
32e Zondag door het jaar – Zijn we er klaar voor?
Schriftlezingen: Wijsheid 6,12-16; 1 Tessalonicenzen 4,13-18 of 13-14 en Matteüs 25,1-13
Hoe snel gaat het leven voorbij!
Hoe kijkt U naar het leven en naar de toekomst? Er zijn misschien dingen waar u angst voor hebt of waar U liever niet aan denkt en er zijn ook mooie dingen en er is van alles gebeurd. Nu ik wat ouder geworden ben en soms weleens terug kijk naar het verleden, valt me vooral heel erg op hoe enorm snel de jaren voorbij zijn gegaan. In mijn ervaring was ik – als het ware – gisteren nog een jongere die dacht dat die een heel leven voor zich had – een bijna eindeloos lang leven – en vandaag ben ik alweer een oude man. Zoveel jaren liggen achter mij – voorbij in een vloek en een zucht – en hoeveel jaren zal ik nu nog hebben? Het grootste deel van mijn leven is al weer voorbij!
Passanten
Wie ook weleens zulke gedachten krijgt – en dat gebeurt de meeste mensen waarschijnlijk wel -, ervaart de betrekkelijkheid van het leven: we zijn maar passanten op de aarde. Misschien dat dan ook terecht de gedachte komt dat we niet te veel belang moeten hechten aan de dingen van deze wereld – aan het geld en het goed, aan wat we willen hebben en bereiken – om ons beter voor te bereiden op wat hierna gaat komen. Ja, dat zijn gedachten die ook wel een beetje horen bij de herfst en de weg naar de winter. Begin november vieren we Allerheiligen en Allerzielen: dan gaan onze gedachten naar de heiligen in de hemel en dierbare mensen die ons zijn voorgegaan.
Wachten op de bruidegom
Ook de lezingen van deze zondag gaan mee in deze lijn. We hoorden de parabel of gelijkenis van de bruidsmeisjes: vijf waren dom en dwaas, vijf verstandig en wijs. Dit is een verhaal dat Jezus vertelt om iets duidelijk te maken. Het verhaal is niet per se echt gebeurd al is de situatie uit het dagelijks leven genomen; het gaat om de gelijkenis, de vergelijking met ons leven. In Jezus’ tijd werd het huwelijk gesloten met een overeenkomst, maar men ging daarna nog niet meteen samenwonen. Samenwonen deed men pas een tijdje na de huwelijkssluiting. Als het huwelijk beklonken was werd het huwelijksfeest voorbereid en alles werd voor het leven samen klaar gemaakt. Dan kwam de grote dag van dat feest waarop de bruidegom de bruid bij haar ouders thuis ging ophalen om haar feestelijk mee te nemen naar nieuwe huis waar het huwelijksleven zou beginnen. De bruidegom werd bij het ouderlijk huis van de bruid opgewacht door bruidsmeisjes met brandende lampen en bruid en bruidegom gingen dan onder die feestelijke begeleiding naar het nieuwe huis of de zaal waar het feest werd gevierd. In zuidelijke landen is men niet altijd heel punctueel; Ik heb zelf in Italië bij de kerk weleens een uur op het bruidspaar moeten wachten. Wij hebben een klok, maar zij hebben de tijd, dus het was heel gewoon dat de bruidegom uren te laat komt. Zo gaat het ook in dit verhaal.
Wij zijn het die staan te wachten
De bruid komt niet voor in het verhaal en de vijf bruidsmeisjes zijn wel heel erg dom: uren staan ze te wachten, maar ze komen er pas achter dat ze geen olie hebben als de bruidegom eraan komt. En de andere vijf reageren nogal fel: ze willen hun olie niet delen. De bruidegom is ook wel fors, zeker voor zo’n feestelijke dag: die domme meisjes kent hij niet en ze vinden de deur op slot! Maar dit verhaal wordt zo verteld omdat het gaat om de gelijkenis. Het gaat om ons, mensen die wachten op de Heer en die op het feest van God zijn uitgenodigd en mogen binnengaan in de hemel, als wij daar klaar voor staan.
De beste voorbereiding
Hoe kijken we naar de toekomst? Sommige mensen kijken helemaal niet naar de toekomst, ze leven bij de dag. Daar zit ook wel iets goeds in. Jezus zegt zelf ergens in het evangelie dat we ons geen zorgen moeten maken voor de dag van morgen, want iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen. Dus niet lopen piekeren over hoe het verder moet: we mogen leven met vertrouwen. Dat vertrouwen geeft hoop en vreugde. Het is de beste voorbereiding. Wie vertrouwen heeft staat altijd klaar en de Heer kan komen. Vijf van die bruidsmeisjes uit het verhaal dachten nergens over na, ze hielden zich er niet mee bezig en dat werd niet op prijs gesteld, want al wisten ze wat ze moesten doen en waarvoor ze waren gekomen, ze hadden zich toch niet voorbereid. Waar leven we voor, staan we klaar om de Heer te ontvangen? Is er nog iemand met wie we het goed moeten maken, zijn we met ons eigen leven verzoend? Staan we klaar voor anderen? Is ons koffertje voor de grote reis gepakt? Daar gaat het in dat evangelie om. We weten niet wanneer Hij komt. Een goed en waardevol leven, vertrouwen, een mooi spoor dat we achterlaten, dat is de olie waarmee we die lamp brandend kunnen houden om de Heer welkom te heten.
† Jan Hendriks
Afbeelding: vined mind via Pixabay