaan hebben. Maar iemand is meer dan wat hij gedaan heeft.

De plaats achter de camera is trouwens comfortabel. De cameraman blijft buiten beeld. Maar in het verhaal van vandaag draait Jezus de rollen om en Hij is het die de camera op jou richt met de priemende woorden: ‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen!’ Zo breekt Hij de keten van onbarmhartigheid: ‘Ook Ik veroordeel je niet; ga heen en zondig niet meer. Maak een nieuw begin!’ Een mens is nooit af. Hij is Gods evenbeeld en kan en mag daarom niet definitief worden vastgelegd.

Jan Hulshof