2e Zondag van de Veertigdagentijd jaar C – Vergeet de mooie dingen niet!

Schriftlezingen: Genesis 15,5-12+17-18; Filippenzen 3,17-4,1 en Lucas 9,28b-36

Een deur ging open…
Hoe zouden die apostelen Petrus, Jakobus en Johannes zich hebben gevoeld toen ze samen met Jezus die berg afdaalden, nadat zij hun vriend en Heer stralend wit hadden zien schitteren en in gesprek hadden gezien met Mozes en Elia, die twee grootste figuren uit het Oude Testament, die in hun persoon Wet en Profeten ertegenwoordigden? Wat zullen ze gedacht hebben en gevoeld, die apostelen? Hebben we gedroomd? Is dit werkelijk gebeurd? Hebben we het ons verbeeld? Tegelijk was er een innerlijke vreugde waarschijnlijk om die mooie ervaring, dat er even een deur naar de hemelse heerlijkheid was open gegaan. Toen ze weer beneden waren en het dagelijks leven verder ging, terwijl het verzet tegen Jezus langzaam sterker werd, die weerstand die Jezus tenslotte aan het kruis zou brengen, toen leek dat gebeuren, daar boven op die berg, waarschijnlijk heel ver weg. Misschien hebt u zo’n soort ervaring ook weleens opgedaan.

Die ene negatieve ervaring
Over het algemeen zijn we geneigd de nare en moeilijke dingen goed te onthouden terwijl de mooie dingen vaak net iets minder indruk maken. Als onze dag best goed is geweest, we hebben prettig gewerkt, gezellig dit of dat gedaan, leuk gesproken met die en die, enzovoorts, enzovoorts – gewoon een goede dag –, maar er zat tussen alle gebeurtenissen van die dag ook een nare ervaring: iemand die ons een snauw gaf, pijn deed, of dat er iets lelijk mis ging, dan onthouden we gemakkelijk vooral dat ene negatieve ding en vergeten alles wat mooi en goed was.

Een luikje naar de hemel
Zo gaat het ook in ons geloof: af en toe geeft God ons een teken van Zijn nabijheid, van Zijn heerlijkheid en van het geluk dat ons te wachten staat, zoals Hij dat in het evangelie van de gedaanteverandering aan zijn apostelen doet.
Toch zullen we iedere keer als het ons tegen zit, die tekentjes van Gods liefde, die kleine luikjes die opengingen naar de hemel, gemakkelijk vergeten zijn.

Op weg naar de Goede Week
Ieder jaar, op de tweede zondag van de veertigdaagse vastentijd, wordt het evangelie voorgelezen over de gedaanteverandering – dat de leerlingen de heerlijkheid van Jezus mochten zien en (opnieuw) die stem uit de hemel mochten horen dat Jezus Gods welbeminde zoon is. We zijn in de veertigdagentijd op weg naar de herdenking van het lijden, sterven en verrijzen van Jezus. In de week voor Pasen, de “Goede Week”, zullen we daar bij stilstaan en meeleven met wat Jezus overkwam en dat Hij dit voor ons deed.

Vooruitblik en voorbereiding
De lezingen van deze zondag verwijzen ernaar: het verhaal van Abraham die zijn zoon Izaäk moet offeren, is geen verhaal over een wrede God die het wel een goed idee zou vinden als we kinder-offers zouden brengen. Zeker niet! God had Izaäk als het ware uit de dood gered, omdat Hij op het laatste moment Abraham tegenhield om die afschuwelijke daad te begaan. Dat verhaal is een beeld, een voorafbeelding van het offer van Jezus, de Zoon van God, die de Vader in de hemel ons gegeven heeft en die zichzelf offert op het kruis. Dat is een offer uit liefde voor ons, het is een lijden, met pijn en verdriet, waar heel veel goeds uit voortkomt. De Vader heeft Hem gered uit de dood en deed Hem verrijzen in heerlijkheid.

Alvast even zien…
Om de apostelen te sterken voor dat verdriet, voor het lijden dat zou gaan komen, mochten ze even de heerlijkheid van Jezus zien, daar boven op die berg. Dit alles is ook een uitnodiging aan ons: af en toe gaat er een luikje open en zien we iets van de hemel, ervaren we Gods aanwezigheid, Zijn werkzaamheid en zijn liefde. We zijn misschien geneigd om dit gauw te vergeten: de lasten van het leven drukken ons vaak harder naar beneden dan de vreugden ons opheffen.

Vergeet ze niet
Maar, vergeet de mooie dingen niet; doe als Maria en bewaar de dingen die God heeft gedaan in je hart. Hij heeft ons aangeraakt met zijn liefde, maar ga dan niet weer twijfelen; Hij heeft ons ook veel moois gegeven, laten we ons dan niet overdonderen door de moeilijke ervaringen. Tel je zegeningen, tel ze één voor één! Leef met het vertrouwen dat je wel je kruis moet dragen en net als Jezus en de apostelen door die tijd van lijden en gemis heen moet, maar dat je daar doorheen op weg bent naar het licht, naar een vreugde die niemand zich kan denken, die al onze verwachtingen overtreft. In de hemel eten we geen rijst van gouden bordjes; niemand weet hoe het eruit zal zien, we mogen wél vertrouwen dat we daar gelukkig zullen zijn omdat God er alles is in allen. Daar zijn alleen goedheid en liefde, geen kwaad, geen haat, geen lijden meer.

Op weg door de woestijn
Het Joodse volk was veertig jaar door de woestijn getrokken voordat ze aankwamen in het beloofde land. Die tocht door de woestijn was moeilijk: de hitte, de droogte, onveiligheid, epidemieën, honger en dorst, bekoringen van geld en goed, bekoringen om Gods geboden te vergeten: alles heeft dat Joodse volk toen meegemaakt. Maar af en toe kwam er een teken: water uit de rots, manna uit de hemel, kwartels streken neer, genezing werd gegeven. Te midden van de tegenslagen waren er tekens van God van zijn aanwezigheid en werkzaamheid en daar moest dat volk zich op richten. Zo kwamen ze aan in het Beloofde Land en was die tocht door de woestijn een soort retraite geworden, een geestelijke vorming, een kans op geestelijke groei.

Af en toe een teken
Voor ons is dat niet anders. We zijn op weg, op reis door het leven. Dat leven is maar kort; hoe ouder we worden des te meer we ons realiseren dat het leven snel voorbij gaat. Er zijn veel negatieve ervaringen: lijden, eenzaamheid, verdriet; er zijn veel bekoringen, er is veel kwaad om ons heen, we worden op de proef gesteld. Maar af en toe krijgen we een teken, zoals de apostelen op de berg van de gedaanteverandering waar Jezus voor hen schitterde en straalde. Af en toe een teken: daar moeten we het mee doen. Die kleine cadeautjes moeten we goed bewaren, er vaak aan terug denken en er echt van genieten, want de tekens die we krijgen helpen om ons niet te laten ontmoedigen door tegenslag, om niet te denken dat alles zwart en lijden is en om weerstand te bieden tegen het kwaad dat op ons pad komt.

† Jan Hendriks

Afbeelding: Transfiguratie, getijdenboek Maria van Gelre, 1415, Staatsbibliotheek Berlijn

 

 

 

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!