
3e Zondag van de Advent jaar C – Wie kun je niet vergeven?
Schriftlezingen: Sefanja 3,14-18a; Filippenzen 4,4-7 en Lucas 3,10-18
Afkeur
“U doet het helemaal niet goed, dit is volkomen fout”. Stel dat iemand dat zo tegen U zou zeggen, wat zou U dan ervaren? Hoe zou Uw reactie zijn? Ik vermoed zomaar dat zo’n opmerking niet positief zou overkomen. Want ieder mens wil het graag goed doen en wil ook gewaardeerd en erkend worden.
Tegenover God
Heel anders wordt het als iemand zelf naar je toekomt en zegt: “Doe ik het zo eigenlijk wel goed of zou het beter anders kunnen, wat vind je?” Als iemand zoiets zegt dan hebben we een goede ingang om een beetje bij te sturen. Als we tegenover God staan is het goed en zelfs belangrijk om die tweede benadering te nemen: “Goede God, wat vindt U, doe ik het zo goed of moet ik het toch wat anders doen? Heer, wat wilt U dat ik doe”.
Onvergefelijk
Dat klinkt misschien logisch, maar zo logisch is het niet en gemakkelijk al helemaal niet. Laat ik maar een voorbeeld nemen: stel er is nog een grote pijn in uw hart: een afkeer en boosheid om wat iemand U ooit heeft aangedaan. U wil niets met die persoon te maken hebben. Het kan zijn dat als U in de kerk de woorden hoort: “vergeef elkander”, dat die persoon voor U daarbuiten valt en u alleen maar kwader wordt als U terugdenkt aan wat die persoon heeft gedaan.
Een vraag om vergeving, een nieuw begin
Wat zou U zeggen als zo’n persoon naar U zou komen en vergeving vragen zou? Dat is wat er gebeurde in de tijd van Jezus en Johannes de Doper. De boodschap van Johannes was een boodschap van bekering. Natuurlijk viel dat niet bij iedereen even goed, maar in het evangelie van deze zondag komen allerlei mensen naar hem toe – echt geen braverikken – die willen horen wat ze beter kunnen doen. Er zijn tollenaars bij die als oplichters bekend stonden en als personen die zichzelf verrijkten; er zijn soldaten bij die plunderden en onderdrukten. Maar die komen nu zelf met die prachtige vraag: “Wat moet ik doen? Wat kan ik doen om een beter mens te zijn?” Johannes heeft dus een mooie ingang, er is openheid, er lééft een vraag! Dat is fantastisch! Want een mens die zoekende is zal antwoorden vinden!
Moeilijk te vergeven?
Maar wil je zo iemand vergeven? Kun je het vergeven? Als een persoon die met haat in zijn hart zit, hoort dat hij moet vergeven, dan kan hij denken: “Dat wil ik niet, dat doe ik niet” of hij kan denken: “dat kan ik niet, het doet nog te veel pijn”. Dat laatste is niet erg, niemand hoeft al klaar te zijn, als we maar een stapje proberen te zetten. Het leven is een oefening, we zijn er nooit helemaal. God is geen vader die ons in de gaten houdt en ons slaat als we iets fout doen, Hij is een liefdevolle, barmhartige vader en dat geldt ook voor wie het maar moeilijk vindt om te vergeven.
Een kwade reactie
Johannes de Doper wees de vorst Herodes terecht om zijn wandaden en overspel en dat werd hem fataal: zijn kop ging eraf! En Jezus wees de Farizeeën en Schriftgeleerden terecht en dat werd Hem fataal: ze sloegen Hem aan het kruis. Ze stapten niet over hun eigen gekwetste gevoelens heen en regeerden met geweld.
Een open vraag
Stel liever een vraag, waarmee je afstand neemt van je eigen gevoelens van kwaadheid en gekwetst zijn: Vraag: “Heer, wat wilt U dat ik doe?” Of vraag om kracht en hulp, om licht en kracht en wijsheid. Dat is een teken van nederigheid, van een eenvoudig hart en die eenvoud zal ons redden. Als we op het Kerstfeest in de kribbe kijken naar het Kind, Zouden we mogen vragen: “Heer, laat mij zijn als een kind, geef mij een nederig en eenvoudig hart. Dan zal ik vrede kennen!”
† Jan Hendriks
Afbeelding: De prediking van Johannes de Doper – Pieter Brueghel de Oude, Museum of Fine Arts, Budapest, 1566