4e zondag van de Veertigdagentijd – Perfect zijn? Durf vergeving te vragen!

Schriftlezingen: 2 Kronieken 36,14-16; Efeziërs 2,4-10 en Johannes 3,14-21

Hij ziet je verdriet
God kijkt naar ons hart. Wij mensen kijken naar de buitenkant en wij zien vaak bij mensen het beeld dat zij van zichzelf geven. En wij mensen zijn nu eenmaal geneigd ons op een bepaalde manier voor te doen: we willen graag een goede indruk maken; we zeggen dat het goed gaat, ook als we het best wel moeilijk hebben; we scheppen liever een beetje op dan dat we onze mislukkingen toegeven, we komen graag een beetje succesvoller, rijker over dan we in werkelijkheid zijn, om maar een paar voorbeelden te geven. “Het gaat als een tierelier…”, zegt de zzp-er die niets om handen heeft, “Ik heb de boel nog net kunnen redden”, zegt de man die vrijwel niets heeft gedaan. We doen meestal graag of alles goed gaat of we kunnen beantwoorden aan de hoogste eisen…. Maar God ziet ons hart, Hij kent onze kleine kanten, Hij ziet ons verdriet; Hij kijkt anders dan mensen, Hij heeft ons gewild en gemaakt.

Hij wil een band
Vroeger hadden mensen soms een beeld van God als een streng en alziend oog, een oog dat alles in de gaten hield en iedere zonde zou bestraffen. Nú hebben mensen vaak helemaal geen beeld van God, omdat die God ver van hen af is komen staan; Hij is een vage figuur, een onbekende, zoals dat gaat met iemand die je zelden ziet en die vooral een herinnering is uit een ver verleden. Maar Hij zou niet die onbekende willen zijn, Hij zou het liefst met ieder mens een persoonlijke relatie aan willen gaan, een band met mensen hebben, van hart tot hart.

Veel gemeenschappelijk
Hoe krijg je een band met mensen? Vaak gebeurt dat door wat je samen meemaakt. Je krijgt een band met Iemand die je heeft gesteund in moeilijke tijden, die er voor je was en voor wie je zelf ook weer een steun kon zijn, met wie je kon praten. En we merken dat een band die is ontstaan in onze jonge jaren soms heel ons leven kostbaar blijft. Ik merk het zelf met vrienden uit mijn jeugd: al heb ik hen jaren niet gezien, we pakken de draad van het gesprek weer heel gemakkelijk op, omdat we zoveel gemeenschappelijk hebben.

Een verbleekte relatie?
Zo ongeveer gaat het ook in onze relatie met God. Wat ouders op dit gebied aan hun kinderen meegeven in de jaren van hun jeugd, zijn zaadjes die rusten op de bodem van hun hart. Soms vervaagt het beeld van God tot een vergeelde, slechte bleke foto. Maar er is een basis waarop de vriendschap zich kan herstellen. Het is dus toch belangrijk als U het geloof en het vertrouwen hebt voorgeleefd en doorgegeven, ook als kinderen er misschien weinig mee doen. Dat is jammer, want het geloof is een kostbare schat. maar als er eens een moeilijke periode komt hebben ze hopelijk toch iets, nee: ze hebben Iemand om op terug te vallen! Het is een Vader die van hen houdt en met wie ze toch ergens iets van een band hebben meegekregen.

Opzien naar de slang
Jezus spreekt in het evangelie van vandaag met Nicodemus, een van de voornaamste schriftgeleerden. Die schriftgeleerden waren niet allemaal zo op Jezus gesteld, maar dit is er toevallig een, die open staat en ontvankelijk is. Jezus nodigt die voorname Nicodemus uit om als een eenvoudig kind op God te vertrouwen en op Jezus, Gods Zoon. “De Mensenzoon (dat is Jezus) moet opgeheven worden, zoals Mozes eens de slang ophief in de woestijn”. Jezus verwijst hier naar een gebeurtenis tijdens de tocht van de Joden vanuit Egypte, door de woestijn, op weg naar het beloofde land. De Joden kregen te maken met een plaag van giftige slangen. Vele Joden werden gebeten en vonden de dood, maar Mozes kreeg de opdracht van God om een bronzen slang te maken en die op een paal ten toon te stellen. Ieder die naar de slang opkeek, zou worden gered.

Naar het licht…
Ook Jezus wordt omhoog geheven op een paal, aan het kruis en wie met geloof en vertrouwen naar Hem durft te kijken zal worden gered. Hoe moet je dus kijken? Met geloof en vertrouwen, met hoop en met liefde. Niet met angst, niet met ongeloof, niet met afkeer, maar met het verlangen naar het licht te mogen gaan, te mogen groeien, een steeds mooier, innerlijk rijker, beter mens te worden. Onze Lieve Heer rekent niemand van ons af op de fouten die we misschien hebben gemaakt of die we nog zullen gaan maken. Hij kijkt naar ons verlangen, naar onze inzet, naar de stappen die wij zetten: “Wie de waarheid doet, gaat naar het licht”.

Beter niet ‘perfect’
De Farizeeën en de schriftgeleerden in het evangelie vonden van zichzelf vaak dat ze heel perfect waren, veel beter dan andere mensen. Juist daardoor konden ze zich niet openen voor een echte ontmoeting met Jezus. Maar tollenaars en zondaars, ontuchtige vrouwen deden dat wél. Zij werden veracht door de mensen, maar in Gods oog waren zij zo slecht nog niet, omdat zij het zelf niet te hoog in de bol hadden, omdat zij zichzelf niet perfect en geweldig voordeden, maar uiteindelijk eenvoudig en nederig bleken te zijn, het licht van de Heer over hun leven lieten schijnen, fouten onder ogen konden zien, open stonden voor iets nieuws, een andere weg, stappen naar een beter mens-zijn.

“Sorry…”
Een vader van een gezin zat altijd in de kerk, maar hij misbruikte zijn dochters seksueel, zijn eigen kinderen! Nooit kwam hij erop terug, er werd nooit over gepraat, het werd met een kleed van zwijgen bedekt. Een dochter die ik sprak had het weleens geprobeerd, maar dat werd helemaal niets. Tot hij op sterven kwam te liggen. Hij stond dus voor de poort van de hel of de hemel. Hij legde zijn hand op haar arm en zei, terwijl hij naar keek, één woordje slechts: “Sorry”. Het was niet veel, het was te weinig, hij kón nu ook niet veel meer met de krachten die hem restten en het was laat, te laat, maar het was wel het belangrijkste woordje dat hij ooit tegen haar had gezegd. Even ging het pantser van onaantastbaarheid, van heerszucht en hoogmoed een klein beetje open, even keek hij op naar de bronzen slang, naar het kruis van Jezus Christus en misschien heeft dat ene woordje zijn eeuwig leven gered….

Nederige overgave
Geloven is per definitie een daad van nederigheid, van eenvoud, omdat het een “je overgeven” is, je vertrouwen op een Ander stellen en niet op eigen kracht, op weg gaan naar het licht en niet denken dat jijzelf dat licht bent. Geloven is niet je goed voordoen, maar proberen goed te zijn en God te dienen. In deze veertigdagentijd worden wij uitgenodigd om zo naar onszelf te kijken met eenvoud, nederigheid en vertrouwen, vergeving te schenken en te vragen, misschien ook eens een keer in een goede biecht. Als een teken dat we houden van het licht – ook als dat misschien wel eens een keer valt op onze minder goede eigenschappen –, omdat we in de waarheid willen leven. Want voor God hoeven we ons niet mooier voor te doen dan we eigenlijk zijn; Hij kent ons hart, Hij houdt van ons zoals we zijn, met onze kleine kanten.

† Jan Hendrikx

 

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!